Disciplineoverstijgend leren: van CanBetter naar CanDiffer
Meer gelijkwaardige kansen op en met een opleidingsplaats
2 reactiesDoor de opleiding van een aios in te richten als een opleidingsprofiel, past het beter bij de carrière waar de aios voor kiest. Annemijn Algra e.a. pleiten daarom voor meer profielen.
Vraag je medisch specialisten of aiossen naar de meerwaarde van promoveren dan noemen zij vaak allerlei positieve aspecten van een promotietraject. Als promovendi hebben zij zich ontwikkeld tot zelfstandige, nieuwsgierige, kritische en volhardende dokters. Vraag je geneeskundestudenten of basisartsen naar hun motieven om te promoveren dan willen ze vaak de kans op een opleidingsplaats vergroten, zeker als het om de populaire specialisaties gaat. Dit promoveren als ‘strategische’ carrièrekeuze draagt er ongetwijfeld aan bij dat circa een kwart van de promovendi vroegtijdig stopt met hun promotie of kampt met een burn-out.
Toch neemt het jaarlijks aantal gepromoveerde artsen gestaag toe – van 471 in 1990, naar 1679 in 2015. Werden vroeger promotietrajecten gestart naast een carrière als medisch specialist, tegenwoordig promoveren geneeskundestudenten soms zelfs al vóór hun masterdiploma. Maar wat doe je als je je liever op een andere manier profileert om in opleiding te komen? Is daar in de moderne opleiding wel genoeg ruimte voor, of overheerst de ‘verborgen promotieplicht’? Wij pleiten ervoor het aantal opleidingsprofielen uit te breiden zodat er verschillende opties zijn om voor een opleidingsplaats in aanmerking te komen en er meer diversiteit ontstaat onder de assistenten die al in opleiding zijn.
Individualisering
De medische vervolgopleidingen zijn de afgelopen decennia gemoderniseerd. Door persoonlijke opleidingsplannen en het kiezen van keuzestages is individualisering meer centraal komen te staan. In de nabije toekomst zullen veel medisch-specialistische opleidingen worden ingekort, zal het aantal specialistenposities afnemen en wordt ons zorgstelsel steeds complexer. Om die reden krijgt disciplineoverstijgend en competentiegestuurd onderwijs een steeds prominentere rol in de opleidingen. Bij het moderniseren van medisch-specialistische vervolgopleidingen kijkt men verder dan alleen naar het medisch-inhoudelijke domein. Het opleiden aan de hand van CanMeds-competenties was de eerste reactie op deze ontwikkelingen, maar gaandeweg besefte men dat het ‘afvinken’ van een lijst competenties niet automatisch betere dokters oplevert. Daarom werden de CanMeds in 2015 in een nieuw jasje gestoken: ‘CanBetter’.
Het ‘afvinken’ van een lijst competenties levert niet per se betere dokters op
Via specifieke thema’s wilde men de abstracte CanMeds-competenties concreter maken en afstemmen op alledaagse werksituaties. Deze thema’s zijn kwetsbare ouderen, kwaliteit en patiëntveiligheid, medisch leiderschap en doelmatigheid. Alle aiossen moeten vroeg in de opleiding basiskennis opdoen over verschillende disciplineoverstijgende thema’s, maar slechts een deel specialiseert zich in een van deze vier thema’s. Zo zal de ene aios expertise ontwikkelen in de zorg voor kwetsbare ouderen, terwijl een ander leiderschapsvaardigheden verwerft. Veel opleidingsgroepen en -regio’s hebben de CanBetter-thema’s inmiddels in hun opleidingsplannen opgenomen. Kindergeneeskunde heeft bovenstaande thema’s als profielen geïncorporeerd in het nieuwe opleidingsplan ‘Toekomstbestendige Opleiding Pediatrie’ 2020 (TOP2020). Hierin worden aiossen gestimuleerd om voor een specifiek disciplineoverstijgend profiel te kiezen. Sommige van deze profielen overlappen met de CanBetter-thema’s, zoals ‘management en leiderschap’ en ‘kwaliteit en veiligheid’, maar er bestaan ook andere profielen, zoals ‘wetenschap’ en ‘onderwijs’. De specifieke uitwerking van de profielen staat nog in de kinderschoenen, maar ontwikkelt zich snel wat betreft doelstellingen en eindtermen.
Zo kun je voor het profiel ‘onderwijs’ de basiskwalificatie onderwijs halen en bij het profiel ‘management en leiderschap’ passen cursussen over management in de gezondheidszorg of het participeren in een (lokaal) bestuur. Net als bij de CanBetter-thema’s zijn deze profielen ingericht als piramides van kennis: van iedere aios wordt een basisniveau aan kennis over de verschillende disciplineoverstijgende rollen verwacht en verdere expertise wordt ontwikkeld in het gekozen profiel. Een logisch voortvloeisel is dat een promotietraject goed past bij het profiel ‘wetenschap’, maar dat een promotietraject minder vanzelfsprekend is voor aiossen die een ander profiel kiezen. Na een oriënterende fase van circa een jaar aan de start van de opleiding moeten aiossen en opleiders in beoordelingsgesprekken gezamenlijk bespreken welk profiel wat betreft capaciteiten, talenten en ambities het beste bij iemand aansluit. Ook hogerop in de academische hiërarchie wordt gepleit voor meer ruimte voor diversiteit, onder andere middels het Utrechtse initiatief ‘Science in Transition’ (SiT). Om een leerstoel toegekend te krijgen, moeten toekomstige hoogleraren tegenwoordig in een portfolio kunnen aantonen dat zij naast wetenschappelijke ervaring ook goed zijn in disciplineoverstijgende eigenschappen zoals leiderschap, onderwijs geven en maatschappelijke betrokkenheid.
Van CanBetter naar CanDiffer
In CanDiffer worden de CanBetter-thema’s uitgebreid met de profielen ‘wetenschap’ en ‘onderwijs’.
CanDiffer
CanBetter, TOP2020 en SiT zijn mooie initiatieven om individualisering en professionele diversiteit binnen de beroepsgroep te stimuleren en vorm te geven. Een nieuw aspect in het profielensysteem van TOP2020 is dat ‘onderzoek’ en ‘onderwijs’ een eigen profiel hebben gekregen en hiermee ook tot een van de disciplineoverstijgende mogelijkheden behoren. Dit is bij de CanBetter-profielen niet het geval, terwijl in de medische vervolgopleidingen wel veel waarde aan promotieonderzoek en onderwijs wordt gehecht. In de praktijk doen aiossen vaak allebei: wetenschappelijk onderzoek én disciplineoverstijgend onderwijs, met daarnaast soms ook nog onderwijstaken. En dat is, bovenop het reguliere aios-onderwijs en het werk in de klinische praktijk, wel een erg vol balboekje. Ook basisartsen die nog niet in opleiding zijn weten maar al te goed dat promoveren het goed doet bij veel opleidingscommissies. Hierdoor is de keuze tussen promoveren en profileren voor hen snel gemaakt: velen kiezen nog steeds voor het promotiepad als veiligste weg om in opleiding te komen. Juist deze verkapte beloning van wetenschappelijke merites in de vorm van opleidingsplekken, maar ook in de vorm van aanstellingen in maatschappen en vaste stafposities in academische centra, staat professionele diversiteit in de medische vervolgopleidingen wat ons betreft in de weg.
CanBetter kan nog beter worden door ‘onderzoek’ en ‘onderwijs’ aan het keuzemenu toe te voegen en alle keuzes echt gelijkwaardig te maken. Door CanBetter om te dopen tot ‘CanDiffer’ (Dutch Individualisation Format For Education of Residents) (zie figuur) kunnen geneeskundestudenten en aiossen daadwerkelijk kiezen welk disciplineoverstijgend pad ze in hun verdere opleiding willen bewandelen en welke talenten zij, naast medisch vakmanschap, verder willen ontwikkelen. De vervolgopleidingen kunnen leren van het bestaande TOP2020-profielenmodel binnen de kindergeneeskunde. Er zal creatief moeten worden nagedacht om ervaring in domeinen als maatschappelijke betrokkenheid, onderwijservaring en bestuurservaring, op een vaste manier te beoordelen tijdens sollicitatieprocedures. De verborgen ‘promotieprikkel’ is alleen terug te dringen door eerder in de academische carrière (niet pas op hoogleraarniveau) met portfolio’s te gaan werken. Aandacht voor diversiteit moet al veel eerder de standaard worden.
Discussie opstarten
Om de ‘CanDiffer’-mentaliteit bij alle opleidingsgroepen te introduceren, moet het mes aan twee kanten snijden. Enerzijds moeten jonge dokters die nog niet in opleiding zijn ‘nee’ durven zeggen tegen een promotietraject enkel om in opleiding te komen. Anderzijds is het de verantwoordelijkheid van opleiders – vaak hoogleraren en actief in wetenschappelijk onderzoek – om diverse interesses en talenten binnen de opleiding te verwelkomen, zodat de nieuwe lichting aiossen daadwerkelijk de ruimte krijgt om zich als team in diverse richtingen te ontwikkelen.
Er is (nog) geen wetenschappelijk bewijs dat profileren daadwerkelijk ‘betere’ dokters oplevert dan wanneer de meesten promoveren. Toch zien we dat professionele diversiteit en de daarbij behorende autonomie, vrijheid en persoonlijke ontwikkeling, een succesformule is bij bijvoorbeeld de curriculumopbouw van de Nederlandse University Colleges en vernieuwende bedrijven buiten de medische sector.
Met dit betoog willen we vooral een discussie over de (meer)waarde van professionele diversiteit opstarten. We nodigen geneeskundestudenten, basisartsen, promovendi, aiossen, opleiders, decanen, opleidersexperts en andere betrokkenen daarom van harte uit om over ons voorstel te discussiëren, lef te hebben en vooruit te denken. Het ultieme doel is om de al bestaande initiatieven op zo’n manier samen te voegen dat de verschillende talenten van jonge dokters samen onze beroepsgroep, gezondheidszorg en maatschappij verrijken en vooruit helpen.
auteurs
Annemijn Algra, aios en arts-onderzoeker, afdeling Neurologie en Neurochirurgie, Hersencentrum Rudolf Magnus, UMC Utrecht
Marit de Vos, arts-onderzoeker, afdeling Chirurgie, Leids Universitair Medisch Centrum
Joeri Tijdink, psychiater en onderzoeker, afdeling Filosofie, Vrije Universiteit, Amsterdam
contact
a.m.algra-3@umcutrecht.nl
cc: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld door de auteurs.
lees ook download
GJBonte
Neuroloog, Dalfsen
CanMEDS, CanBETTER, CanDIFFER en CanERNIETMEERTEGEN... Voor de laatste vorm kom ik bij mijn collega's vaak in de praktijk tegen... Competenties, afvinken, leiderschapsvaardigheden, kwaliteit en veiligheid, management en leiderschap... Hoe langer en d...uurder de woorden, hoe beter de opleiding, zo lijkt het... En veel collega's halen hun schouders op als ze dergelijke termen horen en hopen dat het hun tijd wel zal duren...
Tijdens mijn waarneming in Terneuzen liep een dag een enigszins bedeesd en vriendelijke Belgische co-assistente met mij mee. Maar ze was medisch inhoudelijk ook erg goed! Iemand die zelf tot de conclusie kwam dat iemand niet dement aan het worden was, maar eenvoudigweg depressief was. Iemand die zelf tot de conclusie kwam dat er bij pijn in de nek en de arm geen sprake was van een cervicaal radiculair syndroom, maar van een probleem in de schouder, en daarbij ook nog in staat was om de schouder adequaat te onderzoeken... Wat een verademing ten opzichte van een groot deel van de Nederlandse co-assistenten, die zelfs een meest basaal neurologisch onderzoek niet kunnen uitvoeren...
Zou het zo CANNEN zijn, dat met alle creatieve gedachten over de opleiden, het moderniseren van de opleidingen, en het ervaring op te doen met het besturen, managen en onderwijzen, de aandacht voor de essentie van het dokter zijn een beetje op de achtergrond is geraakt? Gewoon een goede anamnese afnemen, een goed lichamelijk onderzoek doen, het goede aanvullend onderzoek aanvragen, en dit goed kunnen interpreteren en het daarna goed uitleggen aan patiënten? Mijn wat melancholieke grondgedachte is dat er veel veranderd in de opleidingen, maar lang niet altijd ten goede...
Ik heb een nog veel nieuwere eindterm voor zowel de basisopleiding als ook de medisch specialistische opleiding, en last but certainly not least de huisartsopleiding...
CANdokteren... CAN daar misschien weer een beetje meer aandacht voor komen?
Sebastiaan van Jole
Medical Student / Researcher / Writer, Bangkok
Hallo allemaal ik ben Marjolein