Laatste nieuws
Eva Kneepkens
Eva Kneepkens
4 minuten leestijd
Wetenschap

Integratie van artsen met een migratieachtergrond: ‘Opleiding doet ertoe!’

1 reactie
Getty Images
Getty Images

‘Het maakt niet alleen uit waar iemand geboren is, maar ook waar je als arts of geneeskundestudent bent opgeleid, want dat heeft een vormende invloed op hoe die persoon het artsenberoep ziet en hoe andere mensen die arts zien’, zegt psycholoog Piet Groot. Hij verdedigde onlangs aan de Universiteit van Utrecht zijn proefschriftover de integratie van artsen met een migratieachtergrond.

‘Een optelsom van factoren leidt ertoe dat iemand integreert. Dat heb ik vanuit meerdere niveaus onderzocht – dat van het individu, de groep, en het instituut – en de boodschap is: opleiding doet ertoe!’ zegt Piet Groot. Hierbij is integratie te beschouwen als het proces van wederzijdse acceptatie. ‘Uniek aan mijn proefschrift is dat ik integratie heb onderzocht vanuit de psychologie én geschiedenis.’ Een opmerkelijke combinatie. Toch is er een raakvlak.

Medisch stereotype

Allereerst een reis naar het verleden. De opleiding tot chirurgijn vond plaats binnen een hechte gemeenschap in een stad. ‘Wij waren benieuwd hoe het gilde met nieuwkomers omging.’ Hiervoor dook hij in het stadsarchief van Amsterdam. Zo ontdekte Groot dat het Amsterdams chirurgijnsgilde in de 18de eeuw veel mensen van buiten de stad accepteerde, maar dat een Amsterdamse opleiding bepaalde of een leerling daadwerkelijk op kon klimmen tot de hoogste trede: meesterchirurgijn. ‘Zo kwamen we op het spoor dat het uitmaakt waar je de opleiding hebt gedaan.’

Om te achterhalen hoe dat nu is, benaderde hij via verschillende kanalen geneeskundestudenten in Nederland. ‘Allereerst vroegen we studenten naar hun beeld van het artsenberoep, wat ik het medische stereotype noem. Ze bleken hun medische rolmodellen hoog in te schatten, en ze denken dat patiënten ook hoge verwachtingen hebben van artsen. Dat betekent dat artsen zowel moreel als competent moeten zijn, én ook nog eens vriendelijk. Er was geen verschil tussen studenten met en zonder een migratieachtergrond.’

Hierbij hield Groot de definitie van het CBS aan voor migratieachtergrond: iemand die zelf buiten Nederland geboren is en/of minstens één ouder heeft die buiten Nederland is geboren. In deze steekproef van zo’n 434 studenten heeft een kwart een migratieachtergrond. Dat komt overeen met het landelijke beeld.

Nóg verhevener beeld

‘Het positieve verhaal is dat je kunt zeggen dat de opleiding er kennelijk toe leidt dat al die studenten eenzelfde positief beeld ontwikkelen van het artsenberoep. Maar er is ook een spanningsveld. Je weet namelijk niet welk proces daaraan voorafgaat. Misschien is het wel zo dat sommigen het gevoel hebben dat ze zich moeten aanpassen aan dat meerderheidsbeeld. Er zijn studies die laten zien dat studenten met een migratieachtergrond zich onder druk voelen staan om aan dat positieve beeld te voldoen.’

Ook in zijn onderzoek vond hij hier aanwijzingen voor. Los van de CBS-definitie vroeg Groot eveneens in welke mate iemand zich met de Nederlandse of niet-Nederlandse identiteit identificeert. ‘Daar zagen we wel een effect. Hoe meer ze zich met hun migratieachtergrond identificeerden, hoe verhevener hun beeld van het artsenberoep was, terwijl dat onder hun medestudenten al erg verheven was. Het lijkt erop dat de studenten die zich erg bewust zijn van hun migratieachtergrond meer druk ervaren om hun best te doen en voor zichzelf nog hogere doelen stellen dan de gemiddelde student.’

Beetje temperen

Een zeer verheven beeld van het artsenberoep. Leggen geneeskundestudenten de lat zo niet erg hoog? ‘Ze blijken moraliteit, competentie en vriendelijkheid erg belangrijk te vinden. Is dat realistisch? Als je kijkt naar hoe ze zichzelf beoordelen, zag je dat ze wel het idee hebben dat ze aan de hoge verwachtingen kunnen voldoen wat betreft moreel gedrag en vriendelijkheid, maar ze zeggen dat hun eigen competentie nog achterblijft bij dat verheven beeld van een arts.’

Wat dit betreft zag Groot een verschil tussen jongere- en ouderejaars. ‘Ik heb geen studenten gevolgd, dus ik kan niet zeggen hoe dat verandert van jaar tot jaar, maar ik heb ze wel gevraagd in welk jaar ze zitten. Dan zag je dat studenten die aan het einde van hun studie zaten het beeld van hoe competent hun rolmodellen zijn een beetje hebben getemperd. Je zou kunnen zeggen dat hun verwachtingen realistischer zijn geworden naarmate de studie vordert. Maar het blijven héél positieve verwachtingen.’

Competenter

Daarnaast deed Groot onder meer een experiment waarin hij deelnemers – ‘patiënten’ – vroeg welke arts ze zouden kiezen als ze een nieuwe huisarts nodig hadden. ‘We lieten ze kiezen tussen vier fictieve profielen van huisartsen met ongeveer dezelfde kwalificaties, maar die profielen verschilden wat betreft het land waar ze zijn geboren en opgeleid. Toen zagen we dat de voorkeur van de deelnemers – het ging hier om Britten – in eerste instantie uitging naar een Britse arts. Maar het bleek ook uit te maken waar die arts had gestudeerd. Dus als de arts in het buitenland was geboren maar in Groot-Brittannië was opgeleid, kozen ze eerder voor die dan een gemigreerde arts die in het buitenland was opgeleid.’ Groot verwacht dat dit ook voor Nederland geldt. ‘We hebben gekeken welk mechanisme daar nou onder ligt. We zagen dat mensen de verwachting hadden dat een arts die in Groot-Brittannië is opgeleid competenter is dan een arts die buiten Groot-Brittannië is opgeleid.’

De laatste tijd is de discussie over loting en decentrale selectie voor de geneeskundeopleiding weer losgebarsten. Volgens Groot hebben instituties, zoals universiteiten, de taak om ervoor te zorgen dat ze zo toegankelijk mogelijk zijn voor studenten met een migratieachtergrond. ‘Wat uit mijn gehele proefschrift naar voren komt, is dat de plaats van de opleiding door de omgeving wordt gewaardeerd, door patiënten en studenten zelf, dus mijn boodschap is: zorg ervoor dat mensen met een migratieachtergrond in het land waar ze wonen, bijvoorbeeld Nederland, toegang hebben tot de geneeskundestudie, want dat draagt bij aan de acceptatie van artsen met een migratieachtergrond.’

Lees ook

Nieuws Wetenschap
  • Eva Kneepkens

    Eva Kneepkens is arts en promoveerde binnen de reumatologie. Na een postacademische cursus wetenschapsjournalistiek en een stage bij de Volkskrant koos ze voor het journalistieke pad. Ze schrijft voor Medisch Contact onder andere over wetenschap, tuchtzaken en inrichting van zorg.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Fachärztin für Radiologie und Nuklearmedizin, Duitsland

    Zijn er empirische aanwijzingen voor de stelling dat juist studenten met een migratie-achtergrond harder hun best te doen? Het nóg verhevener ideaalbeeld kan immers ook een uiting zijn van de positie van artsen in het land van herkomst / de culturele... roots. De Nederlandse samenleving kent artsen zonder meer een aureool toe, in Duitsland bijvoorbeeld is de positie nóg aanzienlijker. Het is dan ook de vraag of het verheven beeld voortkomt uit streven, of uit culturele imprint - of een mix uit beide.

    Hanneke Kouwenberg

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.