Sneller herstel na oesofagusresectie

Artsen in het Catharina Ziekenhuis zijn erin geslaagd complicaties na een slokdarmkankeroperatie te verminderen en patiënten sneller te laten herstellen, waardoor de ziekenhuisopname kon worden verkort en patiënten minder vaak opnieuw op de intensive care belandden. Dat blijkt uit onderzoek verzameld in het proefschrift waarop Laura Fransen 19 januari promoveerde aan de Universiteit Utrecht.

Conditieverbetering en voeding

Daarin beschrijft ze hoe het zogeheten ERAS-programma (enhanced recovery after surgery) wordt gecombineerd met een programma dat patiënten volgen voor hun operatie (Prepare), waarin veel aandacht is voor conditieverbetering en voeding en waarin ze mentale voorbereiding op de operatie krijgen. Direct na de operatie worden patiënten gestimuleerd uit bed te komen en te bewegen. Ook mogen ze meteen eten en drinken. Dat is in tegenstelling tot de gebruikelijke aanpak waarbij na een oesofagusresectie orale intake wordt uitgesteld uit vrees voor pulmonale complicaties – in het bijzonder de aspiratiepneumonie – en naadlekkage. Het standaardvoedingsbeleid na een oesofagusresectie bestaat daarom doorgaans uit vijf tot zeven dagen postoperatief geen orale intake en een directe start met sondevoeding via een jejunostomie. Uit het onderzoek van Fransen blijkt echter dat patiënten met directe orale voeding significant minder vaak thuiszorg nodig hadden en dat hun kwaliteit van leven sneller op peil was in vergelijking met een controlegroep.