‘Je hoeft geen museum in om iets over de Tweede Wereldoorlog te leren’
Portret: Linda Dekhuijzen
Plaats een reactieVerzekeringsarts Linda Dekhuijzen heeft een missie: zorgen dat slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog worden herdacht, en dat nieuwe generaties laagdrempelig leren over wat er is gebeurd in ’40-’45.
Maatschappelijk actieve grootouders hebben Dekhuijzen geïnspireerd. Zo weigerde haar grootvader van vaders zijde, een huisarts te Rotterdam, in de Tweede Wereldoorlog lid te worden van de Duitse Artsenkamer en bleef Joodse patiënten behandelen – een keuze die hij uiteindelijk in kamp Sachsenhausen met de dood bekocht.
leeftijd: 55
werk: verzekeringsarts, opleider en vertaler medisch Engels
privé: woont alleen, in Amsterdam, met veel familie nabij
vrije tijd: zwemt sinds dertig jaar elke dag
‘Voor mezelf heb ik daar de boodschap uitgehaald om zelf te blijven nadenken en verantwoordelijkheid te nemen. En iets te doen als je dat kunt.’
Struikelstenen
De trots op haar grootvader en haar interesse in die oorlog werden aangesproken toen ze las over Stolpersteine oftewel struikelstenen: steentjes met een messing dekplaatje, met daarin gegraveerd de naam plus geboorte-, internerings-, deportatie- en overlijdensdatum (en locatie) van mensen die door het naziregime zijn vermoord. Die stenen worden voor huizen geplaatst waar deze mensen voor het laatst vrijwillig woonden. ‘Ik vind Stolpersteine een heel mooi middel om slachtoffers te gedenken. Ze liggen op straat waar iedereen die erlangs loopt, er stil bij kan staan. Je hoeft geen museum in om iets over de Tweede Wereldoorlog te leren. Het is laagdrempelig educatief.’
Baby Ruth
Ze besloot te regelen dat er zulke stenen in Amstelveen, waar zijzelf opgroeide, werden geplaatst. Amstelveen kende al een algemeen monument, ‘Nooit meer teruggekomen’, voor 166 Joodse slachtoffers die in de gemeente vielen. Van hen bleken er 42 mensen te zijn zonder nabestaanden, of met hooguit een enkele nabestaande die door emigratie ‘ontworteld’ is, aldus Dekhuijzen. Ze richtte zich op steentjes voor deze groep ‘omdat zij niemand meer hebben om hen te gedenken’. Met hulp van kennis Guus Bayards traceerde Dekhuijzen de 42 levensverhalen via archiefonderzoek. Het leidde twee jaar terug tot de daadwerkelijke plaatsing van 38 steentjes in de Amstelveense straten; vier stenen zijn voorlopig ondergebracht in de Amstelveense synagoge tot er toestemming is om ze te plaatsen. Bij het onderzoek ontdekte Dekhuijzen dat Amstelveen nog een 167ste Joods slachtoffer telde: baby Ruth, een meisje dat nog in de buik van haar 20-jarige moeder zat toen deze werd gedeporteerd.
Verbinding
Informatie over deze stenen is ook opgenomen in lesmateriaal op Amstelveense basisscholen wordt gebruikt. Na dit Stolpersteine-project richt Dekhuijzen zich nu op andere uitingsvormen. Ze schreef een artikel over de stenen voor een historische uitgave over een Amstelveense wijk. Verder heeft ze een rondleiding samengesteld over het verdwijnen van de Joodse gemeenschap rond het Amsterdamse Waterlooplein. En met een vriendin werkt ze aan een rondleiding om vluchtelingen te vertellen over de Nederlandse oorlogstijd. ‘Om een verbinding te leggen met hun eigen verhaal.’
Beleeft u naast of op uw werk iets opmerkelijks? Doe mee en mail ons: kopij@medischcontact.nl.
Lees ook:- Er zijn nog geen reacties