Bedrijfsarts handelt onvoldoende adequaat

Klager verwijt de bedrijfsarts dat zij haar rol van bedrijfsarts niet op een professionele wijze heeft ingevuld en zich niet onafhankelijk heeft opgesteld. Zij heeft zich onrechtmatig door de werkgever laten beïnvloeden, waardoor de werk­gever de re-integratie van klager kon belemmeren.

Ook is de bedrijfsarts hem ten onrechte niet tegemoetgekomen in zijn herhaalde verzoeken om een second opinion. Tot slot zou de bedrijfsarts een te summier medisch dossier hebben bijgehouden en klager na een consult op 10 december 2019 tot aan het eerste consult met haar opvolger op 12 augustus 2020 zonder enige mededeling aan zijn lot hebben overgelaten. Volgens het college heeft de bedrijfsarts onvoldoende gemotiveerd geweigerd een second opinion toe te staan, onvoldoende duidelijkheid verschaft over de afspraken met de werkgever over de terugkoppelingen aan de werknemer en onvoldoende adequaat gehandeld in de begeleiding van klager bij zijn arbeidsconflict met de werkgever. Berisping.

RTG Amsterdam, 12 december 2023

Uitspraak - Overheid.nl | Tuchtrecht