Doe-het-zelf- en betaal-het-zelfwetenschap
1 reactieEr was een tijd, niet eens zo lang geleden, dat je Nobelprijswaardige ontdekkingen kon doen door bijvoorbeeld lang en intensief een pan soep te observeren, of door willekeurig wat dingen in de fik te zetten: Galilei ontdekte de basisregels van de mechanica door in een kerk naar een slingerende kroonluchter te kijken, Mendel beschreef de grondslagen van de genetica door erwtenplantjes in zijn kloostertuin te kruisen, Alhazen ontrafelde de breking van lichtstralen door in een schuurtje te experimenteren met lenzen en spiegels.
Voor bepaalde takken van onderzoek kan dat misschien nog steeds, denk aan wiskunde of filosofie, maar voor de natuurwetenschappen raakte het laaghangende wetenschappelijke fruit begin twintigste eeuw wel een beetje op. Een koe genetisch modificeren of een deeltjesversneller bouwen is toch meer iets om sámen te doen. Noodgedwongen verkasten wetenschappers naar onderzoeksinstituten en laboratoria, waar ervaringen en middelen werden gebundeld, en waar onderzoeksvragen centraler werden aangestuurd en gefinancierd. Dit alles leidde tot een enorme versnelling in het vergaren van kennis. De resultaten hiervan ervaart u dagelijks op uw spreekuur.
Recentelijk deed de doe-het-zelfwetenschap echter haar herintrede. In de eerste plaats in de vorm van de thuisepidemiologen, mensen die lekker aan de keukentafel data gaan zitten interpreteren en die hun bevindingen de wereld in slingeren via sociale media, in plaats van ze in te sturen naar een wetenschappelijk tijdschrift met peerreview. Vaak gaat het over covid, vaccinaties of stikstof. Een nadeel van deze setting is dat je geen kritische reflectie krijgt van collega’s, maar groot voordeel is dat je posts waarin je totale onzin uitkraamt grotendeels kunt doen verdwijnen, inclusief alle honende commentaren. Het is wellicht een vermakelijke hobby, maar de wereld schiet er weinig mee op: richtlijnen baseren zich zelden op LinkedIn- en Facebookpublicaties.
De meeste projecten zijn gedoemd tot mislukken
In de tweede plaats heb je de internetmiljardairs. Vroeger wilden die allemaal met hun eigen raket naar de ruimte, maar de laatste tijd prevaleert een ander doel: onsterfelijkheid en eeuwige jeugd. Een aantal van hen heeft daartoe het bedrijf Altos Labs opgezet, waar ze hopen dat wetenschappers met een groot budget en zonder afleiding van aandachtvretende beursaanvragen dat voor hen zullen regelen. Als je altijd alles hebt kunnen kopen is het geen onlogische gedachte dat ook dit moet lukken. Muizencellen kunnen in het lab worden aangezet tot verjonging (al ontstaan daarbij nogal eens allerlei nare tumoren), dus hoeveel moeilijker kan dat zijn met miljardairscellen?
Tot nog toe heeft Altos Labs 2 miljard dollar opgehaald. Dat is best veel vergeleken met de 13 miljard euro en de 12 miljard dollar die de EU en de Amerikaanse overheid jaarlijks uittrekken voor wetenschap, maar het steekt wat magertjes af bij de vermogens van de investeerders zelf. Altos-investeerder Jeff Bezos – volgende maand wordt hij 60 – bezit in zijn eentje 170 miljard dollar. Het vertrouwen kent dus grenzen, en waarschijnlijk terecht, want de meeste natuurwetenschappelijke doe-het-zelf- (of hier betaal-het-zelf)projecten zijn gedoemd tot mislukken. Dat is geen ramp: op een oneindigheid met Musk, Bezos en Zuckerberg zit de wereld vast ook niet te wachten.
J.M. Keppel Hesselink
arts-farmacoloog, Bosch en Duin
Dat verjonging werkt met supplementen en zo kan je op Youtube zien, veel goedkoper dan 2 miljard, het werkt immers al! Zie op Youtube: Andy Wilkinson (60 yr) Gets Mistaken For Daughter's Boyfriend. Geef t ff door aan Altos Labs.
[Reactie gewijzigd door Keppel Hesselink, Jan op 20-12-2023 17:22]