Specialisten missen generalistische kennis: ‘Generalisme moet de norm worden’
3 reactiesEr zijn meer artsen met een brede generalistische blik nodig en daarvoor zullen de specialismen en profielen op de schop moeten. Deze visie deelt het College Geneeskundige Specialismen, dat verantwoordelijk is voor het instellen van specialismen en profielen, in een ‘houtkoolschets’ voor het jaar 2035.
Het CGS ziet de toekomst zo voor zich dat er een specialismenlandschap komt van ‘enkele brede generalistische kernspecialismen en diverse hoogspecialistische subspecialismen’. De bedoeling is dat de kernspecialismen ongeveer 75 procent van de medische zorg dekken. ‘Daarna verder specialiseren via een opleiding in een subspecialisme blijft mogelijk, maar is niet meer het uitgangspunt’ schrijft het CGS. Die subspecialisten staan voor ongeveer 25 procent van de medische zorg, namelijk de hoogcomplexe zorg.
Het CGS wil met de versterking van het generalisme ook het wisselen van opleiding en van specialisme makkelijker maken. ‘Dat creëert flexibiliteit en houdt het vak van geneeskundig specialist aantrekkelijk.’ Het nieuwe stelsel omvat alle huidige specialismen, dus ook de specialismen buiten het ziekenhuis.
Noodzakelijk door veranderingen in de zorg
Waren er in het jaar 1931 nog 21 specialismen, inmiddels zijn er 47 erkende vakgebieden, bestaande uit 34 specialismen en 13 profielen. Het CGS verwacht dat die ontwikkeling niet stopt, terwijl dit volgens het CGS ten koste gaat van de generalistische vaardigheden van artsen en zij daardoor niet breed inzetbaar zijn. Patiënten worden daardoor vaker verwezen, en ook gaat dit ten koste van de samenwerking met andere disciplines. ‘Bovendien is de basisopleiding geneeskunde onvoldoende op de praktijk gericht waardoor een basisarts de verdergaande specialisatie niet kan compenseren met algemene kennis en vaardigheden’, schrijft het CGS. Daarnaast nopen veranderingen in de maatschappij en de zorg tot een aanpassing van het specialismenstelstel. Het CGS noemt onder meer de stijgende en veranderende zorgvraag, de toename van technologische mogelijkheden, de tekorten aan zorgprofessionals en de behoefte bij artsen om werk en privé beter in balans te krijgen. Bovendien willen artsen ook meer flexibiliteit in hun carrièrepad.
Het CGS geeft aan dat de ‘houtskoolschets’ is gebaseerd op oriënterende gesprekken met de Patiëntenfederatie Nederland, de FMS, beroepsverengingen, het ministerie van VWS, NFU, NVZ, verenigingen van aiossen en geneeskundestudenten, en de RGS.
Op 20 juli verschijnt er in Medisch Contact een uitgebreider artikel over dit onderwerp.
Lees ook
G.R.I. Slock
huisarts, sluis
Geriaters en spoedartsen zijn de generalisten in het ziekenhuis, naast de verdwijnende species van algemeen internisten.
De generalisten zijn traditioneel (financieel) ondergewaardeerd en staan onderaan de medische pikorde.
Als generalist buiten he...t ziekenhuis, nl huisarts, heb ik steeds meer moeite om te verwijzen als ik op voorhand de diagnose niet weet.
Het nadeel van generalistische zorg leveren is dat het moeilijk planbaar is en dus veel flexibiliteit vergt van de zorgverlener die daarna tegen vergoedingsproblemen aanloopt als de geleverd zorg in deze tijden van mislukte marktwering niet mooi in een DBC hokje past.
W.J. Duits
Bedrijfsarts, Houten
Het ziekenhuis bestond in het verleden uit een aantal generalistische afdelingen, "algemene chirurgie", "algemene interne" vormden vaak de grootste onderdelen van het ziekenhuis. Brede kennis was nodig om dat werk te kunnen doen. Voor de mensen die z...ich wilden richten op een specifiek deel waren de "orgaan-specialisten" en die deden een deel van het werk van de algemene chirurgie. Iedereen werd ook opgeleid binnen dat systeem, als co-assistent kwam je eerst op de algemene interne en de algemene chirurgie en dan daarna een specialisme binnen interne of chirurgie.
Het vergt van de "algemene" specialisten veel inhoudelijke kennis van het vak in de breedte, het vergt ook een andere manier van kunnen denken, het combineren van symptomen om tot een gefundeerde differentiaal-diagnose te komen. Het zal het shoppen van de patiënt tussen alle deelspecialismen aanmerkelijk kunnen verminderen. Het is tegenwoordig heel gewoon dat je met druk op de borst en benauwdheidsklachten eerst naar de cardioloog gaat en als die niet kan vinden naar de longarts en als die het niet weet naar de maagdarm-leverarts, want het kan ook de slokdarm misschien wel zijn. Ondertussen hebben we dan te maken met een gehospitaliseerde patiënt die nauwelijks nog durft te werken. Wat weer stressklachten geeft, waarmee ze naar de psycholoog moeten om daar weer overheen te komen. Reken maar uit.
T.I. Yo
gepensioneerd (vaat)chirurg, Zeist
Grappig om dit idee van kernspecialismen nu terug te zien. In mijn periode als opleider begin jaren tachtig heb ik ooit het idee besproken in mijn regio om een 3of 4 jarige opleiding in te stellen ongeveer conform het rapport Bonjer. Vervolgens ins...chrijving als algemeen chirurg, Deze jonge klaren ruimhartig opnemen in maatschappen , deeltijdaanstelling faciliteren voor promotie onderzoek , gezinsvorming ,management etc. Na enkele jaren ervaring bewust keuze maken voor verdere specialisatie met de er aan verbonden specialistische opleiding. De tijd was er helaas nog niet rijp voor, er werd gesproken over A en B chirurgen . Nog erger : (denigrerend) chirurgen "kleine kaart" .