Stappenteller
Column
Plaats een reactieAls ziekenhuisbestuurder kom ik nog eens ergens. Buiten de obligate overleggen, die wij ‘bila’ noemen, zijn er legio mogelijkheden om de bestuurskamer te ontvluchten.
Neem alle ceremoniële verplichtingen, zoals het welkom heten van visitatiecommissies, het rondleiden van de burgemeester of een Kamerlid (koninklijk bezoek is er bij ons nooit, maar tot troost ben ik republikein) of het toespreken van vrijwilligers of een pensionado. Mijn vroegere collega Fred Plukker noemde dat de portefeuille zang en dans.
Daarnaast hebben we veel interne werkbezoeken, dat is de opsnuifrol. Onze wekelijkse ‘lean’-bezoekjes hebben die functie. Dat geldt ook voor de overleggen ‘op locatie’, zoals de kwartaaloverleggen met en bij de werkeenheden. Door die in een spreekkamer op de poli te doen zie je meer dan in alle jaarplannen, verantwoordingsdocumenten en voortgangsrapportages bij elkaar.
En vergeet niet de maandelijkse hoogtepunten: de stafvergadering – voor de liefhebber van cabaret –, of de ondernemingsraad – voor het vormingstheater. En dan is er buiten de deur van alles en nog wat te doen. Als ik wil kan ik elke dag naar een conferentie, een ontbijtwerksessie, een seminar of een diner voor ‘de decision makers in de zorg’ (ja, durf dan maar eens nee te zeggen).
De kunst van besturen is om zoveel mogelijk buiten de eigen werkkamer te blijven. Ik schat mijn score met een kletsnatte vinger op zo’n 50 procent – het zou boeiend zijn om hier eens vergelijkend warenonderzoek naar te doen. Ik heb begrepen dat de stappenteller zinloos is als vitaliteitsaanjager. Maar zo’n ding zou best eens heel waardevol kunnen blijken voor het meten van bestuurlijke effectiviteit.
- Er zijn nog geen reacties