Sprong in het diepe
Langzamerhand beginnen mijn jaargenoten af te studeren. Nog even en ik ben aan de beurt. Dat brengt stress met zich mee.
Langzamerhand beginnen mijn jaargenoten af te studeren. Nog even en ik ben aan de beurt. Dat brengt stress met zich mee.
Chirurgie, altijd al willen doen, roep ik bij het co-schap chirurgie. Neurologie, ik vind het helemaal geweldig, is mijn reactie bij het co-schap neurologie. En waarom? Wil ik chirurgie gaan doen?
Slechts zelden ga ik met tegenzin naar een stage. Maar nu moet ik me toch echt door het co-schap gynaecologie heen slepen.
Drie weken sociale geneeskunde bij het consultatiebureau. Op vrijwillige basis komen hier ouders om hun kind een goede start te geven. Maar er zijn ook ouders die niet het beste voor hebben met de kleine.
Erg belangrijk tijdens patiëntcontact is nagaan of de patiënt de uitleg en het beleid heeft begrepen, zo heb ik altijd geleerd.
Vooroordelen. We hebben ze allemaal. Ook over artsen. Chirurgen zijn botte boeren en psychiaters lopen allemaal in geitenwollen sokken en sandalen, zijn de meest bekende.
Veel artsen denken dat tegenwoordig co-assistenten niet meer als pispaaltje worden gezien. Niets is minder waar.
Het lijkt zo simpel te beantwoorden: wat wil ik later worden? Al van jongs af aan worden we met deze vraag geconfronteerd en voor velen was het al vroeg duidelijk.
Ik zit in de trein en kijk door het raampje. Witte grond, kale bomen, grauwe lucht, de kerst zit er weer aan te komen. De kerstbomen staan overal paraat en de kerst-diners worden gepland.
Misschien een rare stelling voor een co-assistent, maar het komt werkelijk uit de grond van mijn hart: hoe vaak zie je niet dat een van je medecos er werkelijk de kantjes vanaf loopt?