UMC Utrecht gaat persoonlijke beurzen verloten
Plaats een reactieDe toekenning van persoonlijke onderzoeksbeurzen (starters- en stimuleringsbeurzen) mag de werkdruk van onderzoekers niet verhogen. Maar als er minder beurzen zijn dan geschikte kandidaten, leidt dat tóch tot tijdrovende aanvraagprocedures. Daarom kiest het UMC Utrecht nu voor loting.
De overheid stelt jaarlijks 156 miljoen euro beschikbaar voor startersbeurzen en 144 miljoen euro voor stimuleringsbeurzen. Hiervan krijgen universiteiten en umc’s elk een deel. Die moeten dat bedrag vervolgens als persoonlijke onderzoeksbeurzen verdelen onder hun universitair (hoofd)docenten en hoogleraren met een vast contract.
Niet-competitief
Het UMC Utrecht (UMCU) ontving dit jaar in totaal 2,5 miljoen euro. Genoeg voor vijf startersbeurzen en zes stimuleringsbeurzen. Die zijn niet-competitief en mogen de werkdruk niet verhogen. ‘Deze starters- en stimuleringsbeurzen bieden onderzoekers rust en ruimte om hen enigszins minder afhankelijk te maken van extern geld, zoals NWO-aanvragen’, zegt Rinze Benedictus, stafadviseur onderzoek bij het Research Office van het UMCU. Maar in het UMCU is de vraag hoger dan het aanbod. Voor de startersbeurzen hadden zich 21 kandidaten gemeld en voor de stimuleringsbeurzen maar liefst 192. ‘Zo heb je alsnog een verdelingsvraagstuk.’ Overigens kampt niet elke universiteit met zo’n groot verschil in vraag en aanbod.
Dilemma
Hoe kunnen universiteiten en umc’s de beurzen verdelen zonder dat de onderzoekers tijdrovende aanvragen moeten schrijven? ‘Er zitten tegenstrijdigheden in dit instrument die moeilijk op te lossen zijn. Het zijn beperkte financiële middelen die je met zo min mogelijk overhead en aanvraagdruk moet toekennen. Vandaar dat wij voor een loting hebben gekozen’, zegt Benedictus. Hierbij toetste het UMCU wel of de kandidaten aan bepaalde eisen voldeden, maar dat is ‘geen inhoudelijke toetsing’. Ook paste het een ‘gewogen loting’ toe op basis van ‘diversiteitseisen over gender en culturele achtergrond’.
Prettiger
Een van de artsen die een startersbeurs kreeg is Mischa de Ridder, radiotherapeut-oncoloog. Loten heeft hem veel tijd gescheeld. ‘Vooral voor jonge onderzoekers is loten prettiger. Bij grotere subsidies gaat het toch vaak om de usual suspects die weten hoe ze met een onderzoeksaanvraag moeten omgaan’. Toch heeft hij wel degelijk een onderzoeksvoorstel moeten indienen. Zijn divisie (beeld en oncologie) screende welke kandidaten aan de loting mochten meedoen. Voor deze screening moest hij een voorstel schrijven van ‘twee A4’tjes’. Nog altijd aanzienlijk minder dan hij normaal voor een beursaanvraag moet schrijven.
Controversieel
De introductie van deze beurzen leidde tot een fel debat, blijkt uit berichten in verschillende universiteitsbladen. Discussiepunten waren onder andere of de beurzen niet beter aan onderzoeksgroepen dan individuen konden worden verstrekt, of de ongelijkheid niet toeneemt tussen onderzoekers die wel en niet zo’n beurs ontvangen en hoe de beurzen verdeeld kunnen worden zonder de werkdruk te verhogen.
Onderzoeksbeurzen via loting als primeur - UMC Utrecht
Lees ook- Er zijn nog geen reacties