Tuchtrecht
Simone Paauw
Simone Paauw
10 minuten leestijd
Tuchtrecht

Waarschuwing voor huisarts vanwege dossiervoering in Word

Uitspraak: Waarschuwing

17 reacties
Getty Images
Getty Images

Op 24 februari 2022 voert een huisarts een vasectomie uit bij een patiënt die geen reguliere patiënt is in zijn praktijk. Daarna onderhoudt hij via sms contact over het herstel. Twee dagen na de ingreep schrijft de eigen huisarts de patiënt de pijnstiller gabapentine voor vanwege gordelroos aan het hoofd en op 8 maart prednisolon vanwege een ontsteking van een zenuw op de plek van de gordelroos.

Op 16 maart hebben de vasectomiehuisarts en de patiënt contact over de wondgenezing en omdat hij die dag niet kan, komt de patiënt twee dagen later op controle. De huisarts ziet dan twee ronde openstaande wondjes, zoals hij nooit eerder heeft gezien na een vasectomie. Hij adviseert vervolgens een afwachtend beleid.

Op 21 maart wordt de patiënt in het ziekenhuis opgenomen met fourniergangreen – een zeer ernstige en snel progressieve necrotiserende fasciitis van het scrotum en/of perineum en perianale huid – en een septische shock. Hij wordt vervolgens meerdere keren geopereerd.

Naderhand verwijt de patiënt de huisarts die de vasectomie uitvoerde dat hij is tekortgeschoten in zijn zorgverlening door een afwachtend beleid te adviseren. Maar hier gaat het Regionaal Tuchtcollege
’s-Hertogenbosch niet in mee. Dat acht het namelijk niet aannemelijk dat er al op 18 maart sprake was van een infectie of ontsteking. Daarvoor baseert het tucht­college zich op de brief van de uroloog aan de eigen huisarts van de patiënt, waarin staat dat de patiënt sinds de middag voor de opname last had van toenemende pijn aan de balzak en er sprake was van een opgezwollen ‘harde’ balzak. Volgens het tuchtcollege is het kenmerkend voor fourniergangreen dat de infectie zich heel snel uitbreidt.

Ook huisarts Avi Teszler denkt dat het heel onwaarschijnlijk is dat er tijdens het controle­bezoek al sprake was van fourniergangreen. Teszler: ‘Het gaat om een zeld­zame, maar binnen enkele uren ernstig verlopende infectie. Het is echter goed denkbaar dat de behandeling met prednisolon door de andere huisarts de zaak heeft gecompliceerd of op z’n minst heeft gemaskeerd.’

De huisarts krijgt echter wél een waarschuwing van het RTG. En dat heeft te maken met zijn dossiervoering. Hij blijkt zijn medische dossiers bij te houden in Word. De patiënt stelt dat de huisarts in Word achteraf eenvoudig informatie kan wijzigen. Ook het tuchtcollege vindt dat de huisarts zich hiermee niet goed toetsbaar opstelt en daarmee een goede zorgverlening niet is gewaarborgd.

Antina de Jong, adviseur gezondheidsrecht bij de KNMG: ‘Deze uitspraak bevestigt de eisen aan dossiervorming. Dossiervoering in enkel Word schiet tekort, omdat daardoor niet toetsbaar is wat en wanneer een arts iets heeft genoteerd en of, en zo ja wanneer, hierin wijzigingen zijn aangebracht. Dit is niet in lijn met de richtlijnen van KNMG en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG).’

Tezler: ‘Mijn advies zou zijn een deugdelijk huisartseninformatiesysteem aan te schaffen en vasectomiekandidaten als tijdelijke patiënt in te schrijven. Dat doe ik zelf ook.’

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg ’s-Hertogenbosch d.d. 11 april 2023

download de ingekorte uitspraak (in pdf)
de volledige uitspraak

Beslissing over de op 13 april 2022 ontvangen klacht van A, wonende te B, klager, gemachtigde mr. E.F. Arts-Mulder te Nijmegen, tegen C, huisarts, werkzaam te D, verweerder, hierna ook de huisarts, gemachtigde mr. J.S.M. Brouwer te Amsterdam.

1.         Het verloop van de procedure

1.1      Het college heeft de volgende stukken ontvangen en gelezen:

  • het klaagschrift en de aanvulling daarop met de bijlagen
  • de brief d.d. 2 mei 2022 van de secretaris aan klager
  • het verweerschrift met de bijlagen
  • de brief d.d. 13 februari 2023 van de gemachtigde van klager met de bijlagen
  • de brief d.d. 27 februari 2023 van de gemachtigde van klager.

    1.2      De partijen hebben de gelegenheid gekregen om onder leiding van een secretaris van het college met elkaar in gesprek te gaan (mondeling vooronderzoek). Daarvan hebben zij geen gebruik gemaakt.

    1.3      De zaak is behandeld op de openbare zitting van 28 februari 2023. Daarbij waren aanwezig klager, alsmede de huisarts met zijn gemachtigde. Partijen hebben hun standpunten mondeling toegelicht.

    2. De zaak in het kort

    2.1      De huisarts heeft op 24 februari 2022 bij klager een vasectomie (sterilisatie) uitgevoerd, waarna de huisarts op 25 februari 2022, zoals hij standaard doet, via sms bij klager naar zijn welbevinden heeft geïnformeerd. Klager had op dat moment niets bijzonders te melden en had ook geen vragen.

    Een andere huisarts (hierna: de andere huisarts) heeft op 26 februari 2022 bij klager de diagnose gesteld van gordelroos aan het hoofd. Klager kreeg gabapentine (een pijnstiller) voorgeschreven.

    Op 2 maart 2022 hebben klager en de huisarts via sms en telefonisch contact gehad over de wondgenezing na de vasectomie.

    De andere huisarts stelde op 8 maart 2022 vast dat de zenuw waarop de gordelroos zich had geuit, was ontstoken. Deze andere huisarts schreef klager toen prednisolon voor.

    Op 16 maart 2022 hadden klager en de huisarts weer sms-contact over de wondgenezing. De huisarts heeft toen gezegd dat hij klager de volgende dag wilde zien. Dat kwam klager niet goed uit, waarna hij op 18 maart 2022 bij de huisarts op controle is geweest. De huisarts heeft op dat moment geen behandeling voorgesteld noch klager naar een specialist verwezen.

    Op 21 maart 2022 is klager in het ziekenhuis opgenomen met Fournier’s gangreen en een septische shock. Hij is meerdere malen geopereerd en heeft tot en met 25 maart 2022 op de intensive care gelegen.

    2.2      Klager verwijt de huisarts dat hij op 18 maart 2022 tekort is geschoten in de zorgverlening aan hem. De huisarts had klager naar een specialist moeten verwijzen en/of antibiotica moeten voorschrijven. Dat heeft hij niet gedaan (klachtonderdeel 1). Ook verwijt klager de huisarts dat zijn dossiervoering niet voldoet aan de eisen die daaraan worden gesteld (klachtonderdeel 2). Het college komt tot het oordeel dat klachtonderdeel 1 ongegrond is. Klachtonderdeel 2 is deels gegrond. Aan de huisarts wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd. Hieronder legt het college de beslissing uit.

    3. De overwegingen van het college

    De criteria voor de beoordeling

    3.1      Voor klager en zijn familie is het vreselijk dat klager in het ziekenhuis is opgenomen met Fournier’s gangreen, waarvoor hij meerdere malen moest worden geopereerd en op de intensive care moest worden verpleegd. Het college realiseert zich dat klager en zijn familie hiervan erg geschrokken zijn en dat zij er nog steeds de gevolgen van ondervinden. Dat neemt niet weg dat het college bij de beoordeling van de klacht moet uitgaan van de situatie op het moment dat de huisarts klager zag.

    3.2      De klacht houdt in dat de huisarts is tekortgeschoten in zijn zorgverlening naar klager toe en dat de dossiervoering door de huisarts niet aan de eisen voldeed. Het college toetst volgens artikel 47 lid 1 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) of de huisarts heeft gehandeld zoals van hem mocht worden verwacht. De norm daarvoor is de ’redelijk handelende en redelijk bekwame’ huisarts. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de huisarts op dat moment geldende regels en beroepsnormen. Het gaat er niet om of de huisarts beter anders had kunnen handelen.

    Klachtonderdeel 1: tekortschieten in de zorgverlening

    3.3      Vaststaat dat klager op 18 maart 2022 door de huisarts is gezien en dat deze toen heeft gezegd dat hij na een vasectomie twee ronde openstaande wondjes, zoals deze er bij klager uitzagen, nog niet eerder had gezien. De huisarts heeft vervolgens een afwachtend beleid geadviseerd.

    Volgens klager was er op 18 maart 2022 sprake van roodheid en ontsteking in het geopereerde gebied. In de brief die de uroloog van het ziekenhuis op 21 maart 2022 aan de andere huisarts heeft gezonden, valt onder het kopje “Anamnese” te lezen: “Sinds gister om 16.00 uur geleidelijk aan pijn aan de linker kant van de balzak, pijn nam steeds meer toe. Pijn continu aanwezig. Kreeg ook koorts. Balzak zag er meer gezwollen uit, geen roodheid. Harde bal de hele balzak.” Hieruit leidt het college af dat de balzak van klager op 20 maart 2022 niet rood was. Het college acht het dan ook niet aannemelijk dat er al op 18 maart 2022 sprake was van roodheid en dientengevolge van een infectie of ontsteking, zoals door klager beschreven.

    Daar komt nog bij dat het voor Fournier’s gangreen kenmerkend is dat de infectie die de gangreen veroorzaakt, zich snel uitbreidt en dat binnen enkele uren een septische shock kan ontstaan. Naar het oordeel van het college is dit wat er bij klager, nadat hij op 21 maart 2022 in het ziekenhuis was opgenomen, helaas ook is gebeurd. Het moment waarop Fournier’s gangreen zich bij klager heeft geuit, ligt dan ook niet op 18 maart 2022, toen de huisarts klager zag, maar drie dagen later, op 21 maart 2022, toen klager zich reeds op de spoedeisende hulp van het ziekenhuis had gemeld. Het college is van oordeel dat de huisarts, door op 18 maart 2022 een afwachtend beleid te adviseren, niet is tekortgeschoten in de zorgverlening. De huisarts heeft dus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klachtonderdeel 1 is dan ook ongegrond.

    Klachtonderdeel 2: dossiervoering

    3.4      Het college neemt als uitgangspunt dat een medisch dossier primair ertoe dient om het belang van een goede zorgverlening aan de patiënt(e) te waarborgen. Belangrijk is dan ook dat dossiergegevens toegankelijk en raadpleegbaar zijn en blijven. Het is meer in het bijzonder in het gezondheidsbelang van de patiënt(e) dat zijn of haar gegevens in het medisch dossier juist zijn en dat deze niet hetzij per ongeluk, hetzij opzettelijk nadien ten onrechte worden gewijzigd of aangevuld zonder dat dit uit het dossier blijkt. Het college verwijst naar de KNMG Richtlijn ‘Omgaan met medische gegevens’ van juni 2021.

    3.5      Ter zitting heeft klager toegelicht dat hij aan de huisarts op 18 maart 2022 had meegedeeld dat hij vanwege gordelroos gabapentine èn prednisolon voorgeschreven had gekregen. Volgens klager is het eenvoudig om wijzigingen aan te brengen in een medisch dossier dat, zoals in zijn geval, in Word is opgemaakt. De huisarts heeft in het medisch dossier van klager in het algemeen genoteerd dat klager vanwege een gordelroosinfectie medicatie had, maar de specifiek voorgeschreven medicijnen niet benoemd. Volgens klager kon de huisarts het medicijn prednisolon aanvankelijk wèl hebben genoteerd, maar later  eenvoudig uit het medisch dossier van klager hebben verwijderd.

    3.6      Zijdens de huisarts is hiertegen ingebracht dat klager op 18 maart 2022 enkel de gabapentine heeft gemeld en niet heeft meegedeeld dat hij ook prednisolon had voorgeschreven gekregen. Als klager dat wel had gemeld, had de huisarts allerlei vragen gesteld omdat prednisolon, anders dan gabapentine, niet bij gordelroos past. De huisarts heeft in het medisch dossier van klager geen wijzigingen aangebracht. In elk dossier kunnen achteraf wijzigingen worden aangebracht die niet te zien zijn, zo is zijdens de huisarts aangevoerd.

    3.7      Het college stelt vast dat de huisarts het medisch dossier van klager in Word heeft opgemaakt. Dit betekent dat in geval van onduidelijkheid achteraf, zoals hier, over wat er tussen de huisarts en klager is besproken, niet eenvoudig is vast te stellen wat de huisarts genoteerd heeft en of er op enig moment mogelijk wijzigingen in het medisch dossier van klager zijn aangebracht. Het moment van het noteren van gegevens in het medisch dossier en de inhoud daarvan zijn hierdoor niet toetsbaar gemaakt. Daarmee is naar het oordeel van het college een goede zorgverlening aan klager niet gewaarborgd. Het college is van oordeel dat de huisarts door het medisch dossier van klager in Word op te maken, een verouderde wijze van dossiervoering heeft gehanteerd. Het college verwijst naar de richtlijn ‘Adequate dossiervorming met het electronisch patiëntendossier (ADEPD)’ van het Nederlands Huisartsen Genootschap uit 2019. Op het moment van de ingreep waren er digitale systemen met een zogenaamde ‘logboekfunctie’ beschikbaar, die algemeen binnen de beroepsgroep werden aanvaard en gebruikt. Deze functie maakt het mogelijk om toevoegingen aan of wijzigingen van een medisch dossier eenvoudig vast te stellen. Klachtonderdeel 2 is in zoverre gegrond.

    3.8      Of klager aan de huisarts op 18 maart 2022 ook daadwerkelijk had gemeld dat hij prednisolon had voorgeschreven gekregen, heeft het college niet kunnen vaststellen. De huisarts ontkent dat. Het college overweegt dat in gevallen waarin de lezingen van partijen over de feitelijke gang van zaken uiteenlopen en niet kan worden vastgesteld welke van beide lezingen aannemelijk is, een verwijt dat gebaseerd is op de lezing van klager in beginsel niet gegrond is. Dit berust niet op het uitgangspunt dat het woord van klager minder geloof verdient dan dat van (in dit geval) de huisarts, maar op de omstandigheid dat voor het oordeel dat een bepaalde gedraging of bepaald nalaten verwijtbaar is, eerst moet worden vastgesteld dat er een voldoende feitelijke grondslag voor dat oordeel bestaat. In zoverre is klachtonderdeel 2 ongegrond.

    4. De maatregel

    4.1      Nu klachtonderdeel 2 deels gegrond is, moet het college bepalen welke maatregel daarbij past. De huisarts heeft in het geval van klager een verouderde wijze van dossiervoering gehanteerd, die de huisarts in de toekomst dient aan te passen. Uit het dossier en ter zitting is niet gebleken dat de huisarts al stappen in die richting heeft gezet. Alles afwegend, is het college van oordeel dat de maatregel van waarschuwing het beste past bij het gegrond verklaarde klachtonderdeel en de omstandigheden van de zaak.

    4.2      Om redenen aan het algemeen belang ontleend, zal deze beslissing (op de voet van artikel 71 Wet BIG) worden gepubliceerd. Dit algemeen belang is erin gelegen dat andere huisartsen mogelijk lering kunnen trekken uit wat hiervoor onder 3.4 tot en met 3.7 is overwogen.

    5. De beslissing

    Het college:

    • verklaart klachtonderdeel 1 ongegrond;
    • verklaart klachtonderdeel 2 deels gegrond;
    • legt de huisarts op de maatregel van waarschuwing;
    • bepaalt dat deze beslissing, nadat deze onherroepelijk is geworden, geanonimiseerd bekend wordt gemaakt in de Nederlandse Staatscourant en ter publicatie wordt aangeboden aan het tijdschrift Medisch Contact.

      Aldus beslist door M.J.H.A. Venner-Lijten, voorzitter, A.M. Bossink, lid-jurist,

      W.F.R.M. Koch, B.C.A.M. van Casteren-van Gils en J.D.M. Schelfhout,

      leden-beroepsgenoten, in aanwezigheid van N.A.M. Sinjorgo, secretaris, en uitgesproken door N.B. Verkleij op 11 april 2023 in aanwezigheid van de secretaris.

      Meer tuchtrecht:

      Tuchtrecht
      • Simone Paauw

        Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

      Op dit artikel reageren inloggen
      Reacties
      • J.B.E. Hulshof

        GGZ-arts, Wolfheze

        Ik vind het hele uitgangspunt zoals bij 3.7 bovenstaand genoemd griezelig. De betrouwbaarheid c.q. de falsifieerbaarheid van dossiergegevens wordt ter discussie gesteld. Datgene dat in eerste instantie in een dossier wordt geschreven zou heilig zijn.... Wijzigingen daarin worden a priori als frauduleus neergezet. Echter, om eens iets te noemen: er is principieel altijd volop ruimte om gegevens in te voeren lang na het patientcontact of voor vermelden van hindsight knowledge of nagekomen overwegingen of niet eerder genoemde bevindingen, of iets anders te vermelden dan wat in werkelijkheid heeft plaatsgevonden in de spreekkamer. Of om notities aan te passen ivm. b.v een foutief ingevoerde numerieke labuitslag of om zoiets simpels als info per abuis in het verkeerde dossier te hebben gezet. Te goeder en te kwader trouw. Een HIS is altijd beter dan Word, maar is geen garantie tegen het invoeren van onjuiste of onware gegevens. Primair moet iedereen er van uit kunnen gaan dat een hulpverlener naar eer en geweten de juiste informatie in een dossier zet en gebleken onjuistheden achteraf moet kunnen aanpassen, met uiteraard een notitie over de aanpassing. Een patientendossier dient om de geleverde zorg te documenteren en niet achteraf als hard bewijs voor tuchtrecht- of strafrechtgegevens te worden misbruikt. Primair moet vertrouwen in de zorgverlener en de geleverde zorg staan.

      • J.M.C. van Dam

        Psychiater, Amsterdam

        Ik zou iedereen in deze discussie willen aanraden de KNMG richtlijn “omgaan met medische gegevens” te lezen.
        De tuchtrechter toetst aan bestaande protocollen en richtlijnen die beroepsgroepen zelf opstellen.
        Zo is het hier ook gebeurd. En, helaa...s voor jou Menno, zegt deze richtlijn dat dossier er ook is om op getoetst te worden. Niet primair, wel bijkomend.
        Anne-Marie van Dam

        • M.D. Oosterhoff

          psychiater, Thesinge

          In de betreffende richtlijn lees ik nergens, dat je een dossier zou moet inrichten dat duidelijk is wanneer je er iets in hebt veranderd.
          Er staat ook: Daarnaast kan het medisch
          dossier een rol spelen bij het afleggen van verantwoording over het m...edisch handelen, zoals bij
          klachten en claims, ook al is het daar niet primair voor bedoeld. Dat het een rol kan spelen betekent niet dat je een dossier ook zo moet inrichten dat het gericht is op juridisch verweer.
          Als de tuchtrechter toetst aan deze richtlijn zou ik graag van je horen wat in deze richtlijn een waarschuwing wegens het hebben van een dossier in word rechtvaardigt. Misschien met paginanummer? Dat zoekt makkelijker op

          • J.M.C. van Dam

            Psychiater, Amsterdam

            Artikel 3.1
            Bovenaan blz 53
            De beveiligingsmaatregelen dienen daarom ook ter voorkoming dat gegevens per ongeluk of onrechtmatig of anderszins verloren gaan.
            Onderaan artikel 3.1 staan de NEN-normen, die ook over logging gaan.
            Nu ken ik die niet... en heb ook geen zin om die te gaan lezen.
            Wel zit ik bij mijn bedrijf in een werkgroep waardoor ik weet dat alles gelogd wordt: veranderingen maar ook wie er een dossier aanklikt.

            Overigens vind ik deze discussie tussen dokters bijzonder interessant, maar ik weet ook dat de juristen in het Tuchtcollege alle wet- en regelgeving nauwgezet doornemen voor een zitting. Zij hebben er voor gestudeerd. Wij, als ledenberoepsgenoten ( met de voeten in de klei) zijn ervoor om uit te leggen hoe de dingen in de praktijk gaan.
            Ik neem aan dat de juristen en huisartsen in het college dit met elkaar bediscussieerd hebben. Jij bent tegen het tuchtrecht en dat is prima natuurlijk ( misschien moet je toch eens komen bij een workshop van mij opdat we er eens live over kunnen discussiëren), maar om met gebrek aan kennis en opleiding nu alles in twijfel te trekken, gaat mij weer wat ver.
            Anne-Marie
            PS ik stop nu weer met reageren

            • M.D. Oosterhoff

              psychiater, Thesinge

              Ik ben niet tegen het tuchtrecht, maar ik ben tegen de huidige manier van functioneren van het tuchtrecht omdat het meer kwaad doet dan goed.
              Om juristen te geloven op hun blauwe ogen vind ik naïef. De passage die je aanhaalt gaat over de verplichti...ng ervoor te zorgen dat dingen niet verloren gaan. Dat er een verplichting is te loggen lees ik niet.
              Jij zit in het tuchtcollege en inderdaad om de juristen uit te leggen hoe het in de praktijk gaat. Daar zou dus bij passen in mijn ogen om duidelijk te maken, dat het loggen van gegevens niet een verplichting is die past bij de klinische praktijk. Maar goed. Je hebt al aangegeven niet meer te reageren en we hebben het er al eerder over gehad dat we fors verschillen wat betreft onze beoordeling van de bijdrage van het tuchtrecht aan de verbetering van de zorg.

              • M.D. Oosterhoff

                psychiater, Thesinge

                Coll. van Dam haalt de NENnormen aan. Daaraan moet de electronische opslag van gegevens voldoen. Maar er staat nergens in de richtlijn dat je verplicht bent tot een electronisch dossier. Zelfs een geschreven dossier is nig toegestaan. War betreft dok...ter vertrouwen op hun blauwe ogen. Dat is precies waarom het gaat. Vertrouwen wordt vervangen door controle. Dan krijg je bureaucratie.
                Ik zal de KNMG vragen of je een papieren dossier mag hebben.

              • J.M.C. van Dam

                Psychiater , Amsterdam

                Allerlaatste reactie:
                In de NEN staan de logging-eisen, daar moet de opslag van medische gegevens aan voldoen.

                En dokters moeten we wel op hun blauwe ogen geloven?

      • M.D. Oosterhoff

        psychiater, Thesinge

        Absurd
        De KNMG stelt: De wet stelt geen inhoudelijke eisen aan de wijze waarop een medisch dossier wordt ingericht of vormgegeven. De dossierplicht bepaalt alleen dat de arts relevante informatie bijhoudt over de behandeling of begeleiding van een ...patiënt.

        Eisen dat het gebeurt op een manier dat je later kunt zien wanneer het is ingevoerd maakt van het medisch dossier een juridisch gebeuren. Daar is het niet voor bedoeld.

        • J.A.H. Holslag

          arts-ontwikkelaar, Arnhem

          Eens. En daar zijn de dossiers ook nooit voor ontworpen. De huisarts is daarnaast vaak praktijkeigenaar en heeft daarmee vrijwel volledig controle over de gegevens, ook in een His dat wel aan de richtlijn voldoet. Dus elke huisarts kan in principe a...lle dossier informatie en alle logboek informatie aanpassen of verwijderen, zonder dat de patient of de tuchtrechter dat kan controleren.
          Prima dat de tuchtrechter huisartsen toetst aan de beroepsnormen zoals de NHG "Richtlijn Adequate dossiervorming met het EPD".
          Maar de redenering die hier gebruikt wordt snijdt dus geen hout.

        • Huisarts, Utrecht

          Jawel, dat heet logging en is wettelijk verplicht voor electronische medische dossiers. U kunt het nalezen in de Wabvpz en de AVG

      • P. Stam-Sentjens

        Huisarts, Bussum

        Ik lees vaker uitspraken waarbij de klacht ongegrond verklaard wordt maar de commissie zelf een andere klacht bedenkt en daar een uitspraak over doet. Waarom is dat en kan dat zomaar

        • J.M.C. van Dam

          Psychiater, Amsterdam

          Nee dat kan ook niet.
          De beoordeling van een tuchtklacht betreft de ingediende klachten.
          Zie 3.2 in de gehele uitspraak waarin staat dat er geklaagd wordt over de dossiervoering.
          Anne-Marie van Dam

      • P.N. de Bree

        anios seh, Rotterdam

        Dossiervoering in Word? Is dit een grap?

        • C.D. Spencer-van den Braken

          huisarts

          Ik heb nu al medelijden met de huisarts die het word dossier over moet nemen door bijvoorbeeld een verhuizing van de patient naar een nieuwe huisarts. Wat een potentiële zoektocht! Wel een beter handschrift dan op de meeste groene kaarten was te zien..., dat dan weer wel.

          • K. Balwant-Gir

            Huisarts , Rotterdam

            Wel in de context blijven van het feit dat dit alleen een pt betreft voor een eenmalige ingreep, dus kortdurende behandelrelatie. Als de pt verhuisd gaat alleen het dossier van de eigen huisarts met de brief die naar hem/haar is gestuurd mee naar de ...volgende huisarts.

            De uitspraak is er wederom één waar je je vraagtekens bij kunt hebben. Een groene kaart van vroeger kon je ook vervangen. Wat voegt je dossiervorming toe aan de kwaliteit van de geleverde zorg. Vroeger was het bedoeld als aantekening voor de dokter zelf zodat hij wist wat hij of zij had gezien en wat er evt verder gedaan moest worden om voort te borduren op je eigen beleid.

            Tegenwoordig is een dossier veranderd in een juridische dossiervormingen omdat we met zijn allen zijn doorgeslagen in wantrouwen!

            Graag terug naar de basis en het huidige tuchtcollege op de schop. Klagen moet kunnen, maar we moeten ook niet vergeten dat de geneeskunde niet zwart-wit is.

       

      Cookies op Medisch Contact

      Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.