Blogs & columns
Henriëtte van der Horst
Henriëtte van der Horst
2 minuten leestijd
Blog

Zorginfarct: tijd om te dotteren!

2 reacties

Het woord zorginfarct duikt steeds vaker op in diverse media. Het is al heel lang duidelijk dat we ons ongerust moeten maken over de houdbaarheid van onze zorg, van ons zorgstelsel.
Als je erover nadenkt is het best wel een vreemd woord. De term verkeersinfarct is al langer in zwang en die staat dan voor een chaotische situatie in het verkeer waardoor alles vast komt te staan. Moeten we de term zorginfarct op die manier interpreteren?

Daar valt wel iets voor te zeggen: voor veel mensen is de zorg een uitermate complex, zo niet chaotisch, systeem waarin ze vast komen te zitten en dan maar al te vaak van het kastje naar de muur worden gestuurd. Een tijdje terug spraken we met vrienden over het doolhof waarin je terechtkomt als niet duidelijk is of je kind nog onder jeugdzorg valt of al onder de Wlz ‘moet’ vallen. We constateerden dat je dan al blij bent als iemand (rol en verantwoordelijkheid niet helemaal duidelijk) van het ene loket over vier weken iemand kan spreken die iets van het andere loket afweet (rol en verantwoordelijkheid niet helemaal duidelijk). Op die manier opgevat, analoog aan een verkeersinfarct, is een zorginfarct dus een situatie waarin de zorgvragers hopeloos vast komen te zitten. Maar ik heb zo het vermoeden dat de term op die manier niet bedoeld wordt.

Misschien moeten we even terug naar de medische oorsprong van het woord infarct.
Een infarct betekent het afsterven van weefsel door zuurstofgebrek. Wat sterft er dan precies af bij een zorginfarct? Het weefsel van ons zorgsysteem? En zijn dan de mensen die zorg verlenen de zuurstof die ontbreekt waardoor de zorg collabeert? Dat blijft me toch verwonderen: meer dan 1,4 miljoen mensen die in de zorg werken en toch kunnen we niet de zorg verlenen die we zouden willen verlenen. Misschien komt dat toch wel omdat een groot deel van die 1,4 miljoen niet echt zorg verleent, maar vooral bezig is met de systemen, structuren en procedures, waardoor alles verstopt raakt. En ja, natuurlijk moeten we ook nadenken over welke zorg we echt noodzakelijke zorg vinden waar iedereen die in Nederland is – dus ook alle asielzoekers! – recht op heeft en op moet kunnen rekenen. Die discussie blijven we ook maar uitstellen.

Als we dan toch in medische termen spreken: het wordt hoog tijd dat er eens flink gedotterd wordt en dat een aantal voornemens uit het IZA ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt. In het recent verschenen advies van de RVS ‘De basis op orde. Uitgangspunten voor toekomstgerichte eerstelijnszorg’ worden daarvoor al een aantal handvatten aangereikt. Maar de vraag is wie daarmee aan de slag moet gaan; dat blijft helaas wat onduidelijk en behoeft echt uitwerking. Anders gaan we dat zorginfarct niet voorkomen.

Meer van Henriëtte van der Horst

  • Henriëtte van der Horst

    Henriëtte van der Horst is huisarts niet praktiserend en emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • W.P.A. van Rooij

    psychiater , Eindhoven

    Heldere analyse van collega ter Horst.
    Kleine kanttekening: het zorginfarct is helaas al geruime tijd dagelijkse realiteit in delen van onze gezondheidszorg.

    In de geestelijke gezondheidszorg en dan met name de zorg voor patiënten met de meest ac...ute en complexe zorgvragen, leidde invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 al snel tot chronisch zuurstoftekort in de acute psychiatrie en in de chronische GGZ voor de meest kwetsbare psychiatrische patiënten.

    Het waren juist deze patiënten die binnen het marktafhankelijke zorgstelsel, waaraan neoliberale politieke ideologie ten grondslag lag, als een financieel risico werden gezien door de partijen die sinds 2006 verantwoordelijk zijn voor de manier waarop het zorgbudget in ons land wordt verdeeld: overheid en zorgverzekeraars.
    Waarbij achtereenvolgende kabinetten hun handen om politiek opportune redenen grotendeels aftrokken van het maken van inhoudelijke keuzes en het stellen van ethische grenzen aan het beleid van zorgverzekeraars in hun wettelijke rol als uitvoerders van de Zorgverzekeringswet.

    Macroeconomisch begrenzen van de uitgaven aan zorg is sinds 2006 bijkans heilig verklaard door neoliberale politici en verzekeraars, die hierin zorgaanbieders en patiënten toenemend als risico voor de betaalbaarheid van het zorgstelsel gingen beschouwen.
    Het jaarlijks zorgbudget is immers scherp begrensd door de opbrengsten die zorgverzekeraars genereren met belegd zorgpremiegeld op de kapitaalmarkt (vandaar de term 'marktwerking').
    Wanneer zorgverzekeraars meer zorgvragen vergoeden dan ze geld ophalen op de kapitaalmarkt, raken ze in financiële problemen en kunnen ze failliet gaan.

    Hiermee is het institutionele wantrouwen dat is ontstaan tussen overheid en verzekeraars enerzijds en patiënten en zorgaanbieders anderzijds goed te begrijpen, evenals de eindeloze kostbare controlezucht van eerstgenoemde partijen.

    Daarnaast faalde het 'reguleren van de marktwerking' doordat toezichthouder NZa naliet patiënten die afhankelijk zijn van GGZ-zorg te beschermen tegen de consequenties van het overheidsbeleid.

    De gevolgen van het zorginfarct in de praktijk van de zorg voor de mensen met de meest acute, ernstige en chronische GGZ-zorgvragen zijn dramatisch.
    Ellenlange wachtlijsten waarop ook mensen met acute en ernstige psychiatrische problemen terecht komen en die primair gevolg zijn van structureel te lage omzetplafonds van zorgverzekeraars, zorgen voor ongelukken en voegen leed toe aan individuele patiënten, maar ook voor hun naasten, waaronder de kinderen die zij opvoeden. Langdurige uitval uit het arbeidsproces zorgt voor maatschappelijke kosten en belemmert terugkeer in werk.

    Collega zorgaanbieders, waaronder met name huisartsen worden door het GGZ-zorginfarct geraakt omdat ontredderde mensen die misgrijpen op de GGZ zich depressief en suïcidaal tot hun huisarts richten.
    Laatste complicatie van het overheidsbeleid is dat inmiddels gespecialiseerde GGZ-ketenzorg wordt afgeschaald voor mensen met ernstige gezondheidsproblemen, omdat GGZ-instellingen door zorgverzekeraars worden gedwongen meer lichtere zorg te gaan leveren zonder meer budget.

    Hiermee worden in een rijk land als Nederland de ziekste GGZ-patiënten de facto afgeschreven vanuit financiële overwegingen. Omdat achtereenvolgende kabinetten sinds 2006 weigeren de gevolgschade van de Zorgverzekeringswet voor patiënten, die voornamelijk neerslaat bij de meest kwetsbare GGZ-patiënten, onder ogen te zien.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.