Een geriater = een klinisch geriater (2)
Plaats een reactieHet standpunt van Maas en Krulder (MC 36/2005: 1444) heeft mij zeer verbaasd. De beroepsgroep Verpleeghuisartsen is al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw doordrongen van het belang van integrale zorg voor kwetsbare ouderen. Onze beroepsgroep heeft voor dit besef de klinische geriatrie nooit nodig gehad en juist altijd zelf vooropgelopen in het uitdragen van deze boodschap.
Ik wil de beide collegas er ook nog op wijzen dat het takenpakket vooral is herzien door uitbreiding van taken (met het takenpakket van de sociaal-geriater (jawel!) en niet zozeer door wijzigingen. Hierop dient momenteel de opleiding te worden aangepast, waarbij de uitbreiding naar een driejarige opleiding primair is voortgekomen uit Europese regelgeving. De werkelijke verbazing over het bezwaar van de ene beroepsgroep tegen de andere om een nationaal (en internationaal) meer herkenbare naamsaanduiding te mogen gebruiken, is het argument over het wezenlijke verschil in opleidingen. Als het wezenlijke verschil in opleiding de naamsaanduiding bepaalt, kan men ook redeneren dat een grote overeenkomst in opleidingen net zo bepalend dient te zijn. Dan ben ik zeer benieuwd wat Maas en Krulder vinden van mijn voorstel om hun beroepsgroep niet meer klinisch geriater te noemen maar internist-geriater.
Voor alle genoemde partijen wordt het juist heel helder als we vasthouden aan het voorstel van de NVVA:
- de algemeen geriater is de arts voor ouderen in de eerste lijn,
- de klinisch geriater is de arts voor ouderen in het ziekenhuis, die zich beiden in het belang van die ouderen weten te vinden in het overgangsgebied.
Molenhoek (L), september 2005
M. Prevoo, verpleeghuisarts
- Er zijn nog geen reacties