Opnieuw discussie over effectiviteit borstkankerscreening
1 reactieSterfte aan borstkanker neemt af in Nederland, maar dat komt niet door het screeningsprogramma. Dit concluderen Franse onderzoekers in BMJ.
Philippe Autier e.a. bestudeerden het effect van het Nederlandse screeningsprogramma op de sterfte van vrouwen aan borstkanker. Hiervoor vergeleken de onderzoekers de incidentie en mortaliteit in de screeningsgroep (vrouwen tussen de 50 en 75) met vrouwen van andere leeftijden in de loop van 23 jaar. De incidentie werd gecorrigeerd voor de leeftijdsgroep. Ook maakten de onderzoekers een onderverdeling in vroeg ontdekte (stadium 1) en gevorderde kanker (stadium 2-4). De gevonden mortaliteitsreductie van 38,1% tussen 1987-2013 is volgens de onderzoekers niet het resultaat van het screeningsprogramma, maar voornamelijk van verbeterde behandeling. Het screeningsprogramma is maar verantwoordelijk voor maximaal 5% van de afname in sterfte.
De onderzoekers zagen dat in de bestudeerde periode de incidentie en sterfte niet alleen afnam in de gescreende leeftijdsgroep, maar ook bij vrouwen onder de 50 en boven de 75 jaar. Hieruit concluderen de auteurs dat er sprake is van een ‘cohort-effect’: een verandering in de gehele populatie als resultaat van factoren die op iedereen van toepassing zijn. In dit geval denken de wetenschappers dat het aan de verbeterde behandeling ligt. Verder beschrijven de onderzoekers dat de incidentie van gevorderde kanker (stadium 2-4) nauwelijks afneemt. Terwijl screening juist moet zorgen voor vroege detectie en daardoor minder ernstige gevallen van de ziekte. Verder daalde de sterfte het sterkst in de periode 1995-2012: toen de screening al een tijd liep.
Naast de beperkte mortaliteitsreductie, stellen de auteurs dat in ongeveer een vijfde van de gevallen sprake is van ‘overdiagnostiek’. Bij deze vrouwen zou nooit borstkanker zijn ontdekt zonder screening, maar deze vrouwen zouden hier ook nooit gezondheidseffecten van hebben ervaren.
Mette Kalagar adviseert in bijgaande editorial de borstkankerscreening opnieuw in overweging te nemen en mogelijk zelfs af te bouwen. Hoogleraar screening en evaluatie Harry de Koning (Erasmus MC) zegt tegen NOS dat de studie “geen hout snijdt” omdat Autier geen beschikking had over data van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waardoor de exacte screeningsopkomst niet is meegenomen.
Hubert Oostenbroek
orthopeed, Wassenaar
Screening blijft sowieso een lastig verhaal. De reactie van hoogleraar de Koning is weinig op inhoud, meer emotioneel. Om direct de Fransen in de hoek te zetten met een opmerking dat het geen hout snijdt geeft mij een hoog gevoel van regentengedrag e...n daarmee laadt hij een zware verdenking op zich dat hij meer bezig is met het bestaansrecht van zijn baan terwijl hij gefascineerd zou moeten zijn door het resultaat. De Fransen hebben wellicht minder belangen bij het in stand houden van dit screeningsprogramma, dan sommige adepten.
Het enige argument dat de Koning naar voren brengt is dat hij inzicht heeft in CBS cijfers die aantonen dat het grootste probleem blijft dat veel vrouwen zich onttrekken aan de screening, ammehoela, dat is nou juist wat de Fransen ook stellen. Een andere factor is dat de meest agressieve tumoren al doden voordat de vrouw zich heeft kunnen laten screenen. Deze effecten zijn altijd al zwakke onderdelen van screening geweest.
Hopla: gewoon de discussie opnieuw inzetten, alle nieuwe data evalueren, kosten-baten analyse erover heen en dan beslissen of we door moeten gaan: (her)evaluatie is een van de krachtigste methodes om te bekijken of je zinvol bezig bent. Zo doen we het toch ook met richtlijnen? God zij dank komen de Fransen met hun analyse, voortschrijdend inzicht moet je toch gebruiken en niet de kop in drukken (De Koning...)?