NVVA-voorzitter: Geachte formateur
Plaats een reactieAan u de taak om een nieuw kabinet samen te stellen. Wij zijn ons er terdege van bewust dat dit een mooie, maar ook buitengewoon zware verantwoordelijkheid is. Dat laat echter niet onverlet dat we op het punt staan ons er tegenaan te bemoeien. Wij hebben iets te melden. Iets belangrijks.
Tijdens het bewind Balkenende II bestond de hardnekkige neiging om de ouderenzorg, en dan vooral de verpleeghuizen, te betichten van laksheid en bureaucratie. Dat zou de reden zijn dat er steeds om meer geld voor de ouderenzorg werd gevraagd, zo was de theorie van de regering. Recentelijk illustreerde de premier deze aanname met de uitspraak dat er best nog wel heel veel bespaard kon worden op de overhead in de ouderenzorg.
Nu de feiten. Begin 2005 constateert adviesbureau Berenschot dat de overhead in verpleeghuizen laag is.1 Zo laag dat de zorginstellingen risicos lopen aangaande goede bedrijfsvoering, aldus Berenschot. De overhead bedraagt gemiddeld 11,5 procent. Bij ministeries is het gemiddelde 44 procent.
Tegelijkertijd blijkt dat Twijnstra Gudde, in opdracht van VWS, de kwaliteit van het management in verpleeghuizen heeft onderzocht. Twijnstra Gudde deelt mee dat het management van de twintig onderzochte verpleeghuizen vrijwel altijd adequaat op problemen inspeelt.2 Maar staatssecretaris Ross wilde het onderzoek niet vrijgeven, omdat het niet representatief zou zijn.
Zeer lage overheadkosten, effectief management. Toch gaat het nog niet zoals het zou moeten: september dit jaar komt de Rapportage resultaten Landelijke Prevalentiemeting zorgproblemen 2006 uit.3 Het gelijknamige onderzoek inventariseert de kwaliteit van de basiszorg in zorginstellingen, aan de hand van de themas decubitus, incontinentie, ondervoeding en smetten. Met onthutsende resultaten. Alleen de bestrijding van decubitus heeft effect. De prevalentie van de overige drie, incontinentie, ondervoeding en smetten, blijft gelijk.
Hoe komt dat? Wat is het verschil tussen decubitus en de andere drie? Het verschil is dat decubitusbestrijding op het netvlies van alle betrokken partijen staat. Dus trekt de overheid er geld voor uit, dat vervolgens doelgericht en deskundig wordt ingezet voor evidence-based projecten in decubitusbestrijding. Kortom: hier wordt geïnvesteerd in kwaliteit. Dat loont.
Twee maanden eerder, in juni 2006, vertelt het College Tarieven Gezondheidszorg in het rapport Doelmatigheid verpleeghuizen het volgende: het landelijk gemiddelde van geïndiceerde zorg bedraagt 25,7 uur per week.4 Maar het landelijk gemiddelde van de reëel leverbare zorg is 23, 2 uur. Landelijk is er een wekelijks tekort aan zorg van 2,5 uur per geïndiceerde.
In hetzelfde rapport zegt het CTG over mogelijkheden om de zorg doelmatiger te maken dat vooral de kwaliteitsdimensie als bruikbare determinant naar voren komt en dat de normen voor verantwoorde zorg een belangrijke rol kunnen spelen.
Enfin, waar we naartoe willen, geachte formateur, is dat goede ouderenzorg ontstaat door zinvolle investeringen op basis van relevant onderzoek. Willekeurige beschuldigingen daarentegen werken contraproductief.
Wanneer u het kabinet samenstelt en de relevante themas benoemt, wilt u er dan op toezien dat deze waarheid ook in het bewustzijn van onze nieuwe regeerders leeft?
Roelie Dijkman, voorzitter NVVA
Literatuur
1. Bedrijf in Balans, benchmarkonderzoek overhead V&V instellingen. Berenschot, 2005. 2. De kunst van het aanpassen: verkennend onderzoek adaptief vermogen van gecombineerde verpleeghuizen. Twijnstra Gudde, 2004. 3. Rapportage resultaten Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen. Sectie Verplegingswetenschap Universiteit Maastricht, 2006. 4. Doelmatigheid verpleeghuizen in relatie tot verantwoorde zorg onderzocht. College Tarieven Gezondheidszorg, 2006.
- Er zijn nog geen reacties