Laatste nieuws
Emma
3 minuten leestijd
psychiatrie

Vriesnacht

Plaats een reactie


dagboek van een zesdejaars medisch student Vriesnacht

Of ik een huilende patiënte wil terugbellen, die volgende week op de poli komt bij de psychiater. Volgens de assistente die haar in eerste instantie aan de telefoon had, is zij helemaal overstuur en moet ze ‘gewoon even haar verhaal kwijt’. De arts-assistent psychiatrie is het ziekenhuis in en ik ben alleen op de poli, dus het lijkt me handig als ik het alvast afhandel. Krijg ik me daar toch een verhaal te horen! Ontspoorde kinderen, financiële problemen, een langer bestaande depressie en nu is het huwelijk ook nog op de klippen gelopen. Mevrouw weet echt niet meer wat ze moet doen en kan alleen maar huilen. Op de achtergrond hoor ik het gekrijs van de kinderen. Ik praat een kwartiertje met de vrouw en heb het gevoel dat ze na afloop gerustgesteld is. Ze gaat wat vrienden bellen, een wandeling maken en komt volgende week terug op de poli.



Dit koppel ik kort terug naar de assistente, die doodleuk zegt: ‘Het is te hopen dat dit niet eindigt in weer zo’n gezinsmoord.’ Ik kijk haar verbaasd aan, want aan die mogelijkheid had ik nog niet gedacht. Toch maar even met de arts-assistent nabespreken. Die vertrouwt mijn intuïtie wel, zegt ze, maar heb ik ook expliciet naar suïcidaliteit gevraagd? En vind ik het prettig als zij zelf nog even terugbelt? Met de kindermoord in mijn achterhoofd zeg ik ja. Daar leer ik tenslotte ook weer van. Uit het tweede gesprek blijkt dat de patiënte wel degelijk heeft gedacht om ‘de auto tegen een muur aan te rijden met de kinderen erin’, maar belooft ze dat niet te doen voordat ze op de poli bij de psychiater is geweest. Pff.... toch fijn dat de arts-assistent nog even heeft teruggebeld. Na afloop bespreken we dat dit telefoontje misschien een minder geschikte taak was voor mij als semi-arts, al was het alleen maar om ­achteraf juridisch beter ingedekt te zijn. Goed dat we dat besproken hebben. Ik voel me erg goed in mijn rol als bijna-zelfstandige dokter, maar het telefonisch beoordelen van mogelijk suïcidale mensen behoeft toch meer ervaring.



Drie keer raden wat de volgende ochtend het eerste nieuwsitem was dat ik hoorde nadat ik was opgestaan? Een nieuw familiedrama met dodelijke afloop. Mijn hart sloeg een slag over, maar ‘gelukkig’ ging het om een ander gezin.



Ik ben nu halverwege mijn drie maanden semi-artsstage in de psychiatrie en ik vind het nog steeds een ontzettend boeiend vak. Behalve delieren kom ik veel - voor mij nieuwe - psychopathologie tegen in het ziekenhuis. Tenslotte komen ook psychiatrische patiënten voor somatische problemen in het ziekenhuis terecht en dat leidt vaak tot vragen op de afdeling: ‘Mijnheer doet vreemd, hij kijkt een beetje eng.’ Wat ik opvallend vaak tegenkom, zijn depressieve ouderen. Die hebben vaak al maanden thuis depressief achter de geraniums gezeten en komen dan voor een of ander probleem in het ziekenhuis. Aldaar vindt de zaalarts de patiënt er toch een beetje depri uitzien en belt ons voor begeleiding en mogelijke medicatie. Ik ben er geen voorstander van om iedereen antidepressiva voor te schrijven, maar veel oude mensen kunnen een lage dosering toch wel gebruiken.



De gesprekken die ik met ze voer, lijken veel op elkaar. ‘Ja dokter, ik wil best een pilletje proberen, maar kunt u me niet gewoon een pil geven om dood te gaan? Dat wil ik veel liever.’ Hoe vaak ik dat niet gehoord heb de afgelopen weken! Natuurlijk is het soms ‘gewoon’ een depressieve uiting, maar vaak kan ik die mensen geen ongelijk geven. Een (zeer) hoge leeftijd, veel lichamelijke beperkingen, kinderen die het altijd druk hebben, vrienden die een voor een overlijden... Ik begrijp heel goed dat het op een gegeven moment genoeg is geweest, maar helaas kan ik ze die wonderpil niet geven. ‘Waarom eigenlijk niet, dokter?’ Na uitleg (waarbij ik wederom veel heb aan mijn keuzevakken medische ethiek) hebben de meeste patiënten daar wel begrip voor, maar ik kan een hulpeloos gevoel soms niet onderdrukken. Het treurigste was een oud vrouwtje dat tijdens een vriesnacht vroeg of ik haar niet met bed en al buiten kon zetten, zodat ze langzaam dood zou gaan. Kon ik weer uitleg geven, maar ik besloot dat een grapje temidden van deze ellende misschien ook geen kwaad kon. ‘Nee, dat ga ik niet doen, weet u wel hoe koud ik het daarvan krijg?’ antwoordde ik, en daar moest ze zowaar om glimlachen.



Emma



Klik hier voor het PDF van dit artikel

psychiatrie ouderen depressie
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.