Specialist ouderengeneeskunde voert onduidelijk medicatiebeleid
Plaats een reactieKlacht tegen specialist ouderengeneeskunde, werkzaam in zorgcentrum waar patiënt (vader van klaagster) was opgenomen. Er bestond onvrede bij de familie over de medische zorg door de arts – vooral wat betreft medicatiebeleid – en de communicatie in het zorgcentrum.
Het college verklaarde drie klachtonderdelen gegrond: 1. De arts heeft op de medicatielijst bij lorazepam en risperidon alleen ‘zo nodig’ vermeld. Hierdoor was niet duidelijk wanneer sprake was van een ‘zo nodig’-situatie voor het toedienen van de medicatie.
2. Bij een incident dat nadelige gevolgen heeft voor de patiënt moet in het zorgdossier en – afhankelijk van de zwaarte van het incident – in het Melding Incidenten Cliënten-systeem een melding worden gemaakt. Aan de hand van deze melding kan het incident door het zorgpersoneel worden besproken, met als doel daarvan te leren. De arts heeft de valincidenten pas na vijf weken gemeld. 3. De arts had veel sneller en actiever kennis moeten nemen van de inhoud van het volledige medisch dossier van de patiënt, niet pas bijna één maand na opname. Waarschuwing.
RTG Eindhoven, 23 februari 2022
Elke week selecteren KNMG-juristen opvallende uitspraken in het gezondheidsrecht. Een volledig overzicht kunt u vinden op medischcontact.nl/recht. Tegen uitspraken van regionale tuchtcolleges kan tot zes weken na de uitspraak nog hoger beroep worden aangetekend.
Meer tuchtrecht- Er zijn nog geen reacties