Het heilige protocol
Het was een vrijdagochtend in juni, toen mijn man zijn moeder, 84 jaar, op bed aantrof. Hij zou zoals iedere week boodschappen met haar gaan doen, maar merkte dat ze wartaal sprak en een verminderde rompbalans had.
Het was een vrijdagochtend in juni, toen mijn man zijn moeder, 84 jaar, op bed aantrof. Hij zou zoals iedere week boodschappen met haar gaan doen, maar merkte dat ze wartaal sprak en een verminderde rompbalans had.
In mijn praktijk geven assistentes altijd de hulpvraag van de patiënt keurig aan. Zo weet ik, voor binnenkomst, dat 20-jarige Hans al twee weken een vreselijke hoest heeft, die maar niet wil overgaan en hem 's nachts uit zijn slaap houdt. Vervelend ja. 'Hans, kom maar door hoor...' Zonder echt te kijken roep ik hem binnen.
Helaas horen we tegenwoordig in het nieuws steeds vaker over schietaccidenten. Het was wachten op het eerste slachtoffer die zich hiermee zou melden in onze praktijk in gemoedelijk Zwolle-Zuid.
Ik weet nog dat je tijdens een sessie zei: ‘En juist in deze periode, waarin de dagen langer worden en mensen steeds meer gedaan krijgen, lukt mij steeds minder.’ In zo’n soort periode, de lente, namen jouw dierbaren twee jaar geleden afscheid van je.
Afgelopen week had ik een begrafenis. Van mijn oom. Ik zag hem niet zo vaak, maar het was wel mijn peetoom. Ik had al gehoopt dat de uitvaart op mijn vrije middag zou vallen want de poli’s waren allang gevuld en je kan moeilijk 26 patiënten afbellen.
‘Wat zie jij er vandaag chic uit!’ Glimlachend legt de nieuwe assistente de spreekuurlijst op mijn bureau. Voor een belangrijk overleg, vanmiddag met de directie van de instelling, heb ik mijn krijtstreeppak aangetrokken.
‘Van ruilen komt huilen’, zegt mijn dochter op een maandagmiddag tegen haar zus. Dat heeft ze zojuist in groep twee geleerd.
Ziekenhuizen en medische (zelfverklaarde) expertisecentra pretenderen nogal eens toetsbaarheid, openheid en kwaliteit hoog in het vaandel te hebben. Kwaliteit wordt belangrijk gevonden en men wil leren van incidenten en calamiteiten. In de praktijk valt dit echter weleens tegen. Ik wist dit natuurlijk wel, als in Nederland opgeleide internist met ook werkervaring in Nederland, maar toch was ik verbijsterd na mijn ervaringen met een Nederlands ziekenhuis en helaas ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) in 2023, het jaar waarin mijn moeder overleed als gevolg van een calamiteit.
Zojuist werd vanaf een geriatrische revalidatieafdeling van een verpleeghuis een 88-jarige dementerende patiënt ingestuurd met een urineweginfectie. Dit, zo luidde de verklaring, ‘vanwege het niet aanwezig zijn van een arts alhier op locatie in de avond en nacht en het nog niet starten van antibiotica ondanks een positieve urinestrip’. Op de website van het verpleeghuis staat overigens dat ze ‘altijd voor u klaarstaan’.
Met behulp van mijn horloge wordt de tijd van toediening en overlijden vastgesteld, terwijl ik het liefst op zou gaan in het behang, om maar voldoende ruimte te bieden aan de familie.