Tuchtrecht
Simone Paauw
Simone Paauw
15 minuten leestijd
Tuchtrecht

Neuroloog moest Veilig Thuis wel inschakelen bij hersenbeschadiging baby

Uitspraak: ongegrond

3 reacties
Getty Images
Getty Images

Een meisje van twee maanden oud krijgt in juni 2022 thuis een wegraking. Haar vader reanimeert haar, waarna ze met spoed wordt opgenomen op de kinderintensivecare. Eerder is ze al frequent door artsen gezien in verband met overstrekken en bleek zien.

Drie dagen na het begin van de opname vertelt de vader zijn dochter bij het oppakken tijdens de wegraking ‘een keer goed te hebben geschud’. Dat duurde, volgens hem, ongeveer één of twee seconden. Twee dagen later laat de neuroloog, over wie deze tuchtzaak gaat, een MRI van de grote hersenen maken.

Daaruit blijkt dat er sprake is van ernstige afwijkingen. Er zijn bloedingen te zien tussen de hersenen en de schedel en ook uitgebreide afwijkingen in de hersenen zelf. De neuroloog vermoedt dat dit is veroorzaakt door toegebracht letsel; de kans dat het gaat om zeldzame aandoeningen schat zij laag in.

De neuroloog bespreekt de casus vervolgens met een medewerker en een vertrouwensarts van Veilig Thuis en brengt de ouders er daarna van op de hoogte dat zij melding wil doen van mogelijke kindermishandeling. Die melding brengt met zich mee dat de ouders alleen onder toezicht bij hun dochter kunnen zijn. Ook doet Veilig Thuis een melding bij het Openbaar Ministerie, dat een onderzoek instelt.

Enkele maanden later dienen de ouders bij het Regionaal Tuchtcollege Zwolle een klacht in. Zij verwijten de neuroloog onder meer dat zij niet volgens de KNMG-meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld te werk is gegaan, dat ze haar beroepsgeheim heeft geschonden, een onzorgvuldige en voorbarige melding heeft gedaan bij Veilig Thuis en dat zij door haar toedoen onderwerp zijn geworden van een strafrechtelijk onderzoek. Het tuchtcollege oordeelt dat al deze klachten ongegrond zijn. De neuroloog besprak de casus in eerste instantie anoniem met Veilig Thuis en heeft ook de andere stappen uit de meldcode op de juiste manier en zorgvuldig doorlopen. Wat het tuchtcollege betreft is er ook geen sprake geweest van al te stellige of voorbarige conclusies door de neuroloog. Dat de melding bij Veilig Thuis voor de ouders ingrijpende consequenties heeft gehad, kan de neuroloog eveneens niet tuchtrechtelijk worden verweten.

Of in een later stadium (strafrechtelijk) bewezen is dat het inderdaad om toegebracht letsel ging – of dat er wellicht toch een andere oorzaak aan het licht is gekomen – komt niet naar voren uit de uitspraak. Dat is best lastig bij het geven van een mening over deze tuchtzaak, vindt neuroloog Geert Sulter. ‘Maar dat is ook de realiteit, je hebt in zulke situaties nooit 100 procent zekerheid over de oorzaak van het letsel. Maar gezien het beeld, kán het bijna niet anders dan toegebracht letsel zijn. Ik denk dat de neuroloog het goed heeft aangepakt. Zij heeft het beste willen doen voor de patiënt en heeft de emotionele inspanning van een melding bij Veilig Thuis doorstaan. Het levert haar alsnog een tuchtrechtelijke procedure op. Ik vind het absoluut terecht dat de klacht ongegrond is verklaard.’

volledige uitspraak:

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle d.d. 11 juli 2023

Beslissing van 11 juli2023 op de klacht van:

A en B, wonende in C, klagers, gemachtigde: mr. S.T. van Berge Henegouwen, werkzaam in Maastricht,

tegen

D, neuroloog, werkzaam in E, verweerster, hierna ook: de neuroloog, gemachtigde: F, werkzaam in E.

1. De zaak in het kort

1. G, de minderjarige dochter van klagers, heeft op 25 juni 2022 thuis een wegraking gekregen. Vader heeft basic life support toegepast waarna ze met spoed naar H werd vervoerd en daar werd opgenomen op de kinder-intensive care. Tijdens de ziekenhuisopname is op 30 juni 2022 een MRI-cerebrum (MRI van de grote hersenen) gemaakt. De MRI liet zien dat er sprake was van ernstige afwijkingen. Verweerster heeft de MRI in een team van neuroradiologen en kinderneurologen besproken en zij concludeerden dat toegebracht letsel bovenaan in de differentiaaldiagnose stond. Dit volgde ook al uit de bevindingen van de oogarts die eerder in consult was geroepen. Deze arts kon de retinabloedingen niet verklaren door de door vader omschreven acties bij de basic life support. Ook deze afwijking zou het beste passen bij niet-accidenteel letsel.

2. Verweerster heeft de casus besproken met Veilig Thuis, die adviseerde een melding van een vermoeden van kindermishandeling te doen. Verweerster heeft de uitslag van de MRI en het voornemen tot het doen van een melding met klagers besproken. Na de melding heeft Veilig Thuis een onderzoek en begeleiding opgestart, wat leidde tot vergaande maatregelen ten opzichte van klagers, waaronder inbreuk op hun privacy, inperking van hun privacy bij hun omgang met G, en top-teen-onderzoeken bij hun andere dochter. 

4. Het college komt tot het oordeel dat verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld en dat de klacht ongegrond is. Hierna licht het college dat toe.

2. De procedure

2. Het college heeft de volgende stukken ontvangen:

  • het klaagschrift met de bijlagen, ontvangen op 12 oktober 2022;
  • het verweerschrift met de bijlagen;
  • de e-mail van de gemachtigde van klagers, binnengekomen op 1 februari 2023, met als bijlage de second opinion van I;
  • het proces-verbaal van het op 17 februari 2023 gehouden mondelinge vooronderzoek;
  • de brief van de gemachtigde van verweerster, binnengekomen op 23 maart 2023, met als bijlagen het verpleegkundig dossier over de opnameperiode 25 juni 2022 tot en met 1 juli 2022 en de groeicurve en schedelomtrekgegevens over de periode 20 april 2022 tot en met 3 maart 2023.

2. De zaak is behandeld op de openbare zitting van 9 juni 2023. De partijen zijn verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De gemachtigden hebben pleitnotities voorgelezen en aan het college en de andere partij overhandigd.

3. De feiten

3.1       G is na haar geboorte op 20 april 2022 frequent door artsen van J te K (hierna: J) gezien in verband met overstrekken en bleek zien. Op 25 juni 2022 kreeg zij thuis een wegraking en heeft vader basic life support toegepast. Daarna is zij met spoed naar H  vervoerd waar zij werd opgenomen op de kinder-intensive care.

3.2       Op 28 juni 2022 noteerde de arts-assistent van de intensive care onder meer in het medisch dossier:

“Bij navraag vertelt vader haar bij het oppakken bij de wegraking een keer goed te hebben geschud, ca 1-2 seconden.”

3.3       Verweerster is op 29 juni 2022 bij de behandeling van G betrokken geraakt en heeft opnieuw een anamnese afgenomen. Zij heeft een MRI-cerebrum (MRI van de grote hersenen) aangevraagd, die op 30 juni 2022 is gemaakt. De conclusie luidde:

“• Schil subduraal hygroom en hematoom langs de convexiteit van de beide supratentoriële hemisferen, conform eerdere CT. Ook meerdere microbloedingen intracerebraal. D.d. NAI, stollingsstoornis (eventueel hematologische afwijking).

• Min of meer symmetrisch uitgebreide gebieden van diffusierestrictie intracerebraal, meest uitgesproken pariëto-occipitaal beiderzijds met betrokkenheid van het splenium corpus callosum maar ook hogerop in de frontaalkwab beiderzijds. DD hypoxische encefalopathie, metabole ischemie (b.v. hypoglykemie), mitochondrieel of NAI.

• Ook diffusierestrictie dorsaal in de thalamus beiderzijds, wel mogelijk in het kader van status epilepticus.

• Geen cerebrale aanlegstoornissen.”

3.4       De arts-assistent oogheelkunde noteerde op 28 juni 2022 onder meer in het medisch dossier:

“Conclusie Meisje van 2 maanden met retinabloedingen en uit status kindergeneeskunde:

3. Wegraking 25-5 wv kortdurend BLS 2,5 minuut en bij navraag vertelt vader haar bij het oppakken bij de wegraking een keer goed te hebben geschud, ca. 1-2 seconden. […]

Retinabloedingen dd/

-Niet accidenteel letsel (BLS en schudden 1-2 sec zo kortdurend zijn niet verklarend voor deze mate van bloedingen)

-Intracranele drukverhogingen (echter dan zijn bloedingen vaak beperkt tot papil, dit is uitgebreider)

-Leukemie (onwaarschijnlijk op deze leeftijd)

-Ernstige anemie en thrombocytopenie

-Hypertensie (Normale bloeddruk NIBD 98/52 mmHg)

-Traumatische partus (echter deze bloedingen verdwijnen meestal na 4-6 weken)

NB convulsies veroorzaken geen retinabloedingen

NB stollingsstoornissen veroorzaken zelden retinabloedingen die meestal beperkt zijn tot de achterpool van het oog (dit is uitgebreider)”

3.5 Op 30 juni 2022 schreef de arts-assistent intensive care onder meer:

“MRI-uitslag telefonisch besproken met L, in overleg met meerdere teamleden (D, L, M) besloten om dit 01-07 met ouders te bespreken na de overdracht zodat dit nog in het bredere team besproken kan worden. Ouders via verpleging op de hoogte: 9.30 i.p. gesprek.”

3.6 Op 1 juli 2022 noteerde verweerster in het medisch dossier onder meer:

“Datum overleg: 1-7-2022, 10u.

[…]

Aanwezig: vader, moeder, vpk, collega N (aios neurologie), D (fellow kneu)

Slecht nieuws. We zien op de MRI zowel het bloed tussen de hersenen en de schedel, maar nu ook uitgebreide afwijkingen in de hersenen zelf. Dit past bij een tekort aan zuurstof, waarvan we de oorzaak op dit moment niet zeker weten. We vermoeden (op basis van de MRI) dat de kans het grootst is dat er sprake is van toegebracht letsel, ook de gevonden retinabloedingen passen hierbij. DD: metabole of mitochondriele aandoening: dit zullen we nog gaan onderzoeken met het genetisch onderzoek (bij G en beide ouders, uitslag met 2-3wk) - het gaat om zeldzame aandoeningen die we uiteraard gaan onderzoeken maar de kans hierop schatten wij laag. Volgens protocol zullen we skeletfoto’s laten maken, ouders akkoord. En volgens protocol melden we dit bij VT, zij zullen waarschijnlijk vandaag nog contact opnemen met ouders om de mogelijkheid van toegebracht letsel nader te onderzoeken en adviseren ons over maatregelen voor de veiligheid van G.

We bespreken nog wat de gevonden afwijkingen in de hersenen kunnen betekenen: er zijn uitgebreide afwijkingen aan de achterkant van de hersenen, icm wat ouders eerder al vertelden, dat ze niet gericht kijkt, doet vermoeden dat er sprake is van functionele slechtziendheid of blindheid. Van de afwijkingen in de rest van de hersenen kunnen we minder specifiek zijn, er zouden problemen op meerdere domeinen kunnen optreden (motorisch, cognitief, taalspraak, gedrag), maar de hersenen van jonge baby’s zijn nog volop in ontwikkeling, dus of en in welke mate is nu heel moeilijk te zeggen.

Ouders geschrokken, verdrietig, denken dat het eigenlijk niet kan dat er sprake is van toegebracht letsel, geven aan dat het belangrijk is om uit te zoeken en willen hier volledig aan meewerken. Is voor het verstrekken van gegevens aan derden toestemming gevraagd en/of verkregen;

Toestemming is gekregen voor het verstrekken van gegevens aan derden ja”

3.7       Verweerster heeft de casus op 1 juli 2022 rond 9.45 uur met een medewerker van Veilig Thuis besproken en daarna, om 11.30 uur, met een vertrouwensarts van Veilig Thuis. Verweerster heeft om 10.00 uur klagers op de hoogte gebracht van haar voornemen een melding van mogelijke kindermishandeling te doen. De melding bracht mee dat er een vier-ogen-beleid werd ingesteld, wat betekende dat klagers alleen nog op vastgestelde tijdstippen bij G konden zijn en steeds onder toezicht. Op 1 juli 2022 om 12.27 uur heeft verweerster de melding aan Veilig Thuis gedaan. Via Veilig Thuis is de melding naar het Openbaar Ministerie doorgezet, dat een onderzoek heeft ingesteld (of mogelijk nog gaat instellen). 

3.8       De melding aan Veilig Thuis bevat onder meer de volgende informatie:

“1. Welke signalen van acute en/of structurele onveiligheid hebt u? Denk aan, wat gebeurt/ gebeurde er feitelijk (aard/ernst/frequentie van de onveiligheid)?, Wat hebt u zelf gezien en gehoord (waar, wanneer en hoe)?

G werd 25-6-22 opgenomen ivm onverklaard incident van niet-reactief zijn. Vader heeft haar stevig opgepakt en 1-2 keer geschud, BLS toegepast (reanimatie en beademen) voor een paar minuten. Aanvullend onderzoek toont retinabloedingen en MRI afwijkingen (subduraal hematoom en hygroom als afwijkingen aan de hersenen zelf). We schatten in dat deze afwijkingen niet alleen verklaard kunnen worden door het event van 25-6-22.

Er wordt ook nog aanvullend onderzoek (genetisch) ingezet naar somatische oorzaken

[…]

4. Welke verwachting(en) heeft u van Veilig Thuis?

- advies over veiligheid van G tijdens en na ziekenhuisopname

- contact met gezin, nagaan veiligheid andere familieleden, vader/moeder/zus O

- traject inzetten om na te gaan of er sprake is van toegebracht letsel”

4. De klacht en de reactie van de neuroloog

4. Klagers verwijten de neuroloog dat zij niet volgens de KNMG Meldcode Kindermishandeling en Huiselijk Geweld 2018 heeft gehandeld. Zij heeft in stap 2 haar beroepsgeheim geschonden tijdens de melding bij Veilig Thuis;

5. er stappen van de code zijn overgeslagen, alternatieve oorzaken zijn weggelaten en zij een onzorgvuldige en voorbarige melding aan Veilig Thuis heeft gedaan; zo heeft de neuroloog niet naar de voorgeschiedenis van G gekeken (onnatuurlijke hoofdgroei) en heeft zij vooraf geen overleg gehad met eerder behandelende artsen (huisarts en kinderartsen) in J;

7. zij in haar melding het woord ‘stevig’ heeft gebruikt, terwijl dit niet in het medisch dossier staat vermeld en klagers dit woord in geen enkel gesprek hierover hebben benoemd; het woord ‘stevig’ is door hierna betrokken instanties opgevat als synoniem voor ‘agressief’;

10. klagers door haar toedoen onderwerp zijn geworden van een strafrechtelijk onderzoek en onder de aandacht zijn gebracht van het Landelijk Expertise Centrum Kindermishandeling (LECK) en van Veilig Thuis, voor zowel G als haar minderjarige zus.

2. Verweerster stelt dat zij de stappen van de Meldcode wel heeft doorlopen. Zij heeft de casus van G geanonimiseerd met Veilig Thuis besproken. Verder wist zij dat er een voorgeschiedenis was en beschikte zij over het verpleegkundigendossier. Zij oordeelde dat overleg met eerder betrokken kinderartsen niet nodig was. Dat was ook geen verplichting, maar zij heeft wel binnen H overleg gehad. Verweerster twijfelde niet aan het verhaal van klagers, maar op basis van de uitslag van de MRI kon zij niet anders dan een melding doen. Het woord ‘stevig’ was ontlastend voor vader bedoeld omdat hij dit deed in het kader van reanimatie, maar is anders opgepakt door andere instanties. De melding is na het gesprek met klagers gedaan. Verweerster heeft het college verzocht de klacht ongegrond te verklaren.

3. Het college gaat hieronder verder in op de standpunten van partijen.

5. De overwegingen van het college

De criteria voor de beoordeling

5.1       De vraag is of verweerster gehandeld heeft zoals van haar in de gegeven omstandigheden verwacht mocht worden. De norm daarvoor is een redelijk bekwame en redelijk handelende arts, uitgaande van de feiten en kennis op het moment van handelen. Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de voor de zorgverlener geldende beroepsnormen en andere professionele standaarden van dat moment. Dat een zorgverlener eventueel ook anders had kunnen handelen, is niet een voldoende grond voor een tuchtrechtelijk verwijt. Verder geldt het uitgangspunt dat zorgverleners alleen tuchtrechtelijk verantwoordelijk zijn voor hun eigen handelen.

5.2

Schending beroepsgeheim (klachtonderdeel a)

Klagers stellen zich op het standpunt dat verweerster de KNMG Meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld 2018 en haar beroepsgeheim heeft geschonden. Al bij stap 2 van die code heeft verweerster volgens hen de casus namelijk niet anoniem met Veilig Thuis en de vertrouwensarts besproken. 

Het college volgt deze uitleg niet. Uit de als productie 7 door verweerster overgelegde mail d.d. 21 december 2022 van Veilig Thuis blijkt dat verweerster anoniem advies aan Veilig Thuis heeft gevraagd. Uit het als productie 13 door verweerster overgelegde verslag van het gesprek met de vertrouwensarts blijkt dat ook dat overleg op basis van anonieme gegevens heeft plaatsgevonden. Het college heeft geen reden om aan de juistheid van deze stukken te twijfelen. Dit klachtonderdeel mist daarmee feitelijke grondslag en is daarom ongegrond.

5.3

Onzorgvuldige melding (klachtonderdeel b)

Klagers stellen dat verweerster enkel signalen heeft vastgelegd die haar vermoeden bevestigen, maar ontkrachtende signalen niet heeft benoemd. Op het moment van het doen van de melding waren nog niet alle onderzoeksuitslagen bekend. Zij heeft vóór 1 juli 2022 niet met klagers gesproken en ook geen deskundige collega’s om advies gevraagd. 

Het college merkt hierover op dat uit het dossier blijkt dat verweerster heeft gehandeld na kennisneming van de uitslag van de MRI en de rapportage van de arts-assistent oogheelkunde. Deze bevindingen duidden primair op toegebracht letsel en maakten andere oorzaken veel minder waarschijnlijk, zoals het door klagers en in de door hen gevraagde second opinion genoemde hoofdbonken of een a-typische groei van de schedel (waarvoor het medisch dossier overigens geen aanknopingspunten biedt). Dat verweerster niet voor 1 juli 2022 met klagers als ouders heeft gesproken, is niet juist. Uit het dossier blijkt – zoals onder de feiten hiervoor vermeld – dat zij op 29 juni 2022 met de ouders heeft gesproken en de anamnese heeft afgenomen. Ter zitting hebben klagers dat ook bevestigd.

Dat verweerster enkel belastende informatie heeft meegenomen, is het college uit het dossier niet gebleken. In alle verslagen worden alternatieve oorzaken meegenomen. Ook in de aantekeningen van verweerster van 1 juli 2022 wordt gesteld dat “we de oorzaak op dit moment niet zeker weten”. Wel vermeldde zij als vermoeden – op basis van de MRI en de retinabloedingen – dat de kans het grootst was dat er sprake is van toegebracht letsel. Daarnaast wees zij op de mogelijkheid dat er sprake kan zijn van metabole of mitochondriële aandoeningen, waarvoor genetisch onderzoek werd ingezet. Van al te stellige of eenzijdige conclusies is naar het oordeel van het college geen sprake. Volgens de onder de feiten aangehaalde passages uit het medisch dossier blijkt dat verweerster haar afwegingen niet alleen heeft gemaakt, maar na intercollegiaal overleg en in samenspraak met haar supervisor.

De afweging die verweerster heeft gemaakt om niet het aangekondigde genetisch onderzoek af te wachten maar alvast de melding te doen, kan het college volgen en billijken. De kans dat het genetisch onderzoek een bevredigende verklaring van het omvangrijke subduraal hematoom zou opleveren, was klein. Daartegenover stond het veiligheidsbelang van G en haar zusje, dat als dringend werd ingeschat en gediend zou zijn met de melding bij Veilig Thuis. Deze afweging kon zo worden gemaakt, zodat de melding niet als voorbarig kan worden aangemerkt.

Verweerster heeft de ouders om toestemming gevraagd om een melding bij Veilig Thuis te doen. Dat de ouders zich gezien de omstandigheden onder druk gezet voelden om toestemming te geven, kan het college zich voorstellen. Maar dat gegeven betekent niet dat het vragen van toestemming geen redelijk doel dient of dat de toestemming als feitelijk niet gegeven moet worden beschouwd. De vraag om toestemming als zodanig laat ouders in hun waarde en stelt hen in de gelegenheid om mee te werken. Verweerster kan tuchtrechtelijk dan ook geen verwijt worden gemaakt dát zij om toestemming heeft gevraagd, ook al zou zij vermoedelijk de melding ook hebben doorgezet als geen toestemming was verkregen. Van ongepaste druk van de kant van verweerster is niet gebleken.

Het college constateert dat alle stappen uit de meldcode goed, in de juiste volgorde en gedocumenteerd zijn doorlopen. Dat geldt ook voor de afwegingsvragen van stap 5, die zijn vastgelegd in het door verweerster overgelegde meldingsformulier.

Dat verweerster (in samenspraak met haar collega’s) op basis van het dossier eventueel ook andere afwegingen had kunnen maken of voor een andere timing had kunnen kiezen, is tuchtrechtelijk niet relevant, nu de gemaakte afwegingen navolgbaar, legitiem en in overeenstemming met de meldcode zijn geweest.

Het klachtonderdeel is ongegrond.

5.4

Gebruik van het woord “stevig” in de melding en de consequenties daarvan (klachtonderdelen c en d)

Verweerster heeft in de melding aangegeven dat “vader haar stevig [heeft] opgepakt en 1-2 keer geschud, BLS toegepast (reanimatie en beademen) voor een paar minuten”. Klagers stellen dat het woord “stevig” niet in het dossier is terug te vinden. Dit is de eigen veronderstelling van verweerster. Dit woord zou later door andere instanties zijn geïnterpreteerd als agressief of verwijtbaar.

Het college overweegt als volgt. De arts-assistent van de intensive care heeft op 28 juni 2022 genoteerd dat vader G “een keer goed [heeft] geschud, ca 1-2 seconden.” Verweerster heeft in haar dossieraantekeningen van 29 juni 2022 het over oppakken en “een paar keer (1-2) heen en weer [schudden]”. Pas in de melding aan Veilig Thuis komt het woord “stevig” voor. Het college acht het gebruik van deze term niet verwijtbaar. Verweerster was niet verplicht om een term te gebruiken die al letterlijk zo in het dossier stond. Het woord “stevig” is voldoende feitelijk beschrijvend, wijkt niet sterk af van “goed schudden”, en is taalkundig niet synoniem aan agressief, disproportioneel of ongepast en is evenmin diskwalificerend, dubbelzinnig of suggestief. Dat de term door anderen anders geïnterpreteerd zou worden, had verweerster niet hoeven voorzien. Uit de context blijkt verder duidelijk dat het hier gaat om door vader beschreven handelen ter redding van het leven van G. Dat de melding bij Veilig Thuis voor de ouders ingrijpende consequenties heeft gehad, kan evenmin een gegrond verwijt aan verweerster opleveren. Een melding van Veilig Thuis dient ter beveiliging van minderjarigen. Zoals hiervoor bleek, is de melding niet lichtvaardig gedaan. Ook betekent de melding nog niet vanzelf dat er ook een strafrechtelijk of oriënterend justitieel onderzoek volgt. Zoals hiervoor al bleek, heeft verweerster niet stellig geconcludeerd dat er sprake was van een misdrijf noch klagers of één van hen als mogelijke daders aangewezen. De beslissing voor onderzoek door justitie lag ook niet bij verweerster. Raadpleging door politie en justitie van justitiële databases kan bovendien zowel steunbewijs als ontlastend bewijs opleveren. Dat valt op voorhand niet te zeggen en het lag ook niet op de weg van verweerster daarover inschattingen te maken. De klachtonderdelen zijn ongegrond.

Slotsom

5.5

Uit de overwegingen hiervoor volgt dat alle onderdelen van de klacht ongegrond zijn.

Dat betekent dat de verzochte proceskostenveroordeling moet worden afgewezen. Omdat de casus voor de praktijk leerzaam kan zijn (algemeen belang), zal het college gelasten dat de uitspraak geanonimiseerd zal worden gepubliceerd.

6. De beslissing

Het college:

  • verklaart de klacht ongegrond;
  • wijst af de verzochte proceskostenveroordeling;
  • bepaalt dat deze beslissing, nadat die onherroepelijk is geworden, zonder vermelding van namen of andere herleidbare gegevens in de Nederlandse Staatscourant zal worden bekendgemaakt en ter publicatie zal worden aangeboden aan de tijdschriften Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Gezondheidszorg Jurisprudentie en Medisch Contact.

Deze beslissing is gegeven door P.A.H. Lemaire, voorzitter, Th.A. Wiersma, lid-jurist,
A.A.M. Leebeek-Groenewegen, R.H. Boerman en M.W. van de Merwe, leden-beroepsgenoten,
bijgestaan door Y.M.C. Bouman, secretaris, en in het openbaar uitgesproken op 11 juli 2023.

Meer tuchtrecht:
Tuchtrecht neurologie
  • Simone Paauw

    Simone Paauw deed de deeltijdopleiding journalistiek in Tilburg en werkt sinds 2008 als journalist bij Medisch Contact. Ze interviewt het liefst de ‘gewone arts’ met een bijzonder verhaal, bijvoorbeeld voor de rubriek Het Portret. (Gezondheids)recht en medisch tuchtrecht hebben haar bijzondere interesse. Ze heeft aandacht voor diversiteit en inclusie in de breedte, discriminatie en grensoverschrijdend gedrag (op de werkvloer) en de positie van vluchtelingen en vluchteling-artsen. Daarnaast schrijft ze over tal van andere onderwerpen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • J.A. Bruggers

    Huisarts, Groningen

    Deze commentator slaat vaker de plank mis als het gaat om oordelen met kennis achteraf.

    https://www.medischcontact.nl/kennis/tuchtrecht/tuchtzaak/neuroloog-had-defensiever-moeten-handelen

    [Reactie gewijzigd door Bruggers, Jan Arend op 11-12-2023 20:18]

  • Huisarts, Streefkerk

    Bart Bruijn

    "komt niet naar voren uit de uitspraak. Dat is best lastig bij het geven van een mening over deze tuchtzaak,"

    Nee, nee, nee, nee. De strenge blikken door de retrospectoscoop spelen juist een veel te grote rol bij de meeste tuchtzak...en. Die behoren dus bij het beoordelen van de tuchtzaken ook geen rol te spelen, noch bij de beoordeling van het handelen van artsen. Men dient beoordeel te worden naar wat men op dát moment had kunnen weten of vermoeden. Meer niet.

    LEER DAT NU TOCH EENS!

  • G. Oldenbeuving

    Anesthesioloog-pijnspecialist

    Waarom is het voor collega Sulter lastig om een mening te geven over de tuchtzaak als in de uitspraak niet wordt gesproken over de daadwerkelijke oorzaak (toegebracht of niet)?

    Volgens mij beoordeelt het tuchtcollege het handelen van de neuroloog... (mijns inziens zeer zorgvuldig). De daadwerkelijke oorzaak is minder van belang, en zou niet relevant moeten zijn voor een mening over een tuchtzaak.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.