Laatste nieuws
Henk Maassen
Henk Maassen
8 minuten leestijd
interview

‘Wij moeten ons aanpassen aan de personeelskrapte’

FMS-voorzitter Piet-Hein Buiting ziet veel veerkracht in het ‘ecosysteem’ van de zorg

4 reacties
Ed van Rijswijk
Ed van Rijswijk

De FMS stelde een agenda op voor het nieuwe kabinet na een rondvraag onder de achterban. Personeelstekort staat bovenaan, maar ook: overheid en verzekeraars, blijf weg uit de spreekkamer. Voorzitter Piet-Hein Buiting: ‘Dat de zorgkosten stijgen, vind ik een teken van toenemende beschaving.’

Het personeelstekort is het meest urgente probleem in de zorg, vinden de medisch specialisten. Uit een recente enquête onder de achterban van de Federatie Medisch Specialisten (FMS) blijkt dat 81 procent van hen het tekort aan artsen, verpleegkundigen en andere zorgprofessionals als de grootste bedreiging voor de toegankelijkheid en de kwaliteit van zorg ziet. Een grote verrassing is het niet. Ook niet dat uit diezelfde enquête blijkt dat er volgens de specialisten meer gedaan moet worden om de administratielast, de regeldruk en de bemoeienis vanuit overheid, zorgverzekeraars en instituten terug te dringen.

Op basis van de uitslag van deze rondvraag stelde de FMS een verkiezingsagenda samen met de belangrijkste boodschappen aan het nieuwe kabinet. Het wensenlijstje weerspiegelt een aantal nijpende vraagstukken in de zorg: behalve personeels­tekort en administratieve druk, ook de wenselijkheid van een universeel inzetbaar epd, van structurele investeringen in leefstijl en preventie, vermindering van de wachttijden in de ggz, en van maatregelen met het oog op de klimaatcrisis. En laat vooral de spreekkamer het exclusieve domein van patiënt en arts blijven: dus geen bemoeienis van buiten; het belang van de individuele patiënt staat voorop. Grote zorgen zijn er ten slotte ook over het feit dat veel jonge dokters het vak verlaten.

Besturen

Voer voor vragen aan Piet-Hein Buiting (1962), die sinds januari van dit jaar de 23 duizend medisch specialisten verzameld in de FMS aanvoert. Alweer dertig jaar geleden nam hij afscheid van het vak van arts. Na zijn studies geneeskunde, geschiedenis en bestuurskunde deed hij twee jaar patiëntenzorg, maar concentreerde zich sindsdien op besturen in de zorg. ‘Ik heb indertijd mijn BIG-registratie met overtuiging ingeleverd’, zegt hij in een vergaderzaal op de vijfde verdieping van de Domus Medica in Utrecht, waar de FMS is gehuisvest. ‘En toch voel ik mij nog steeds een dokter. Want wat ik doe, doe ik uiteindelijk voor patiënten.’

Buiting was medisch directeur van het Slingeland Ziekenhuis, lid van de raden van bestuur van het Amphia Ziekenhuis en het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis, en enige malen interim-­bestuurder. De afgelopen zeven jaar was hij bestuursvoorzitter van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Hij is verder programma­leider voor management- en bestuursopleidingen voor medisch specialisten aan het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur, de universiteit van Tilburg en de Academie voor Medisch Specialisten.

‘Vertrouw ons nu dat we zinnige dingen doen’

Wat opvalt in uw agenda voor de verkiezingen is dat het een reeks bijna dwingende geboden of wensen betreft, zoals: verminder de wachttijd in de ggz of: we willen een gebruiksvriendelijk epd. Dat klinkt als: doe iets, minister. Maar ja, in Nederland is vaker nog ‘het veld’ aan zet.
‘We richten ons op zowel de overheid als het veld. Maar de gebrekkige beschikbaarheid van patiëntgegevens bijvoorbeeld overstijgt de individuele mogelijkheden van de veldpartijen. Hier moet de overheid met een soort deltaplan komen. Voor een periode van een jaar of vijf zou je hier bijvoorbeeld een regeringscommissaris op kunnen zetten die het hele veld overziet. Die zou dan doorzettingsmacht moeten hebben, zodat patiëntgegevens overal en altijd toegankelijk zijn.’

Vraagt het personeelstekort in de zorg ook niet om zo’n van bovenaf aangestuurd deltaplan?
‘Nee, dat is een heel ander soort probleem. Hier werkt een centrale oplossing niet. We kunnen immers niet twee keer zoveel verpleegkundigen opleiden, want die zijn er niet. We pleiten ook niet voor nog meer specialisten. Wij moeten ons aanpassen aan die personeelskrapte. Sterker, we hebben laten zien dat we dat kunnen: tijdens de covidperiode. Dat was de stresstest en daar zijn we goed doorgekomen. Uiteraard met gedoe, en ik geef toe: niet alles ging helemaal goed. Mijn stelling is dat we dit probleem gaan oplossen. Er zit veel veerkracht en aanpassingsvermogen in het ecosysteem van de zorg; het heeft alleen zo nu en dan wat pokon nodig.’

Tegelijkertijd zie je nu veel jonge klaren in de wacht staan. Ze worden fellow of chef de clinique, hun verdere carrière schiet niet op. Sommigen wordt dat te veel en verlaten het vak. Jullie enquête maakt ook duidelijk dat veel oudere artsen zich daar zorgen over maken. Wat is hier aan de hand?
‘Deze mensen zijn collega’s – dat staat voorop. Als federatie zeggen we: zij doen volwaardig werk, dus moeten ze ook volwaardig mee kunnen doen, beslissingen nemen, enzovoort. Maar ons systeem houdt tegen dat ze doorstromen naar een vaste plek als medisch specialist. Want de jonge arts krijgt te horen: ik weet niet zeker of we volgend jaar 2 procent moeten krimpen en dus kan ik je geen zekerheid bieden. Ik vrees dat er niet één actie bestaat waarmee je dit probleem oplost.’

Sommigen zeggen daarom: alle specialisten in dienstverband. Geen populair onderwerp: uit uw enquête blijkt dat maar 28 procent daar debat over wil.
‘Ik heb in ziekenhuizen gewerkt van allerlei soorten: met artsen die grotendeels in dienstverband waren, grotendeels vrijgevestigd of fiftyfifty. Dat laatste was het leukst. In een professionele organisatie moet je altijd diversiteit hebben – met het oog op de inhoud en de meningsvorming. Belangrijkste punt is echter dat de verschillen tussen beide veel kleiner zijn dan men denkt, ook in financieel opzicht. Het is daarom een nepdiscussie. Daar komt bij: 70 procent van alle specialisten is al in dienstverband, dus het is ook steeds meer een sideshow, dit debat.’

‘Dokters zijn praktische mensen. Als duidelijk wordt dat iets geen waarde toevoegt, stoppen ze ermee’

Laat medisch specialisten 20 procent van hun opleiding zelf betalen. Daarvoor pleit de beroepsvereniging voor verpleegkundigen en verzorgenden. Op die manier ontstaat er volgens de vereniging ruimte om het les- en collegegeld voor verpleegkundigen- en verzorgendenopleidingen af te schaffen, en melden zich meer jongeren voor het vak. Goed voorstel?
‘Ik denk niet dat dit zal werken. Op het moment dat je gaat zeggen dat de ene beroepsgroep moet inleveren ten opzichte van de andere, bevorder je wantrouwen. Het moet zowel voor medisch specialisten als verpleegkundigen aantrekkelijk blijven om te komen werken. Dat kan alleen door niet naar elkaar te gaan wijzen, maar elkaar als volwaardige collega’s te zien.’

De FMS zegt: stimuleer en faciliteer innovaties zoals e-health en AI. Vang je ook daarmee het personeelstekort, althans deels, op?

‘Of e-health dat effect heeft, weet ik niet. Wat ik heb gezien is dat het patiënten meer zelfvertrouwen geeft. Daar kan winst zitten. AI biedt meer mogelijkheden. Het kan medische beslissingen versnellen in het afwegen van wat er met de patiënt aan de hand kan zijn, omdat de a-priorikans op iets wat je gemist zou kunnen hebben dankzij AI wordt uitgesloten. Ook afwegingen in het mdo gaan vaak over de vraag wat er aan de hand kan zijn met de patiënt. Als AI dat sterk kan ondersteunen, dan gaat daardoor veel tijd vrijkomen. En nee, AI maakt de zorgverlening niet onpersoonlijker. Integendeel: je hebt daardoor juist meer tijd voor de patiënt.’

AI werkt alleen als je de lerende algoritmen voedt met data. Er is angst dat deze patiëntdata in handen komen van derden. Zie de psychiaters die nu procederen tegen de NZa: zij vinden dat het leveren van data op gespannen voet staat met het beroepsgeheim.
‘Ik herken die angst. De kern van de discussie psychiaters versus NZa is niet dat er gegevens worden gebruikt, maar dat ze herleidbaar zouden kunnen zijn tot individuele patiënten. Dat zou natuurlijk killing zijn voor het vertrouwen. Het moet steeds gaan over gegevens los van de individuele patiënt.’

De hoop is steeds dat toepassing van vernieuwende technologie, zoals AI, de zorgkosten vermindert. Maar dat is toch nog nooit gebeurd?
‘Dat klopt niet. Een maagzweer werd veertig jaar geleden nog geopereerd. We weten nu dat het een infectie is. Een pil – ook een vorm van technologie – blijkt ook te werken. Dat is een flink stuk goedkoper. Of neem de verbeterde anesthesietechnieken, waardoor de ok veel minder belastend is geworden en de patiënt vervolgens niet meer naar de ic hoeft. Ook veel goedkoper. En ja, een MRI is duur, maar leidt wel heel snel naar een goede diagnose. Dat de totale kosten van de zorg toch stijgen – en hier wordt de historicus in mij even wakker – komt omdat we een ontwikkelende maatschappij zijn. Waarin we betrekkelijk makkelijke dingen relatief zo goedkoop hebben gemaakt – van het bakken van brood tot het bouwen van auto’s – dat we het geld dat overblijft kunnen besteden aan mensen, dus aan zorg, onderwijs en veiligheid. Dat de zorgkosten stijgen vind ik daarom een teken van toe­­nemende beschaving. Zeker, we moeten daar alert op zijn, we moeten kaders stellen. Medisch specialisten realiseren zich terdege dat zorg niet op een eilandje zit. Kijk maar naar onze enquête, en naar de aandacht die we willen voor milieu, klimaat en preventie.’

Het is ook een kwestie van gepast gebruik en zinnige zorg, en die zijn nooit af, voegt Buiting daar later in het gesprek nog aan toe. ‘Daardoor ontstaat misschien het beeld dat we niet vooruitkomen, maar dat is niet waar. Essentieel is dit: dokters zijn praktische mensen. Op het moment dat duidelijk wordt dat iets geen waarde toevoegt, stoppen ze ermee. Maar maak daar geen lijstjes van, met percentages en zo – dan krijg je weerstand. Vertrouw ons nu dat we zinnige dingen doen. En dat dingen veranderen tijd nodig heeft.’

U staat aan het hoofd van een archipel van gespecialiseerde beroepsgroepen. Je hoort regelmatig dat meer artsen met een brede generalistische blik nodig zijn. Wat is uw visie daarop?
‘Vaak gaat het hier om een schijntegenstelling. Ik denk dat veel van het gewenste generalisme voortkomt uit teams van dokters, die elk hun specialisme inbrengen. Beste voorbeeld uiteraard: het mdo. In het Jeroen Bosch Ziekenhuis is er de intensieve-samenwerkingsafdeling. Een multidisciplinair specialistenteam, inclusief een ziekenhuisarts, bekijkt per dag en per situatie wat er aan de hand is. Uit hun midden wordt dan een van de collega’s gekozen die de behandeling voortzet. Dat is het beste van twee werelden: heel generalistisch kijken, maar met specialistische inbreng.’

IZA

In een brief aan de Tweede Kamer deden de partijen betrokken bij het Integraal Zorgakkoord (IZA), waaronder de FMS, kort geleden een appel op het parlement om de grote uitdagingen niet in de ijskast te zetten, maar door te gaan met ‘de noodzakelijke transformaties zoals domeinoverstijgende samenwerking, inzet op preventie, betere gegevensuitwisseling, duurzaamheid en de noodzakelijke aanpassingen van wet- en regelgeving’. Buiting: ‘We moeten ons niet laten afleiden door de demissionaire status van het kabinet. De bedoelingen zijn ook niet veranderd, we kunnen verder met de uitvoering, de Kamer is immers akkoord met het IZA.’

‘Ja, een MRI is duur, maar leidt wel heel snel naar een goede diagnose’

Internist en opinionleader Marcel Levi vindt dat het Integraal Zorgakkoord dreigt vast te lopen: ‘Er gebeurt helemaal niets. De enige activiteit die ik zie is eindeloos veel congressen, symposia en consultants die vette nota’s schrijven.’
‘Het is maar hoe en waar je naar kijkt. Ja, die nota’s en congressen zijn er. Veel is nog niet klaar, maar er wordt wel degelijk werk verzet, bijvoorbeeld op het gebied van concentratie en spreiding van zorg: in de oncologie waar het gaat om een vijftal indicaties, in de vaatchirurgie met twee indicaties. Je kunt zeggen: dat raakt nog geen enkele patiënt, maar die groepen draaien wel en dat wordt geïmplementeerd. En nee, concentratie is niet altijd gemakkelijk, zie de kinderhartchirurgie. Maar weet u nog wat ons motto was van “De Specialist 2015”? Een vallende boom maakt meer lawaai dan een bos dat groeit. Die concentratie is al gewoon aan de gang, kijk ook naar urologie en gynaecologie. Daar hoor je niemand over. Daaruit blijkt maar weer dat het ecosysteem van de zorg op zichzelf goed werkt.’

Wat is het belangrijkste dat u tijdens uw voorzitterschap wilt bereiken?
‘Dat rol en positie van de medisch specialist in het veld van de zorg als vanzelfsprekend door de maatschappij worden gewaardeerd. En dat we inzien dat vrijwel elk zorgvraagstuk een multidisciplinair vraagstuk is: we werken altijd in teams.’ 

Lees ook:
interview FMS personeelstekort
  • Henk Maassen

    Henk Maassen is sinds 1999 journalist bij Medisch Contact, met speciale belangstelling voor psychiatrie en neurowetenschappen, sociale geneeskunde en economie van de gezondheidszorg. Hij stelt wekelijks de Media & Cultuur-pagina’s samen.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • P.M. Huisman

    radioloog, Bussum

    jammer dat in het artikel nergens melding wordt gemaakt naar de waarde van voorkomen van velerlei ziekten tgv verkeerde en veelal teveel slechte voeding . Net als in Amerika is obesitas een toenemend probleem en belangrijke oorzaak van de steeds maa...r stijgende kosten gezondheidszorg.Focus zou hierop moeten liggen met name bij de generatie waarbij het nog zinvol is namelijk onder 25 jaar.

  • A.F. Algra

    Commentator zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Personeelstekort is het meest urgente probleem in de zorg. Klopt als een bus. Live bericht van de werkvloer. Vanuit in Limburg.

    https://www.nu.nl/binnenland/6281820/limburgse-ziekenhuizen-voeren-minder-operaties-uit-door-personeelstekorten.html
    ...
    bron: 1 limburg
    https://www.nu.nl/binnenland/6281820/limburgse-ziekenhuizen-voeren-minder-operaties-uit-door-personeelstekorten.html

  • A.F. Algra

    Commentator zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Voorzitter FMS stelt: 'ons systeem houdt tegen dat ze doorstromen naar een vaste plek als medisch specialist. Want de jonge arts krijgt te horen: ik weet niet zeker of we volgend jaar 2 procent moeten krimpen en dus kan ik je geen zekerheid bieden'. ...

    Ik vroeg welk systeem er werd bedoeld. Deze vraag wordt nu deels beantwoord in scherpe en rake column van Danka Stuijver, in ons eigen Medisch Contact.

    Titel: maat(on)waardig. Doordenker
    https://www.medischcontact.nl/opinie/blogs-columns/column/maatonwaardig

    Welke positie nemen FMS/KNMG in ?

  • A.F. Algra

    Commentator zorg en sociale zekerheid, Rotterdam

    Erg interessant en actueel interview ! Ik zit evenwel met een niet goed te volgen dingetje. Wellicht dat iemand daar een duiding en/of nadere toelichting op zou kunnen geven. Want hoe moet ik de volgende observatie van de voorzitter van FMS lezen ...?

    'ons systeem houdt tegen dat ze doorstromen naar een vaste plek als medisch specialist. Want de jonge arts krijgt te horen: ik weet niet zeker of we volgend jaar 2 procent moeten krimpen en dus kan ik je geen zekerheid bieden'.

    Het jonge klaren probleem zou dus door 'het systeem' worden veroorzaakt !?

    Ergo: dat roept de vraag op wat en/of wie moge 'het systeem' dan wel precies zijn ? En wie zijn de ik en we in het in dit verhaal ?



 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.