Laatste nieuws
J.H. Schaaf
5 minuten leestijd
ouderen

Klinisch geriater is het spoor bijster

Plaats een reactie

Kwetsbare oudere patiënten verdienen specialisme



De klinische geriatrie dreigt, onder invloed van de identiteitscrisis waarin zij verkeert, terug te keren in de moederschoot van de interne geneeskunde. Dat pakt slecht uit voor kwetsbare ouderen. Zij verdienen een specialist die hen in het ziekenhuis als gids en adviseur terzijde staat.



De ouderdom komt met gebreken. Ooit was deze volkswijsheid aanleiding het specialisme klinische geriatrie in het leven te roepen. Inmiddels zijn we bijna 25 jaar verder en naderen we het moment waarop de vergrijzing de gezondheidszorg echt voor problemen gaat stellen. Alle reden voor de klinisch geriaters om de pioniersjaren achter zich te laten en de samenleving de weg te wijzen.



Het is dan ook buitengewoon spijtig dat deze beroepsgroep juist nu door een ernstige identiteitscrisis wordt geteisterd. Het gevaar bestaat zelfs dat de klinisch geriaters binnenkort terugkeren in de moederschoot van de interne geneeskunde. Dat is geen opwekkend perspectief voor de kwetsbare ouderen die op medisch-specialistische zorg zijn aangewezen.



Wie de websites van de verscheidene geriatrische afdelingen in Nederland raadpleegt, krijgt de ambities van de klinische geriatrie helder en redelijk eenduidig voorgeschoteld. Het specialisme richt zich op de vaak wat oudere patiënt die door een veelvoud van stoornissen in lichamelijk en/of geestelijk functioneren, al dan niet in combinatie met een ontregelde sociale situatie, een complex (ziekte)beeld vertoont. Veel voorkomende problemen waarvoor een klinisch geriater wordt geconsulteerd, zijn geheugenproblematiek en verwardheid, mobiliteitsstoornissen en vallen, continentieproblemen, voedingsproblematiek, veelsoortig geneesmiddelengebruik, stemmingsstoornissen en onverklaarde achteruitgang in het dagelijks functioneren.



Holistisch


Kenmerkend voor de klinische geriatrie is dat de patiënt vanuit een holistisch perspectief wordt benaderd. Dit vertaalt zich onder meer in een multidisciplinaire wijze van werken en voortdurende aandacht voor de belastbaarheid van de patiënt. De inspanningen richten zich vooral op het behoud of herstel van de zelfredzaamheid van de patiënt. Doel is steeds de kwaliteit van (het resterende) leven te optimaliseren.



De klinische geriatrie onderscheidt zich in dit opzicht fundamenteel van de meeste andere medische specialismen (inclusief de interne geneeskunde). Die concentreren zich primair op de diagnostiek en behandeling van een afgebakende groep van aandoeningen en letsels en hebben vaak minder oog voor het geheel dat achter de onderdelen schuilgaat. Zeker voor de ambulante patiënt presenteert het ziekenhuis zich in zekere zin als een marktplaats waarop een veelheid van medische specialismen haar producten en diensten aanbiedt. Het is aan de individuele patiënt en zijn huisarts daar zelf de weg te vinden.



Waar dit voor de zelfredzame en mondige patiënt al een lastige opgave is, geldt dat zeker voor de oudere die op de medisch-specialistische zorg van verscheidene disciplines is aangewezen. In de praktijk komt het de kwaliteit van zorg ten goede als de klinisch geriater deze patiënten in het ziekenhuis als gids en adviseur terzijde staat. Dit is temeer van belang omdat cure en care bij de kwetsbare oudere veelal traploos in elkaar overgaan en de klinische geriatrie doorgaans een goede inbedding heeft in het regionale netwerk van ouderenvoorzieningen.



Oogsttijd


De hiervoor geschetste benadering wordt wel aangeduid als het geriatrisch model. Dit heeft zijn oorsprong in het besef van enkele perifeer werkzame internisten in de jaren zeventig dat de traditionele organisatie van de medisch-specialistische zorg voor de kwetsbare oudere onvoldoende soelaas biedt. Het is daarom nauwelijks verrassend dat de klinische geriatrie na de formele erkenning in 1982 in Nederland vooral in algemene ziekenhuizen tot ontwikkeling is gekomen. 


Eind jaren tachtig is van overheidswege gestimuleerd dat elke gezondheidsregio kan beschikken over tenminste één afdeling klinische geriatrie. Inmiddels groeit het besef dat elk ziekenhuis over klinisch geriatrische expertise moet beschikken. Het Nivel heeft becijferd dat het aantal klinische geriaters daarvoor moet verdubbelen.1 Zelfs dat heeft, opmerkelijk genoeg, niet tot grote onrust geleid bij de beleidsmakers. Op het oog dus een gunstig moment voor de klinische geriatrie om te oogsten.



Helaas heeft de beroepsgroep zich door een aantal ontwikkelingen in verwarring laten brengen. Ten eerste door de introductie in 2004 van het aandachtsgebied ouderengeneeskunde binnen het specialisme interne geneeskunde. Ten tweede door de stagnerende (wetenschappelijke) verankering van de klinische geriatrie in universitaire medische centra. Ten derde door het uitblijven van een duidelijke keuze binnen de eigen beroepsgroep tussen het profiel van de klinisch geriater en dat van de internist-geriater. Mede omdat menig klinisch geriater een voorgeschiedenis heeft als internist, is de scheidslijn tussen het domein van de klinische geriatrie en dat van de interne geneeskunde vaak sterk persoonsgebonden. Het is daarom begrijpelijk dat sommigen het naast elkaar functioneren van een klinisch geriater en een internist-ouderengeneeskunde binnen eenzelfde ziekenhuis minder wenselijk achten. Een argument voor integratie van beide beroepsgroepen is dit echter zeker niet.



Ondubbelzinnige keuze


Vanuit maatschappelijk perspectief ligt het veel meer voor de hand dat de klinische geriatrie een ondubbelzinnige keuze maakt voor het geriatrisch model. Dit betekent dat de klinisch geriater als gids en adviseur van de oudere in dezelfde relatie komt te staan tot de interne geneeskunde als tot de andere medische specialismen. Dit betekent ook dat de klinisch geriater als specialist in dienstverband, zijn relatief onafhankelijke positie in het ziekenhuis behoudt. Bijkomend voordeel hiervan is dat de leiding van het ziekenhuis direct aanspreekbaar blijft op de ruimte die de klinische geriatrie krijgt om haar maatschappelijke functie waar te maken.



In deze opzet legt de internist-ouderengeneeskunde zich volledig toe op de specifieke aspecten van de ouderenzorg binnen het eigen specialisme. Geen concurrentiemodel dus, maar een evenwichtige samenwerkingsrelatie. In samenhang hiermee tekent zich voor de klinische geriatrie tegelijkertijd een boeiend (multidisciplinair) wetenschappelijk domein af: de medisch-specialistische behandeling van kwetsbare ouderen, de organisatie van deze zorg en de hieraan gerelateerde (medisch-)ethische vraagstukken. Uitdagingen genoeg dus voor de klinische geriatrie. Alle reden om snel een einde te maken aan de verwarring. Beter ten halve gekeerd, dan ten hele gedwaald. 



dr. J.H. Schaaf, arts en bedrijfskundige



Correspondentieadres:

jhschaaf@home.nl

;


cc:

redactie@medischcontact.nl

 



De auteur was van 1980 tot 2005 intensief betrokken bij de ontwikkeling van de functie geriatrie in het TweeSteden ziekenhuis in Tilburg.



Referenties


1. Hansen J, Van der Velden LFJ, Hingstman L. Behoefteraming klinisch geriaters 2004 - 2015/2020. Utrecht, Nivel, 2005.



- Huijsman R, Zanen M. Toekomst-scenario’s klinische geriatrie. Assen, 2005. l Maas HAAM, Olde Rikkert MGM. Kwikfitzorg niet voor ouderen. NRC Handelsblad (3-10-2006).





Klik hier voor het PDF van dit artikel

MC-artikelen:
Klinisch geriaters fuseren met internisten (Nieuwsreflex). MC 41 - 13 oktober 2006. 
Een geriater = een klinisch geriater. (2) (Brieven). M. Prevoo MC 42 - 21 oktober 2005. 
Een geriater = een klinisch geriater. (Brieven). Huub Maas en Jaap Krulder. MC 36 - 9 september 2005. 
'Opleiding klinisch geriater uitbreiden'. (Nieuwsreflex). MC 16 - 22 april 2005. 
Ouderenzorg komt met gebreken: Olde Rikkert: 'Ziekenhuizen houden geen rekening met fragiliteit van ouderen'. Cindy Dieteren, MC 23 - 4 juni 2004. 
Van het kastje naar de muur (Brieven). H. Maas en J.W.M. Krulder. MC 49 - 5 december 2003.
'Ouderenpsychiatrie en klinische geriatrie niet strikt afbakenen'. (Nieuwsreflex). MC 17 - 25 april 2003. 
Acuut verward: een studie naar het voorkómen van een delier bij oudere opgenomen patiënten. G.J. Izaks. MC 13 - 28 maart 2003. 
Jong geleerd en oud gedaan: klinisch geriaters gebaat bij samenwerkende opleidingen. M.G.M. Olde Rikkert. MC 30/31 - 26 juli 2002.
Het timmermansoog van de geriater: over oude mensen en een jong specialisme (Oratie). J.P.J. Slaets.  MC 13 - 31 maart 2000.

ouderen geriatrie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.