Weer botsing met VWS over specialistenopleiding

Een voorstel van het ministerie van VWS om vier opleidingsplaatsen voor heelkunde te verdelen op basis van kwaliteitscriteria heeft tot veel weerstand geleid.

In een brief van half november kondigt het ministerie van Volksgezondheid aan dat het van plan is om in een experiment vier opleidingsplaatsen voor heelkunde te verdelen onder de beste opleidingen. De kwaliteit van die opleidingen zou moeten worden vastgesteld met de Postgraduate Hospital Educational Environment Measure (PHEEM). Deze gevalideerde vragenlijst voor artsen in opleiding tot specialist (aios) geeft inzicht in het opleidingsklimaat. De brief is onder meer verzonden aan de Orde van Medisch Specialisten, aan ziekenhuisverenigingen NVZ, NFU en STZ, en aan het College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg (CBOG).

Aanvankelijk zou het CBOG voor 2009 een aantal opleidingsplaatsen verdelen op basis van kwaliteitscriteria. Daarvoor werden 34 opleidingsplaatsen interne geneeskunde en vier opleidingsplaatsen heelkunde gereserveerd. Omdat de criteria nog niet klaar zijn, zag het college onlangs toch af van de ‘kwaliteitsplaatsen’. In de brief  schrijft VWS dat het opleidingscluster Heelkunde van de regio Zuid West Nederland desondanks graag vier gereserveerde heelkundeplaatsen zou verdelen op basis van PHEEM.

Het ministeriële schrijven is bij alle partijen die zijn betrokken bij de verdeling van opleidingsplaatsen (verenigd in het BOLS) in het verkeerde keelgat geschoten. In een brief aan alle opleidingsziekenhuizen en aan de heelkundevereniging roept het BOLS op om niet aan het experiment mee te werken. Volgens het overlegorgaan mag de verdeling van opleidingsplaatsen niet gebeuren op basis van slechts één criterium. De partijen werken juist aan een systeem met meerdere indicatoren dat op een later tijdstip moet worden ingevoerd.

Volgens BOLS-voorzitter Pieter Dörr zijn de veldpartijen overvallen door deze actie van VWS. ‘Onze plannen voor een verdeling op basis van kwaliteitscriteria zijn al vergevorderd en zullen we in december presenteren.’ Volgens Dörr geeft de brief nog maar eens aan dat de communicatie tussen het ministerie en ‘het veld’ bij dit onderwerp niet best is. Dörr weet niet waarom de chirurgen van het opleidingscluster Zuid West van heelkunde met hun verzoek van het landelijke beleid hebben afgeweken.

Voorzitter Jan IJzermans van dat cluster laat weten dat de afstemming tussen de diverse partijen niet optimaal is verlopen. ‘Wij wisten niet dat de landelijke plannen voor de verdeling op basis van kwaliteitscriteria al zo ver waren gevorderd. Nu dat zo blijkt te zijn, dient de regie daarover ook op landelijk niveau te gebeuren.’

Voorzitter Dink Legemate van chirurgenvereniging NVvH houdt het erop dat VWS veel te voortvarend is geweest. ‘Dit soort brieven getuigt van een behoorlijke naïviteit op dit ministerie’, aldus Legemate.

Woordvoerder Saskia Hommes van VWS vindt het jammer dat de handreiking die op basis van een initiatief uit het veld zelf is gedaan, bij veldpartijen minder goed is gevallen. ‘Omdat het minder dan 0,1 procent van alle aios-plaatsen betreft, vinden wij het verantwoord om in een groeimodel met één indicator te starten.’

Hommes wijst verder erop dat het ministerie door het CBOG niet is geïnformeerd over recente ontwikkelingen. Maar, schrijft Hommes per e-mail, ‘VWS ziet de presentatie van veldplannen met belangstelling tegemoet en gaat ervan uit dat het CBOG deze zal betrekken bij het toewijzingsvoorstel 2010.’

Met het ‘nee’ van de betrokken chirurgen is het voorstel van VWS in Zuid West Nederland in ieder geval van de baan. RC