Het vak van praktijkhouder verdient een positief geluid
Negatieve beeldvorming mag niet doorschieten
10 reactiesDe talrijke protestacties en andere kritische uitlatingen wekken onderhand misschien de indruk dat het vak van praktijkhoudend huisarts onaantrekkelijk is. Maar niets is minder waar, zegt Tjeerd Bottema, zelf praktijkhouder. Tijd om dat imago op te vijzelen.
Ik was erbij. Tussen een slordige tienduizend medewerkers uit de huisartsenij stond ik begin juli op het Malieveld mee te zingen en te hopen op zijn komst. De grote kale leider. Hij kwam niet.
De meute huisartsen wurmde zich met snorkels, zwembanden en paarse krokodillen besmuikt door de straten van Den Haag richting het torentje. Dan maar ter plaatse minister Kuipers vertellen wat eraan schort.
In de aanloop naar deze manifestatie waren veel initiatieven gevormd om uiting te geven aan het ongenoegen in huisartsenland. ‘De bezorgde huisarts’, ‘Help de huisarts verzuipt’ en Het Roer Moet Om zijn enkele prominente voorbeelden.
Het is natuurlijk goed om voor jezelf op te komen, maar schieten we niet een beetje door in de negatieve beeldvorming? In mijn ogen schrikt dit té veel af en draagt het ook bij aan een van de belangrijkste problemen in de huisartsenzorg op dit moment: het oplopende tekort aan huisartsen die een praktijk willen overnemen of starten.
Tekort zal toenemen
De animo onder jonge huisartsen om zich te vestigen in een praktijk daalt. Uit cijfers van de Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten blijkt dat er meer huisartsen stoppen dan ooit. Volgend jaar zijn er alleen in de regio’s Amsterdam, Utrecht en Gelderland-Zuid voldoende huisartsen te vinden.
Uit cijfers van het Nivel blijkt dat in de laatste twintig jaar het aantal huisartsen ieder jaar met 2 procent toeneemt. Maar de manier waarop deze huisartsen hun werk inkleuren, verandert flink. Zo is het percentage huisartsen in dienstverband (hidha of vaste waarnemer) in twintig jaar tijd gegroeid van 6 procent naar 28 procent. Aangezien 18,5 procent van de geregistreerde praktijkhoudende huisartsen in 2021 ouder is dan 60 jaar zal het tekort aan praktijkhouders de komende jaren fors toenemen. Als er geen bereidwillige opvolgers op de markt komen, ontstaan er dus grote problemen.
De gevolgen hiervan zijn al merkbaar doordat commerciële partijen zich de markt in wringen. Door praktijken op te kopen waar geen opvolgers zijn en de overhead te centraliseren proberen zij te voorzien in verschillende behoeftes. Vooraan in deze behoeftes staat financieel gewin. Dit komt, een uitzondering daargelaten, de kwaliteit van de geleverde zorg niet ten goede.
Imago
Een stevig fundament van praktijkhoudende huisartsen is onmisbaar om de alom hooggewaardeerde huisartsenzorg te waarborgen. Daarom is het tijd om iets te doen aan het imago van het praktijkhouderschap. Het moet weer aantrekkelijk worden om als huisarts een eigen praktijk te beheren.
Is dat dan nodig, hoor ik u denken. Waarom niet allemaal in loondienst van een grote investeringsmaatschappij en lekker dokteren zonder overheadzorgen? Het antwoord hierop wil ik u graag geven aan de hand van de kernwaarden van de huisartsenzorg – generalistisch, persoonsgericht en continu –, geformuleerd in het document ‘Toekomstvisie Huisartsenzorg 2022’. Met mijn persoonlijke ervaringen als praktijkhoudend huisarts wil ik duidelijk maken waarom deze kernwaarden binnen dat vak het best toegepast kunnen worden.
Vertrouwensband
Ik ben bevoorrecht. In 2011 heb ik een praktijk kunnen overnemen in een goed functionerende maatschap in Utrecht. De praktijk bevindt zich in een wijk die de afgelopen jaren handig heeft meegelift op de algehele gentrificatie van de stad. Een fraaie patiëntenmix van ouderen, studenten, mensen met een lagere sociaal-economische status en hoogopgeleide starters.
De afgelopen twaalf jaar mocht ik bijdragen aan de ontwikkeling van een fonkelnieuw, multidisciplinair, gasloos gezondheidscentrum. We zijn inmiddels gegroeid naar een team van om en nabij de 25 medewerkers, met een goed draaiende maatschap van zes huisartsen als ronkende motor. Bij een nascholing in het kader van lean werken kwam onlangs naar voren dat het team erg tevreden is over de manier waarop deze bonte verzameling van mensen ten dienste staat van een kleine 10 duizend bewoners van Utrecht. En ze zijn vooral tevreden over de manier waarop ieders verschillende kwaliteiten worden ingezet. De indrukwekkend lange dienstverbanden onderstrepen dit.
Uit het Rapport Huisartsenzorg 2020 van Patiëntenfederatie Nederland blijkt dat patiënten het meeste waarde hechten aan de vertrouwensband met hun huisarts. Hoewel dit uiteraard afhangt van de reden van het doktersbezoek, is het voor iedereen goed voor te stellen dat je het liefst aanklopt voor wijze raad bij iemand die enigszins op de hoogte is van hoe jij reilt en zeilt. Ik heb ooit geleerd dat mensen die bij de huisarts komen altijd bang zijn voor twee dingen: dat ze íéts hebben of dat ze níéts hebben. Binnen die marge probeer ik mijn patiënten, met in mijn achterhoofd de kennis over hun context, gerust te stellen of gedoseerd ongerust te maken. Met het voortschrijden van de werkzame jaren in deze setting van wijk, collega’s en patiënten krijgen de termen generalistisch, persoonsgericht en continu steeds meer betekenis.
De aios huisartsgeneeskunde heeft meer behoefte aan onderwijs over praktijkvoering
Een bedrijf runnen
Hoe krijgen we jonge huisartsen zover om een praktijkovername aan te gaan? Onlangs was ik bij een conferentie over de toekomst van de huisartsenzorg op het huisartseninstituut Utrecht. Hier kwam duidelijk naar voren dat de aios huisartsgeneeskunde meer behoefte heeft aan onderwijs over de zeer uiteenlopende aspecten van praktijkvoering. Er wordt al wel gewerkt aan meer modules door het programma heen. Maar tot op heden zijn er alleen facultatieve mogelijkheden. Door te weinig aanbod en te veel animo komen veel aiossen hier helaas niet voor in aanmerking.
In mijn optiek is het nuttig als alle aiossen tijdens de opleiding kennismaken met de verschillende facetten van het runnen van een huisartsenpraktijk. Dit kan de huisartsenzorg op meerdere manieren verbeteren. In de eerste plaats natuurlijk door de opgedane kennis. Daarnaast sluit ik niet uit dat er ook nieuwe ideeën ontstaan. De huidige opleiding leidt kundige waarnemers op, maar er is niet voor niets een wildgroei aan managementopleidingen. Leer aiossen huisartsgeneeskunde dus hoe je een klein bedrijf moet runnen.
Op dit moment heeft een groot deel van de aiossen in het tweede jaar van de opleiding een inhoudelijke vrijstelling door eerder opgedane werkervaring. Waarom niet in plaats daarvan een vaste stage van drie maanden in het tweede jaar? Door het ondernemerschap in de huisartsenzorg op deze manier te stimuleren versterken we onze positie.
Bekostiging
Los van aanpassingen aan de huisartsenopleiding verdient de bekostigingsstructuur van de huisartsenzorg veel aandacht. Die is inmiddels verworden tot een extreem complexe lappendeken. Dat alleen al maakt dat je je als starter een keer extra achter de oren krabt. Een gemiddelde praktijk kan niet meer uit zonder een financieel medewerker. Hier ligt een uitdaging voor de verzekeraar. Haal de lapjes uit elkaar en voorzie in een comfortabele deken van een degelijke stof. Het liefst een stof die nog heel lang meegaat.
Door de financiering van de huisartsenzorg te simplificeren creëer je overzicht. Als praktijkhouderschap daarnaast ook zichtbaar beter wordt beloond dan waarnemen of een dienstverband, werkt dit stimulerend. Minimaliseer om te beginnen het aantal opslagtarieven. Nu is er een basisfinanciering die vergezeld gaat van vele hoepels waar je doorheen mag springen om je inkomen op peil te houden. Saneer de hoepels en verstevig de basis.
Het bieden van continuïteit van zorg zou extra beloond moeten worden. Verzwaar die comfortabele deken iedere vijf jaar. Hoe langer je zorg levert voor een ‘eigen’ groep patiënten, hoe groter de meerwaarde voor zowel de dokter als de patiënt.
Kortom, er is werk aan de winkel voor verschillende partijen in de eerste lijn. De voornaamste opdrachten die er liggen: meer aandacht voor praktijkvoering in de huisartsenopleiding en aanpassingen aan de bekostiging van de huisartsenzorg. Dit creëert de duidelijkheid die nodig is om meer jonge huisartsen de sprong in het diepe te doen wagen. Een sprong die voor een samenleving met behoefte aan bakens van grote waarde kan zijn.
auteur
Tjeerd Bottema, praktijkhoudend huisarts en huisartsopleider, Utrecht
contact
tbottema@huisarts-nwplb.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Dit artikel is tot stand gekomen tijdens de meest recente schrijftraining van De Dokter in de Pen.
Alvast een plekje reserveren voor de volgende editie? Mail naar info@doktersindebat.com
J. Schipper
huisarts, leek
Meer tijd voor de de zorg met minder kopzorgen
De huisartsenzorg wordt steeds meer overbelast door niet-zorginhoudelijke taken. Personeelswerk, ict, pand gerelateerde zaken, overleg met zorginstellingen, (financiële) administratie etc.
Dit gaat ...ten koste van het werkplezier van de praktijkhouders. De jongere generatie ziet dit als een bedreiging en wil geen praktijkhouder meer worden. Veel praktijken hebben een manager in dienst, maar deze voert slechts een deel uit van al deze extra werkzaamheden die ook jaarlijks toenemen.
Er is een betere ondersteuning nodig: niet door de praktijkhouders te instrueren dit zelf uit voeren
(is meer van hetzelfde), maar een coöperatie in de regio op te richten die deze werkzaamheden professioneel uitvoert. We hebben goede ervaring met deze opzet voor de ketenzorg.
Een eigen organisatie waar de praktijkhouder betrokken is via de ledenvergadering.
In het huisartsenhonorarium zit een onkostenvergoeding voor deze werkzaamheden. Als wij die afdragen aan de coöperatie kunnen we de niet-zorginhoudelijke taken hier door worden gefinancierd.
A.G.H. Tinselboer
Apotheekhoudend huisarts, Slagharen
# P.A.W. van Hessen
Dit is een prachtig voorbeeld hoe het ook kan. Hulde. Ik kan me voorstellen dat dit in de stad goed werkt. De vraag is wel in hoeverre dit haalbaar is in kleine kernen op het platte land. Daarnaast is ook in loondienst of bij ass...ociatie het nog steeds van belang dat de huisarts kundig is in het (mede-)besturen van de praktijk. De huisarts heeft tot nog toe veelal weinig positie gekozen, maar heeft nu met name last van het feit dat hem of haar die wordt toegewezen. Het wordt zaak dat we meer zelf buiten ons praktijkgebouw gaan kijken en daar naar handelen. Een deel kun je laten regelen door zorggroepen en de LHV, maar zij kunnen jouw probleem niet volledig voor je oplossen. Dat zul je in je gebied ook zelf moeten doen. Een goed georganiseerd professionele setting is daarvoor noodzaak.
Maar ook op het platte land is meer mogelijk. Misschien juist wel meer, maar dan moet je wel een beetje outside of the box denken. Slagharen heeft een kleine 3000 inwoners. Er staat midden in het dorp een gezondheidscentrum met 10 plus disciplines, waar ik eigenaar van ben. De apotheekhoudende huisartsenpraktijk verzorgt laagdrempelige totaalzorg voor 6500 patiënten in Slagharen en omstreken in een ontspannen sfeer. Dat kan door de inzet van de 23 werknemers. Dit wordt aangestuurd door het management team zijnde een fulltime post-HBO manager en een assistentmanager en mij mij als praktijkhouder. Dan nog is een MBA gewenst, want ook het management behoeft aansturing.
Ik durf te stellen dat we een waardegedreven organisatie zijn, maar we hebben wel degelijk commerciële belangen. Die belangen staan te dienste van goede huisartsen en farmaceutische zorg. Zonder de financiële kant, valt de ruimte weg voor adequate praktijkvoering en investeringen en daarmee staat de duurzame toekomst onder druk.
Er zijn meer wegen die naar Slagharen leiden..
A.G.H. Tinselboer
Apotheekhoudend huisarts, Slagharen
Naast de titulatuur gaat ook mis bij de beroepsopleiding. Er is geen selectie aan de poort. Huisartsen in spe worden niet geselecteerd op de taak die ze wachten staat. Het is meer dan alleen spreekuur doen. Het is ook runnen van de praktijk, maar ook... je praktijkgebied. Dat vergt kunnen delegeren, strategie, doorzettingsvermogen, financieel inzicht, onderhandelen. Daarnaast wordt niet meegewogen, wat deze huisartsen in spe nou eigenlijk willen: willen ze een beetje gezellig spreekuur doen of er later vol voor gaan en een ware professional in de volle omvang zijn.
Huisartsen in spe worden ook niet voorbereid op de taak die ze te wachten staat. De beroepsopleiding leert niet een volwaardig huisarts te zijn, want bij slecht bestuur van je winkel is het product dat je levert goedbedoeld, maar hangt van amateurisme aan mekaar. Dan heb ik het nog niet eens over de inhoudelijke kwaliteit, die daarmee direct, maar ook indirect onder druk staat. De LHV staat niet voor Landelijke Hobbyartsen Vereniging.
Het is zaak dat we ons vak serieus gaan nemen. Er moet een vierde jaar in de opleiding komen. Daarbij valt te denken aan een MBA specifiek voor de huisartsenzorg. Je kweekt dan kunde, maar ook enthousiasme voor het voeren van een professioneel bedrijf, wat een huisartsenpraktijk ook hoort te zijn.
Het is te gek voor woorden dat (weliswaar in 2000 afgeschaft) dat je een middenstandsdiploma moest hebben om een snackbar te mogen uitbaten, maar dat een huisarts zonder bewijs van kunde een gecompliceerd bedrijf als een huisartsenpraktijk wordt toevertrouwd.
E. Hajdarbegovic
algemeen betweter, Rotterdam
Eens. Misschien nog een 5e jaar extra met vooral medische inhoud zodat de dokters niet in paniek raken van psychiatrische herhaalrecepten?
P.A.W. van Hessen
arts maatschappij en gezondheid, bestuurder Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra
Er is nog een ander antwoord mogelijk op de dreigende teloorgang van de kernwaarde 'continuïteit in persoon': gevestigd huisarts bij een Stichting die huisartsenzorg levert.
Er zijn in Nederland een twintigtal van dergelijke Stichtingen voor huisar...tsenzorg, van groot tot klein; eerder noemde men ze vaak 'Gezondheidscentra', maar dat begrip heeft inmiddels een grotere reikwijdte. Er werken gevestigd huisartsen met eigen patiënten, op hun naam ingeschreven, en met volledige professionele autonomie. De huisarts is onderdeel van een team en van een waardegedreven organisatie; er is ruimte voor persoonlijke wensen op het gebied van werk-privé balans. Huisvesting, AVG, ICT, hrm, dealen met de zorgverzekeraar: dat doet de organisatie. Je bent als huisarts van harte welkom om binnen die organisatie mee te denken over een duurzame toekomst van de huisartsenzorg. Er spelen geen commerciële belangen, het enige doel is goede huisartsenzorg, voor iedere inwoner van Nederland.
Regionale Huisartsen Organisaties in gebieden waar praktijken vrijvallen zonder goede opvolging, kunnen gebruik maken van zo'n Stichting in hun regio, of zelf zo'n Stichting oprichten.
M.J. Lunstroot
Praktijkhoudend Huisarts, Den Haag
Wat een prachtig artikel, dank!
A.G.H. Tinselboer
Apotheekhoudend huisarts, Slagharen
Wie maagzuur krijgt van voorgaand pragmatisme adviseer ik een PPI in adequate dosering en gun ik een sollicitatie naar een commerciële huisartsen keten waar u zich kunt laten misbruiken voor beeldbelarts. Sla de Volskrant van vandaag er maar op na: h...ttps://www.volkskrant.nl/wetenschap/minder-artsen-meer-rendement-de-huisartsenketen-is-in-opkomst-wat-betekent-dat-voor-de-zorg~bf183232
Mocht u daarentegen enthousiast worden van mijn relaas, dan kan ik u verblijden met de boodschap dat er nog wel een plekje bij mij in de herberg is. Ook in onze nog strikt apotheekhoudende HAGRO is er van elks wat wils beschikbaar. Bij ons wordt huisartsgeneeskunde in de volle omvang beoefend en daar beleven we veel plezier aan en onze patiënten ook. U bent alleen gewenst als u er zin in heeft. Bij niet: zie alinea 1!.
Het Vechtdal leeft! u ook?
A.G.H. Tinselboer
Apotheekhoudend huisarts, Slagharen
Het gaat al mis bij de toekenning van de titel huisarts. Een huisarts heeft een praktijk aan huis. (Hence the name) Dat de moderne huisarts de praktijk niet aan zijn woonhuis heeft verbonden heeft, is natuurlijk niet relevant. Hij of zij is dus prakt...ijkhouder. Ze hebben een contract met de zorgverzekeraar voor de organisatie en uitvoering van de hele eerste lijn zorg voor zover dat huisartsgeneeskunde betreft in het praktijkgebied. Zij staan er voor dat dit 24/7 geregeld is voor hun patiënten.
Waarnemers en HIDHA’s hebben hebben geen praktijk, voeren geen praktijk en hebben geen contract met de zorgverzekeraar. Ze voeren maar een beperkt deel uit van het hele pallet waaruit huisartsgeneeskunde bestaat. En vaker wel dan niet, een beperkt deel van de week.
Gezien het bovenstaande is er noodzaak voor differentiatie in de titulatuur. Een voorstel zou kunnen zijn de waarnemer de titel kandidaat huisarts te geven en de HIDHA senior kandidaat huisarts.
Een kandidaat huisarts krijgt bij tot aan de eerste registratie na 5 jaar de tijd senior huisarts te worden of praktijkhouder.
Een senior huisarts krijgt tot de 2e registratie na 10 jaar de tijd praktijkhouder te worden.
Wie niet promoveert raakt de registratie kwijt en wordt gedegradeerd tot basisarts.
Wie 25 jaar praktijkhouder is geweest, wordt vrijgesteld van nachtdienst en mag kiezen voor waarnemen, HIDHA of doorgaan als praktijkhouder. Hij of zij mag de titel huisarts bijven voeren zolang hij of zij aan de registratie eisen voldoet.
En nou is het gedonder afgelopen. Aan het werk. De patiënt wacht op u!
Cc: kuipers@vws.nl
I.E. van Hövell tot Westervlier - Ullmann
Huisarts, Oosterbeek
Net als in de politiek, moeten we zorgen dat we niet de mensen erop afrekenen die voor verbetering en vooruitgang strijden als deze er niet komt, maar dat we elke keer weer degenen aanspreken die de (dreigende) teloorgang van onze kernwaarden niet he...lpen stoppen. De naar binnen gekeerde kritiek vanuit de vakgroep is wat tegengestelde belangen voedt. Ik zou graag toegaan naar onze overeenkomsten en gedeelde belangen.
Dan hebben actiegroepen hun doel bereikt.
[Reactie gewijzigd door Hövell tot Westervlier - Ullmann, Isabel van op 18-03-2023 10:51]
H.A.M. van Haasteren
Huisarts , Leiderdorp
Het is inderdaad goed om af en toe je zegeningen te tellen en je te realiseren hoe goed je het eigenlijk hebt. Ook, of misschien wel juíst, als praktijkhouder. Maar om dat zo te houden zou ik ook graag zien dat de financiering d.m.v. die "complexe la...ppendeken" vervangen wordt door een warme deken, een treffender beeldspraak had je hier niet voor kunnen gebruiken! LHV, doe er wat mee!