Blogs & columns
Casper van Koppenhagen
Casper van Koppenhagen
4 minuten leestijd
Blog

Eikol! Wie stopt er nou voor een zebrapad??

2 reacties

Ik klikklak mijn vouwfietsje uit de stalling en fiets weg van het Erasmus, groet het iedere keer, op elk moment van de dag, weer adembenemende Depot, sla linksaf, rechtsaf de Westersingel op en rijd voorbij aan de Pauluskerk. Ik groet in gedachten straatarts Michelle van Tongerloo en neem, wederom in gedachten, mijn petje af voor de goede werken van de professionals aldaar. Ik rem voor het zebrapad en wordt direct van achteren aangereden:
‘Hee, lul, wat doe je nou? Ben je gek geworden?’

‘Uhh, ik stop voor een zebrapad vriend’, verbouwereer ik.
‘Doe dat lekker in je eigen dorp gozerrttt’, en hij sjeest door. Mijn vouwfietsje verraadde me vast. De overstekende man kijkt me aan en zegt met een brede glimlach: ‘U maakt mijn dag meneer, wie stopt er nou nog voor een zebrapad, u moet wel gek zijn.’ En ik besef dat op dit stukje Rotterdam de harde wereld schrijnender dan ooit is. Niemand kijkt naar elkaar om, geeft elkaar ruimte in het verkeer, laat staan een vriendelijk woord. Behalve dan in die Pauluskerk.

Ik stap de overvolle coupé in. Helaas niet de stiltecoupé. Links van me een hardhoorse oma die belt met haar dochter, denk ik. Zo’n gesprek waar je je oren bij spitst zonder dat je wilt. Wat zegt ze nu?? Rechts van me zit een jongen te facetimen, koptelefoon op, dat dan weer wel, maar kennelijk niet wetende dat je daardoor harder gaat praten dan wenselijk. Ik kan zijn taal niet achterhalen, maar zijn vriendin loopt ergens in donker Afrika naar wifi te zoeken, zoveel is mij na tien minuten wel duidelijk. Dan maar zelf een podcastje opzetten, net als de 80 procent van deze coupé die in de weer is met zijn koptelefoon, smartphone of laptop. Een gesprekje om niet is er niet meer bij. Of anders, een beetje voor je uit turen naar buiten. Wat eigenlijk ook weer niet zo gek is, want deze prikkelgevoelige NAH-klant wordt gek na vijf minuten naar buiten nystagmiseren. Mijmerend naar den einder turen? Niet in een rijdende trein. Wellicht een mooie testvraag op de NAH-poli.

‘Over enkele ogenblikken naderen wij station Utrecht’, onderbreekt de conducteur mijn podcastachtergrondruis. Dat kan dus helemaal niet man. Je nadert nu al station Utrecht, niet over enkele ogenblikken. Over enkele ogenblikken zíjn we er, dussss. En tegen wie hij dit zegt, is me een raadsel als ik om me heen kijk. Toch niet voor die enkeling die niet aan het bellen/facetimen/muziek of podcast luisteren is? Zonde van tijd en geld. Geïrriteerd, ik, hoe kom je erbij?

Ik loop naar buiten, klikklak mijn vouwfietsje weer open en zoef weg. Weg van het gedrukdrang, weg van de achtergrondruis. In mijn eigen wereldje. Podcastje op en gaan. Bij een verkeerslicht sta ik stil en word op mijn schouder getikt. Ik draai me abrupt om, deels geschrokken, deels geïrriteerd en kijk in een paar zeer bekende en hoogst vriendelijk ogen van een oud-collega. Ik doe mijn koptelefoon af en de ontmoeting is als vanouds hartelijk en gezellig. We rijden een stukje op, ditjesdatjes, maar ook vlug passeren een aantal gevoelige thema’s en de ‘hoe is het met die en met die’ komen voorbij. ‘Doe je de groeten aan je prachtige vrouw?!’ zwaait ze nog na, terwijl ze naar rechts haar leven weer in draait.

Ik zoef verder en sta nog midden in de stadsstroom stil bij een grote kruising. Plots hoor ik een oorverdovende knal en ik schrik op. Het direct herkenbare blikken geluid van twee botsende auto’s, op zo’n twintig meter. Ik kijk naar rechts, leg mijn fiets neer en spurt die kant op of er hulp geboden moet worden. Na tien passen kijk ik om me heen. Van de tien man die voor het stoplicht staan, ben ik de enige die reageert. Een jongen met een grote koptelefoon kijkt verveeld mijn kant op. Ik hoop dat ie het niet gehoord heeft eigenlijk. Twee geïrriteerde automobilisten stappen uit, achter hen wordt luid getoeterd. Ze bewegen soepel, ik schat de zaak even kort professioneel in, geen fysieke malheur en vervolg mijn weg.

Ik fiets mijn dorp in en zie vlak bij ons huis een moedereend met kuikens het park uit waggelen. Ik check de omgeving, dit is geen goed idee, dit is een drukke weg! Een oudere heer ziet het ook en loopt met zijn rollator die kant op. ‘Ik zal ze de goede kant op sturen, ze willen vast naar de vijver bij het Slot’, kijkt hij mijn kant op. Die vijver is nog zeker een paar honderd meter met nog minimaal één gevaarlijke kruising! Ik loop achter de goede man aan, die in dit leven vast klaar-over was, of politieman. Resoluut en duidelijk steekt hij zijn hand op, duwt zijn rollator het zebrapad op, een auto komt hard remmend tot stilstand en toetert luid.

‘Is ie nou helemaal gek geworden’, hoor je de automobilist denken.
‘Een zebrapad meneer’, hoor ik de oude man mopperen terwijl hij resoluut oversteekt, en zich halverwege stoïcijns en licht triomfantelijk omdraait naar de automobilist. Ik hoop wat schaamte te zien daar achter die ruit.

‘Kijk dan toch, wat grappig!’, wijs ik naar de mensen bij de bushalte nabij. De helft kijkt mij vragend aan, earpods in en voor zich uitstarend, de andere helft zit op zijn smartphone te swipen, vastgeklonken in een leven elders, van anderen, weg van hier. Vast heel belangrijke dingen die hun volle aandacht vragen. Maar mijn dag maakt het, de man met rollator en zijn stoet eendjes op weg naar het ruime sop.

Meer van Casper van Koppenhagen

  • Casper van Koppenhagen

    Casper van Koppenhagen is revalidatiearts op de afdeling Rijndam Revalidatie van het Erasmus MC en sportarts np.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.