Blogs & columns
Anouk Putker
Anouk Putker
2 minuten leestijd
Blog

Dertigers gaan soms ook dood

1 reactie

Ik heb de deurklink langer dan gepland vast. Ik voel dat ik even moet aarden. Ik trek het koude metaal naar me toe en laat de deur zachtjes dichtvallen. Dan voel ik de frustratie en tranen ineens branden. Wat zijn we hier in hemelsnaam aan het doen?

Slechts tien dagen eerder werd een jonge vrouw bij ons opgenomen. Als je op de afdeling Oncologie wordt opgenomen voor diagnostiek weet je het eigenlijk wel zeker: er is spreekwoordelijke stront aan de knikker. Veel diagnostiek vindt namelijk poliklinisch plaats. Wij hebben de luxe dat iedereen snapt dat oncologische patiënten soms voorrang verdienen en onderzoek kan dus snel plaatsvinden. Als je wordt opgenomen voor onderzoeken dan moeten die klaarblijkelijk met lichtsnelheid plaatsvinden. Nooit een goed teken.

De jonge vrouw is een jaar ouder dan ik. Hoogopgeleid, getrouwd, reisfanaat en sportief. Het is alsof ik mezelf in de spiegel aankijk; in de bloei van haar leven. Sinds zes weken voelt ze zich steeds slechter; ze valt af en raakt conditie kwijt. ‘Jullie kijken allemaal bezorgd, dus ik weet heus wel hoe de vork in de steel zit’, zegt ze. ‘En noem me geen mevrouw, ik ben Marijke*.’ Ik glimlach, ik zou het precies zo zeggen.

We trekken allerlei diagnostiek uit de kast, want één ding is zeker: Marijke heeft kanker. Maar welke?

De dagen verstrijken en ik schrik me elke dag kapot. Zienderogen hollen Marijkes conditie en haar bloedwaarden achteruit. Uiteindelijk komt er een verpletterende diagnose: een zeer agressieve en zeldzame vorm van kanker. In theorie is er een kans op genezing, maar die is heel klein. We hebben als collega’s discussie over wat ‘een kleine kans’ eigenlijk betekent. Is 1 procent een kleine kans op genezing? En 10 procent? En 20 procent?

Door de zeldzaamheid van haar ziekte is er geen percentage te koppelen aan het woord ‘klein’. Dus we houden het maar bij die vage term.

Na een week ligt Marijke aan de beademing op de intensive care. Multiorgaanfalen. Mijn academische collega’s komen met allerlei casereports op de proppen. De genezingskans was nu immers wel kleiner dan klein geworden, maar ‘toch niet onmogelijk’. We zitten met allerlei slimme koppen om tafel. Grof geschut vliegt me om de oren. Toch chemo geven? Transplantatie? Dialyse?

Mijn doktershart huilt. Marijke gaat dood, ik voel het aan alles. Er is niets opgewassen tegen dit enorme geweld. Natuurlijk moet je alles op alles zetten als een dertiger uit het leven wordt gerukt, maar er zijn toch ook grenzen? Of zie ik het nu verkeerd? We kunnen niet iedereen beter maken, ook dertigers niet. De discussie doet de grond onder mijn voeten wiebelen. Gelukkig maar, denk ik achteraf. De grond móet wiebelen en je moet aan alles twijfelen als het om zo’n heftig en zeldzaam ziektebeeld bij zo’n jonge patiënt gaat. Als dat niet zo is, kun je dit vak niet beoefenen.

We besluiten gezamenlijk dat het overlijden van Marijke onvermijdbaar is.

Het familiegesprek vindt plaats met een veel te grote groep mensen. Er is niemand die ik de kamer uit durf te sturen. Iedereen verdient een plaats in dit gesprek. Mijn woorden verwoesten hun levens, ik zie het aan hun ogen. Er rollen tranen in stilte. We gaan de behandeling staken. In alle rust overlijdt Marijke. Haar rechterhand in die van haar man, haar linkerhand in die van haar ouders.

In de auto terug naar huis rollen de tranen over mijn wangen. Dat laatste stuk hebben we goed gedaan, vind ik. Ze overleed niet op een operatietafel of in paniek, maar zoals het hoort: omringd door liefde.

*De naam Marijke is verzonnen.

Meer van Anouk Putker

  • Anouk Putker

    Anouk Putker werkt als arts in opleiding tot oncoloog.  

Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • C. Willekes

    perinatoloog, hoofdopleider, Maastricht

    Zo waar, zo uit het leven gerukt, zo rauw. Iets waar je als arts totaal niet op wordt voorbereidt. Hoe bereidt je mensen voor op hun levenseinde? Hoe benut je ieder laatste kostbaar moment. Hoe weet je wanneer het niet meer over cure, maar over care ...gaat? En gaat het niet altijd toch ook over care? En bij het afscheid nemen: ik troost mijn patiënten met hoe groter het verlies ook vaak hoe groter de liefde was en is en altijd zal zijn … en dat doet juist zo recht aan de kern van ons bestaan. Houden van. Zo simpel en soms toch ook zo kwetsbaar en rauw. Een lach in een traan. Ik mis je nu al.

 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.