Koers op huisartsen in loondienst
Huisartsenzorg gebaat bij continuïteit
7 reactiesVeel jonge huisartsen die nu als zzp’er werken, willen geen praktijkhouder worden. Te veel gedoe, te veel stress. Maar dat wil niet zeggen dat ze geen vastigheid willen. Loondienst heeft, zeker nu er een nieuwe cao is, veel voordelen en zou weleens de oplossing kunnen zijn voor het huisartsentekort.
De crisis in de huisartsenzorg is de laatste tijd een veelbesproken onderwerp. In februari wijdde Zembla een hele uitzending aan het huisartseninfarct. Medisch Contact kwam met een themanummer over de huisartsenzorg. Het gaat vaak en veel over het feit dat we geen praktijkopvolgers kunnen vinden. Danka Stuijver maakt zich in haar column in Medisch Contact zorgen over commerciële bedrijven die praktijken overnemen en daar zelfs geld voor willen betalen.
Los van alle problemen die veroorzaakt zijn door keuzes die in het verleden zijn gemaakt door politiek en zorgverzekeraars, maakt men zich grote zorgen over het huisartsentekort. In de uitzending van Zembla komen praktijkhouders aan bod die geen opvolger kunnen vinden en jonge zzp-huisartsen die geen praktijkhouder willen worden, maar die wel behoefte hebben aan vastigheid. Eén van de zzp-huisartsen zegt dat ze het mist om echt verbonden te zijn aan een patiëntenpopulatie.
Te weinig huisartsen willen of kunnen zich langdurig committeren aan een patiëntenpopulatie
De commerciële bedrijven die praktijken overnemen, komen negatief in het nieuws omdat ze geen kwaliteit leveren. Dat het zelfs deze commerciële bedrijven – die heus wel goed kunnen organiseren en ook nog eens een groot budget hebben – niet lukt, onderstreept eigenlijk het echte probleem: we hebben een groot tekort aan huisartsen die zich langdurig willen of kunnen committeren aan een patiëntenpopulatie.
Stress
We hebben gedemonstreerd op het Malieveld met de leus: elke patiënt heeft recht op zijn eigen huisarts. Maar ik denk niet dat we bedoelden dat de patiënt recht heeft op elk jaar een andere huisarts.
Al jaren wordt de oplossing vooral gezocht in het vinden van jonge huisartsen die praktijkhouder willen worden. Maar veel praktijkhouders stralen alleen maar uit hoe zwaar het is om praktijkhouder te zijn en dat de werkdruk juist bij de praktijkhouders veel te hoog is.
Ik ben van mening dat een groot deel van de oplossing te vinden is door de huisartsenzorg zo in te richten dat loondienst de logische stap is voor jonge huisartsen. We hebben niet per se meer praktijkhouders nodig. Een groot deel van de stress van de praktijkhouders komt doordat ze geen vaste huisartsen in dienst kunnen nemen.
Zzp-huisartsen mogen zich per definitie niet langdurig verbinden aan een praktijk. Zzp’ers kunnen nooit de vaste pijlers worden waarop je een praktijk kunt bouwen. Een praktijkhouder kan moeilijk eisen aan een zzp’er stellen, omdat hij al blij is dat hij weer iemand heeft om een deel van het spreekuur te doen. Een praktijkhouder zou misschien een grotere praktijk kunnen managen als hij zich niet steeds druk zou hoeven te maken over hoe hij de spreekuren gedekt krijgt en hoe hij afspraken kan maken over de vakanties (en de diensten).
We hebben een systeem laten ontstaan dat niet bijdraagt aan integrale en continue zorg
Mismatch
We hebben veel huisartsen opgeleid in Nederland de laatste jaren. We hebben een hele pool jonge, gemotiveerde, goed opgeleide huisartsen die grotendeels als zzp’er zijn gaan werken. Waarom? Met de nieuwe cao en zeker gezien de nieuwe hogere, maar vooral vaste vergoedingen voor de ANW-diensten hoeft een huisarts in dienst niet minder te verdienen dan een huisarts die als zzp’er werkt. Het verschil ligt er vooral in dat een zzp’er zijn eigen uren kan bepalen, en niet het gevoel heeft vast te zitten aan een praktijk en omdat ze denken dat het alternatief alleen het praktijkhouderschap is.
Het loopt scheef. Er is een grote mismatch tussen vraag en aanbod van huisartsen. Dit is logisch, want er worden marktmechanismen losgelaten op een gereguleerd systeem; immers de schaarste aan artsen is kunstmatig door de numerus fixus met decentrale selectie.
Let wel, ik geef de zzp-huisartsen nergens de schuld van. Ik denk alleen dat we een systeem hebben laten ontstaan dat niet bijdraagt aan waar we ons met zijn allen aan hebben gecommitteerd: het leveren van integrale en continue zorg aan een patiëntenpopulatie.
Belonen van continuïteit
Dit moet anders: laten we een systeem creëren dat ertoe leidt dat huisartsen in loondienst gaan. Jonge huisartsen kunnen zich committeren aan een patiëntenpopulatie en het vak in de volle breedte uitvoeren. Een huisarts in loondienst wordt een echt onderdeel van het team. Laten we nadenken over de vergoeding en over carrièremogelijkheden. Laten we nadenken en innovatief zijn over het stimuleren en belonen van continuïteit. Bijvoorbeeld door een beloningssysteem per vijf jaar dat een huisarts aan een praktijk verbonden is of door de huisarts in loondienst opleider te laten zijn of een specialisatie te laten doen.
Dit zal ertoe leiden dat het werkplezier van de jonge huisartsen hoger wordt, dat de patiëntenwaardering hoger wordt, dat de efficiëntie en doelmatigheid verbetert. Niet alleen meer tijd voor de patiënt maar vooral meer continuïteit. Praktijkhouders met huisartsen in loondienst kunnen bouwen op hun medewerkers, kunnen samen met hen een visie ontwikkelen een fijne werkomgeving creëren voor de collega’s. Huisartsenwerk is een teamsport!
Dit is een uitgelezen mogelijkheid om ons vak op een iets andere, veel betere manier in te richten
Minder praktijkhouders
Praktijkhouders hebben er dan alle belang bij hun praktijk zo te organiseren dat de nieuwe generatie huisartsen het fijn vindt om zo te werken. Huisartsen in loondienst hebben er belang bij om mee te helpen en te denken over de praktijkorganisatie, over de samenwerking met de assistentes maar ook over hoe de diensten te verdelen. Praktijkhouders hebben het gevoel meer te kunnen bouwen op de huisartsen in loondienst en de huisartsen in loondienst zullen meer het gevoel krijgen van zeggenschap over hoe de huisartsenzorg ingericht wordt. Het wordt voor een huisarts in loondienst dus ook waardevol om langdurig bij een praktijk en een patiënt betrokken te blijven.
Als er genoeg huisartsen in loondienst zijn, hebben we ook minder praktijkhouders nodig. Laten we erkennen dat het praktijkhouderschap vooral voor een flink gedeelte van onze (jonge) collega’s geen goed idee is. Laten we dan alleen diegenen stimuleren die het een uitdaging vinden om te ondernemen, te regelen en te organiseren. Laten we zorgen dat de volgende generatie praktijkhouders het praktijkhouderschap niet als een constant juk hoeft te zien, maar juist als een heel leuk onderdeel van het vak.
Relatie met patiëntenpopulatie
Wat we dus nodig hebben is een kleine flexibele schil van waarnemers, maximaal 10 procent van alle niet-praktijkhouders. En laten we het systeem zo inrichten dat, net als in de tweede en derde lijn, loondienst de logische stap is voor jonge huisartsen, en straks ook voor ervaren huisartsen. Het Integraal Zorgakkoord en de Belastingdienst lijken ook voor te sorteren op minder zzp’ers in de zorg, alleen de LHV lijkt nog niet een duidelijk pad te willen kiezen. Laten we dit traject niet zien als het beknotten van het zzp-schap, maar als een uitgelezen mogelijkheid om ons vak op een iets andere, veel betere manier in te richten.
Als beroepsgemeenschap hebben we jonge collega’s alles te bieden wat ze willen: parttimemogelijkheden, flexibiliteit, zekerheid, verdiensten en de kans om echt een relatie aan te gaan met een patiëntenpopulatie.
Het enige wat we niet kunnen bieden is een vrijheid die eigenlijk bestaat uit ongebondenheid, maar dat hoort misschien ook niet echt bij het vak waar we met z’n allen voor gekozen hebben.
Nieuwe cao
De nieuwe cao voor huisartsen in loondienst biedt veel mogelijkheden. Als een huisarts in loondienst meer wil verdienen, dan is dit binnen de cao zeker onderhandelbaar. Daarnaast zijn sinds 1 april 2023 de vergoedingen voor de diensten in avond, nacht en weekend (ANW) fors verhoogd en voor iedereen hetzelfde. Het voordeel dat zzp’ers hadden doordat zij een flinke hoger uurtarief konden bedingen in de ANW is verdwenen. De zzp-constructie kent een aantal (tijdelijke) fiscale voordelen, en met name de vrijheid om steeds van werkplek te veranderen. Nadeel is dat een zzp’er zelf verantwoordelijk is voor alle kosten die worden gemaakt om als zelfstandige te kunnen functioneren: arbeidsongeschiktheids- en aansprakelijkheidsverzekering, maar ook pensioen en eigen instrumentaria. Daarnaast mag een zzp’er niet langdurig in één praktijk werken.
Voordeel voor een huisarts in loondienst is het vaste contract, zelfde verdiensten in ANW-diensten, het onderhandelbare salaris en meer mogelijkheden bij een bank, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van een financiering van een huis. Daarnaast heeft een huisarts in loondienst geen andere kosten. Kosten voor een praktijkhouder zijn per dag voor een zzp’er ongeveer even hoog als voor een huisarts in loondienst.
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) heeft een handige leeswijzer gemaakt (lhv.nl/product/lhv-wijzer-ik-ben-vaste-waarnemer-en-overweeg-loondienst) waarin de verschillen tussen loondienst en zzp-schap duidelijk staan uitgelegd.
auteur
Boudewijn Dierick, huisarts, Makkum
contact
bjhdierick@outlook.com
cc: redactie@medischcontact.nl
Lees ook:
M. Termaat
Huisarts, Groningen
Huisartsen in loondienst. Zoals collega Robberse al schetst is dit er al vele jaren. In minimaal twee vormen;HIDHA en huisarts in een gezondheidscentrum. De HIDHA beloning was jaren veel te laag tov praktijkhouders of waarnemers. Dus geschikt voor me...nsen die kinderen naar school moeten brengen of halen of om andere reden 8–17 prima vinden en de lagere beloning voor lief nemen . Als je dan meer tijd en energie hebt is praktijkhouder zijn financieel echt beter of veel beter afhankelijk van hoe goed je het doet. Wat de beloning voor huisartsen in gezondheidscentra is weet ik niet zo goed . Weleens proberen te doorgronden maar kwam er niet uit. Misschien zou het helpen dat helder te maken aan jonge huisartsen ( met de cijfers erbij) zodat ze het als serieus alternatief kunnen zien t.o.v. het hebben van een eigen praktijk of waarnemer zijn.
NB Het verhaal over meer onderhandelingsmogelijkheden in de CAO zou meer toegelicht mogen worden. Daarnaast kunnen ook buiten de CAO om extra beloningen afgesproken worden. Aangezien het een minimum CAO betreft. Dus voor management taken, personeelsbeleid etc kun je als HIDHA evt een extra beloning ontvangen . Het is aan de huisartsen in loondienst hier scherp op te zijn en de werkgevers in de huisartsenzorg de collega’s ook voldoende voor te belonen.
E.J. Robberse
Huisarts in Gezondheidscentrum Venserpolder , Amsterdam Zuidoost
Titel: Er bestaat ook nog zoiets als de huisarts in loondienst van een gezondheidscentrum!
Graag wil ik reageren op het stuk van collega Boudewijn Dierick (MC 3-8-23). De discussie over de voor en nadelen van het praktijkhouderschap en de (ongewenst...e) opkomst van commerciële partijen die praktijken opkopen speelt al enige maanden, ook in de media. De jonge huisartsen zien begrijpelijk op tegen het ondernemerschap dat een eigen praktijk met zich meebrengt en kiezen in de ogen van de zittende huisartsen voor 'cherry picking', als ZZP-waarnemer overdag en op de HAP. Wat ik in deze discussie volstrekt mis is de huisarts in loondienst van een gezondheidscentrum. Ik ben al meer dan 25 jaar de vaste huisarts voor een populatie in een achterstandswijk en ik kan oprecht zeggen dat wij integrale huisartsenzorg in de volle breedte aanbieden, inclusief jarenlange continuïteit. Met mij vele collega's die tot volle tevredenheid ook al jarenlang in een van de 9 centra van GAZO (Gezondheidscentra Amsterdam Zuidoost) praktiseren. En zo zijn er door heel Nederland nog vele voorbeelden van goed functionerende gezondheidscentra. Het grote en principiële verschil met commerciële partijen als Co-Med en Centric Health is dat (koepels van) gezondheidscentra vrijwel altijd een stichting zonder winstoogmerk zijn, terwijl de investeerders van de commerciële partijen juist winstmaximalisatie nastreven. Volgens mij hebben we in de gezondheidszorg inmiddels wel voldoende ellende van marktwerking gezien. Erik Robberse, huisarts in Gezondheidscentrum Venserpolder, Amsterdam Zuidoost.
PS: zou deze reactie in het tijdschrift geplaatst kunnen worden? Bij voorbaat dank!
J. Stam
Waarnemend huisarts, Rotterdam
Hoewel ik onderstreep dat we in het huisartsenland met een groot (aankomend) probleem zitten, en mijn collega zeer terechte punten aanstipt, zijn er nog wel andere oorzaken te benoemen aan dit probleem.
Een eerste groot probleem is de opleiding z...elf. Zelf ben ik vorig jaar afgestudeerd van de huisartsenopleiding, en zoals een aantal opleiders van collega's ook zeiden: je wordt opgeleid tot waarnemer, niet tot praktijkhouder. Er ontbreekt echt een groot stuk ondernemersschap in de opleiding. En ja, Huisartsenopleiding Nederland is bezig een onderwijslijn op te zetten, maar dit komt te laat van de grond. Het probleem is nú, niet over 5 jaar.
Een tweede groot probleem is niet de regeldruk die ik vrees als ik straks praktijkhouder ben (want die ambitie heb ik wel), maar is de huisvesting. Er zijn maar weinig praktijken die niet uit hun voegen barsten en eigenlijk elders een praktijk moeten hebben, maar gemeenten houden hier geen rekening mee.
Daarnaast zit ik nu nog niet op vastigheid te wachten, omdat ik in mijn opleiding alleen maar solistenpraktijken gezien heb, en ik weet dat er nog zo veel meer bestaat in vormen van praktijken, dat ik nu liever nog vliegende keep ben, dan dat ik ergens vaste waarnemer ben.
L.J. Bakker
arts
In dienst van wie? Niet artsen? Dat gaat helpen..!
A.E. Jansen
Huisarts, De Krim
De probleemanalyse is goed van collega Dierick. De oplosssing zal echt moeten komen van het ontmoedigen van ZZPer schap in de reguliere huisartsenzorg. De dagplukkers zogezegd. Dagje hier dagje daar. Maar de overheid en de LHV zijn hier niet mee b...ezig. Vrijblijvendheid is helaas het credo. In 2000 hadden we 8500 huisartsen nu op naar de 14.000. Als we het met z’n allen willen kunnen we het goed hebben!
F.S. Krikke
hidha
Hier zijn wel wat kritische noten op aan te brengen. Behalve misschien over de loonschalen, die overigens formeel gebonden zijn aan het aantal jaren werkervaring, valt er volgens mij binnen de CAO niet echt te onderhandelen. De mogelijke verdienste...n liggen bij mijn weten lager dan wat een zzp-er kan verdienen, mede omdat het dagtarief wel onderhandelbaar is. Daarnaast wordt er door de werkgever ongeveer 17% van het ANW uurloon op de huisartsenpost ingehouden in het kader van ondermeer werkgeverslasten. Het is helaas niet geheel transparant of die 17% daadwerkelijk ook allemaal kosten zijn voor de werkgever. Zoals de zaken nu geregeld zijn ben je denk ik financieel gezien als jonge dokter beter af als zzper. Als oudere dokter wordt het Hidha-schap financieel interessanter (hoger loon en aov kosten veel lager) .
Overigens zijn de "gezondheidscentra" waar de huisartsen allemaal in loondienst werken bij mijn weten nooit een doorslaand succes geweest. Er is nooit veel navolging gekomen.
R.J. Kuiper
huisarts praktijkhouder
Conclusie: uw voorstel is dat de praktijkhouder naast zijn drs assistentes in loondienst er een werkgever bij krijgt waar hij/zij zich dan ook weer zorgen over kan gaan maken. Want dat doen praktijkhouders volgens u allemaal en in zeer hoge mate, zor...gen maken en stress hebben over personeel.
In dat licht een curieus voorstel en daarbij volgens mij al jaren in gebruik,die huisartsen noemden we eerst HIDHA's.