Zeg ’ns Aaa
Plaats een reactieDe afgelopen twee weken zag ik een 35-jarige jongeman op mijn spreekuur wegens hoestklachten en koorts. Bij longonderzoek hoorde ik een geluid over alle longvelden alsof er een mobiele telefoon afging. Ik kon het niet plaatsen, maar vond de klachten niet gelijk zorgwekkend.
Vier dagen later was hij er weer, nu zieker en met hogere koorts en oplopend CRP. De longen klonken weer hetzelfde. Ik vroeg hem of hij soms een mobiele telefoon bij hem droeg, die steeds afging. Dit was niet het geval.
Ik startte met antibiotica en liet hem een paar dagen later terugkomen, om te zien of hij zou opknappen en eventueel een X-thorax aan te vragen als het geluid niet weg zou zijn.
Een kleine week later kwam hij opgewekt langs, flink opgeknapt en met twee mobiele telefoons bij zich. Gekscherend noemde ik hem de mobieltjesman, maar keek wel zorgelijk toen ik nog steeds het geluid hoorde, er zou toch niet een obstructie hoog in de luchtwegen zitten? Een tumor misschien? Nee, dan was hij niet zo opgeknapt.
Maar vanwaar toch dat geluid? De jongeman wilde het zelf ook weleens horen, dus ik liet hem zijn eigen longen luisteren: niks, gewoon ademgeruis. Wat had ik dan gehoord? Ik pakte de stethoscoop en plaatste die voor op de borst en keek de man aan. Langzaam zuchtte hij een langdurig ‘Aaaaaaaa…’
Ik schoot in een diepe lachbui en vroeg hem, toch wel opgelucht: ‘Waarom doe je dat zo?’
Lachend antwoordde hij: ‘Dat zeg je toch altijd bij de dokter?’
Alwin ten Have
huisarts, Huizen
Meer praktijkperikelen
- Er zijn nog geen reacties