Ik wil het niet weten
Plaats een reactie
– Morgen Jan, wat ben je alweer druk op de vroege morgen. Je hebt al koffie zie ik. Wat heb je daar nou op je beeldscherm? Is dat weer zo’n formulier waarop je kunt aankruisen hoe gelukkig je bent in je werk?
– Je zit er niet ver naast. Het is het vragenformulier van het komende bedrijfsgezondheidsonderzoek.
– Gaat dat weer gebeuren? Dat wist ik niet.
– Dat komt omdat jij de interne mededelingen nooit leest.
– Klopt. Daar staat mij te veel managementblabla in.
– Maar dan mis je wel wat. Ik lees altijd de berichten over wie er jarig zijn en wie er jubileren en zo. En zo las ik ook over het pmo, waar je gratis aan mee kunt doen, want onze baas betaalt het onderzoek voor zijn werknemers.
– Waar staat pmo ook alweer voor?
– Preventief medisch onderzoek.
– Ja, nu je het zegt, dat is dat onderzoek waarbij ze je cholesterol bepalen.
– Ab, nu val je me tegen. Of laat je geheugen je in de steek? Dat pmo omvat veel meer dan alleen het bepalen van je cholesterol.
– Dat weet ik wel, maar de mensen zijn nu eenmaal vooral geïnteresseerd in hun cholesterol. Dat bepaalt of ze al of niet kunnen doorgaan met hun ongezonde leventje. Daarom doen ze mee en die vragenlijst nemen ze op de koop toe. Ik ken een bedrijfsarts en die zegt altijd: ‘Het cholesterol is het smeermiddel van het pmo.’
– Ja, zo werkt het misschien wel, maar waarom doe jij dan zelf niet mee? Wil jij dan niet weten hoe je gezondheid ervoor staat?
– Ik heb iets tegen al die vragenlijsten. Alles willen ze tegenwoordig screenen, evalueren en registreren! Trouwens, ik ben veel te bang dat ze iets vinden. Een professor, ik ben zijn naam even kwijt, heeft eens gezegd: ‘Iemand die gezond is, is nog onvoldoende onderzocht.’ Nou jij weer.
– Ab, jij steekt je kop in het zand. Ik zou het niet erg vinden als ik zou horen dat mijn cholesterol aan de hoge kant was. Daar kan ik tenminste wat aan doen.
– Ga je dan honger lijden?
– Nou ja, minder vet eten en matig met alcohol. Dat heb ik voor mijn gezondheid best over.
– Jan, jij bent een serieus mens, dat weet ik, maar ik vermoed dat je van zo’n onderzoek veel te veel verwacht. Die eindeloze stroom berichten over gezondheidsrisico’s zaait alleen maar verwarring. Hier, lees dit eens. Heb ik uitgeprint van internet. ‘Maar wie neemt de uitkomsten van al die screeningsonderzoeken nog serieus? Want de epidemiologie heeft soms veel weg van een reusachtige, trage slinger. Als die naar links zwaait, is het factor A die de ziekte X veroorzaakt. En als-ie naar rechts zwaait, is er een nieuwe studie waaruit blijkt dat A onschuldig is. Dan is B de boosdoener!’ Het is een komen en gaan van risico’s in dat wereldje.
– Tja, dat geeft wel te denken. Ik weet inderdaad niet zo veel van epidemiologie.
– Man, laat je toch niets wijs maken. Die epidemiologen moeten hun onderzoek vaak doen met hun handen vastgebonden op hun rug. Ze baseren zich op dubieuze vragenlijsten, want echt experimenteel onderzoek is ethisch vrijwel nooit mogelijk. En als er dan weleens een echt onderzoek plaatsvindt, zoals in Amerika bij mensen die een CVA hadden doorgemaakt en die, om een recidief te voorkomen, aspirine, een antistollingsmiddel of een placebo kregen, is het huis te klein! En waarom? Omdat de mensen in de placebogroep een effectief geneesmiddel is onthouden, wat twintig mensenlevens heeft gekost! Nee, ik geloof niet zo erg in epidemiologische studies, behalve als het om positieve uitkomsten gaat. En die zijn er ook. Lees maar: ‘Laag cholesterolgehalte kan suïcide verklaren.’ En daaronder: ‘Meer koffie, minder kans op zelfmoord.’ Daarom drink ik veel koffie en wil ik mijn cholesterol niet weten. Ik wil mijn leven niet verzuren. Iedere aanvechting om er een eind aan te maken druk ik meteen de kop in. Daar heb je niet van terug, hè?
– Ik geef het op. Doe mij ook nog maar een bakkie!
- Er zijn nog geen reacties