Patiënten met diastolisch hartfalen mogelijk baat bij antiobesitasmedicijn

Antiobesitasmedicijn semaglutide leidt bij patiënten met overgewicht en hartfalen met gepreserveerde ejectiefractie (HF-PEF) tot meer gewichtsverlies en verbetering van symptomen en inspanningsvermogen dan een placebo. Dat concluderen Mikhail Kosiborod e.a. in augustus in The New England Journal of Medicine (NEJM).

De helft van alle patiënten met hartfalen heeft HF-PEF. Anders dan voor ‘klassiek’ hartfalen met afgenomen ejectiefractie, zijn er voor HF-PEF weinig effectieve behandelingen. Chronische inflammatie speelt mogelijk een rol in de pathofysiologie. Het merendeel heeft overgewicht. Onduidelijk is of dit slechts een bijkomende of een oorzakelijke factor is.

Significant gewichtsverlies

Semaglutide is een zogenaamde GLP-1-agonist. Het zorgt voor een vol gevoel, vertraagt de maaglediging en vermindert het gevoel van beloning door eten en bewerkstelligt op die manier een significant gewichtsverlies ten opzichte van placebo.

De onderzoekers behandelden een relatief kleine populatie van 529 patiënten met HFpEF en een BMI van 30 kg/m² of hoger een jaar met ofwel semaglutide, ofwel een placebo. Ze vergeleken vervolgens de kwaliteit van leven gemeten met een gevalideerde vragenlijst (de KCCQ-CSS), en het gewicht. Andere uitkomsten waren onder andere verandering in loopafstand en in het C-reactief proteïne (CRP).

Kwaliteit van leven

Op al deze punten bleek de semaglutidegroep het significant beter te doen. De kwaliteit van leven verbeterde met gemiddeld 16,6 versus 8,7 punten met placebo. Patiënten vielen met semaglutide meer af met een gemiddeld percentage gewichtsverlies van 13,3 versus 2,6 procent. Ze liepen gemiddeld 21,5 versus 1,2 meter verder dan vóór de behandeling en de gemiddelde daling in CRP was groter met semaglutide met 43,5 versus 7,3 procent.

‘Een belangrijke vraag is of louter gewichtsverlies, op welke manier dan ook, ook voldoende zou kunnen zijn om de conditie en symptomen van deze patiënten te verbeteren’, stelt cardioloog Yigal Pinto van het Amsterdam UMC in zijn begeleidend commentaar in NEJM.

De resultaten werden op 25 augustus gepresenteerd op het European Society of Cardiology (ESC) congres in Amsterdam.

DOI: 10.1056/NEJMoa2306963