Een wijze les
2 reactiesOp een vroege woensdagochtend wordt hij ingestuurd door de dienstdoende huisarts die de patiënt zodanig inspiratoir benauwd vindt dat hij hem met de ambulance op de EHBO neerzet. In een overvolle ochtendpoli loop ik heen en weer naar de spoedeisende hulp om een aantal keren te kijken hoe het met hem gaat. En zo gaat hij uiteindelijk hevig snurkend met daarbij een enigszins bizar klinisch beeld en vooral niet corrigeerbaar gedrag naar de medium care ter observatie.
Hij snurkt in de nacht zo luid dat het voor iedereen in het ziekenhuis fijn is dat hij op een kamer apart ligt. Een Afrikaan. Mijn interesse is extra gewekt want ik verblijf regelmatig in Afrika als kno-arts. Wie is deze man en waarom doet hij zo bizar? Later, als hij weer aanspreekbaar en bovenal innemend vriendelijk is, hoor ik in mijn weekdienst zijn verhaal uitgebreider. Hij komt uit Sierra Leone, heeft een chronische psychose, zijn familie is voor zijn ogen vermoord, hij is hier alleen aangekomen en nadien een Nederlands leven met morbide obesitas, hypertensie en een eenzaam werkloos bestaan op een flatje. Nu voorzien van weer een extra (werk)diagnose: palatumzwelling en beginnend larynxoedeem waarschijnlijk op basis van de ACE-remmers die hij na lange tijd weer eens is gestart omdat de bloeddruk nu wel erg hoog is. En een volgende diagnose dient zich ook al aan: een zeer ernstig slaapapneusyndroom. We zullen hem multidisciplinair goed moeten begeleiden. En zo plannen we afspraken bij de longarts, de longverpleegkundige, voor het CPAP-apparaat, bij de diëtist en de internist. En ook voor begeleiding door de psychiatrisch verpleegkundige want het is allemaal wel een beetje veel. Alles wordt dubbel uitgeprint en de dag van te voren krijgt hij een sms’je: waar hij hoe laat moet zijn en zich – ‘graag 10 minuten van te voren’ – moet melden. Alles snel gepland binnen één week. We geven tenslotte allemaal om deze patiënt.
De eerste afspraak is bij mijzelf. Als laatste op de ochtend. Zelf ben ik door een spoedgeval op het ok-complex 10 minuten te laat. De patiënt is al vertrokken. Terwijl mijn ervaring is dat juist deze patiënten te laat zijn. Onaangekondigd zit hij de volgende dag, weer 10 minuten van te voren, voor mijn deur. Ik doe – om mijn eigen vakjargon te gebruiken – net alsof mijn neus bloedt maar na alles besproken te hebben, vraag ik toch waarom hij gisteren zo snel wegging nadat hij zich wel had gemeld, maar mij niet sprak. Zijn Afrikaanse verklaring is ontwapenend: ‘Ik kwam voor de deur van het ziekenhuis een vriend tegen die ik een heel jaar niet had gezien; een gesprek met hem leek me belangrijker dan met jou, want jij bent er toch elke dag… En dat blijkt.’
Het Afrikaanse gezegde: ‘Tragic and nice things happen so suddenly and unexpectedly that no human can predict what tomorrow will bring’ is waar. Als dokters zijn we soms veel minder belangrijk voor een patiënt dan we zelf wel eens denken. Ik heb weer een wijze Afrikaanse les geleerd.
Teun
Huisarts, Amsterdam
Wat n rijke doorleefde anekdote dank
Desiree Hairwassers
Patient advocate borstkanker en erfelijke aanleg voor borst- en eierstokkanker, Huissen
Mooi !!