Laatste nieuws
Ruud G.P. Hagenouw
3 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG, quo vadis

Plaats een reactie

In de zomer van 1994 werd ik gevraagd mij kandidaat te stellen voor een functie in het hoofdbestuur van de KNMG. Terugbladerend in het novembernummer van Medisch Contact uit dat jaar heb ik eens nagelezen wat in die tijd hiertoe mijn ambities en doelstellingen waren.


In mijn optiek had en heeft de KNMG als belangrijkste taak de professionele en maatschappelijke belangenbehartiging voor alle artsen in Nederland. De KNMG heeft als hoeder van de professionele standaard, veelal vastgelegd in gedragsregels en normen, een brugfunctie te vervullen tussen politiek, maatschappij en professional. De arts-patiëntrelatie is hiervoor de basis. Naar mijn mening zouden derhalve alle artsen binnen de KNMG vertegenwoordigd moeten zijn.


Dit was voor mij onder meer de beweegreden om later akkoord te gaan met de vorming van de artsenfederatie KNMG. Immers, ook kleinere beroepsverenigingen zouden na de federatievorming welkom zijn aan de bestuurstafel van de KNMG. Ik constateerde als lid van het toenmalig hoofdbestuur dat de tijd die aan inhoudelijke onderwerpen werd besteed, vaak werd overvleugeld door de steeds terugkerende discussie over de structuur van de KNMG. Deze discussie werd reeds jaren gevoerd en leidde menigmaal tot emotionele en verhitte debatten, zowel binnen het bestuur als op de Algemene Vergaderingen. Na enige jaren ging, voorbereid hoog in de Zwitserse bergen, de kogel door de kerk: op 1 januari 1999, het jaar van het 150-jarig bestaan van de KNMG, kwam de federatie tot stand.

Als ik terugkijk op de afgelopen jaren stel ik vast dat binnen én buiten de KNMG veel is veranderd. De start van de federatie bracht veel onrust en onbegrip mee. Een nieuwe positiebepaling was noodzakelijk. Mede gelet op de vele wisselingen in de personele sfeer binnen het bureau was het niet eenvoudig de KNMG weer op de kaart te zetten. Toch zijn veel van mijn oorspronkelijke doelstellingen gerealiseerd.


De belangrijkste beroepsverenigingen zijn, op één na, lid geworden van de KNMG. We hebben samen met de beroepsverenigingen nieuwe piketpaaltjes geslagen ten aanzien van belangrijke thema’s als stelselherziening, opleiding en vervolgopleiding, kwaliteitsdenken en gedragsregels. Ook de plaats en positie van de KNMG-regio’s is verankerd. Iedere arts in Nederland kan, als hij of zij dat wil, betrokken zijn bij het door de KNMG gevoerde beleid. Dit alles heeft een grote dosis energie gevraagd van bestuursleden én bureaumedewerkers, maar ook van veel enthousiaste artsen in het land.


Ik kijk met genoegen terug op mijn bezoeken in de regio’s, op het overleg met bewindslieden en met vele anderen. Ook hebben persoonlijke contacten met KNMG-leden mij telkens weer nieuwe inspiratie gegeven.


Het belang van de beroepsgroep heeft voor mij altijd vooropgestaan. Maar dat het niet eenvoudig was om dit alles als een volleerd jongleur in de lucht te houden, zeker gelet op de fysieke afstand Heerlen-Utrecht, moge duidelijk zijn. Ten slotte had ik nog een andere verantwoordelijkheid: die van GGD-directeur.

Voldaan kijk ik terug op een boeiende periode in mijn leven. Ik ben velen dank verschuldigd voor hun wijze raad en adviezen, voor de plezierige en persoonlijke contacten. Ik heb op vele symposia en in de media, in binnen- en buitenland, de KNMG mogen vertegenwoordigen en onze visie mogen vertolken. Ik heb dat met plezier gedaan, ook omdat dit het belang van onze beroepsuitoefening diende. Ik heb óók moeten vaststellen dat gemeenschappelijke belangen niet altijd leiden tot een gezamenlijke aanpak. De wil om zaken op te lossen was niet altijd de belangrijkste drijfveer; persoonlijke ambities en ‘window-dressing’ leken, vaker dan mij lief was, de boventoon te voeren.


Toch ben ik er meer dan ooit van overtuigd geraakt dat de artsenfederatie KNMG de enige organisatie in Nederland is waar door en voor alle artsen in Nederland het professioneel gemeenschappelijk denken over de gezondheidszorg en de beroepsuitoefening, of het nu gaat over ethiek of codificatie, opleiding of kwaliteit, medicatiebeheer of gedragsregels, patiëntencommunicatie of andere zaken, tot volle wasdom kan komen.


Het uitdragen van deze kroonjuwelen maakt de KNMG uniek. Eén artsenorganisatie die met recht het predikaat ‘koninklijke’ draagt, verdient een behouden vaart.


Met genoegen draag ik na ruim vier jaar de voorzittershamer van de KNMG over aan mijn opvolger Peter Holland. Aan hem de eervolle taak om de kroonjuwelen van de KNMG verder glans te geven.

Ruud G.P. Hagenouw,arts, voorzitter KNMG

Federatienieuws KNMG
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.