Hoge Raad tikt Centraal Tuchtcollege gedeeltelijk op de vingers

Het Centraal Tuchtcollege (CTG) heeft bij een uitspraak over de vraag of een patiënt recht heeft op inzage in een advies van een aansprakelijkheidsverzekeraar niet de juiste juridische paden bewandeld. Dat stelt de Hoge Raad in een recente uitspraak. Desondanks is de raad het wel eens met het oordeel van het CTG.

De procureur-generaal bij de Hoge Raad had eind 2022 een vorm van beroep, de zogenoemde ‘cassatie in het belang der wet’, ingesteld tegen een uitspraak van het CTG. In die zaak had een patiënt een klacht ingediend tegen een medisch adviseur die in opdracht van de aansprakelijkheidsverzekeraar van een ziekenhuis haar medisch dossier had beoordeeld. Voorafgaand daaraan had klaagster het ziekenhuis en haar eigen arts aansprakelijk gesteld voor een medische fout. De medisch adviseur had het dossier van klaagster beoordeeld, en patiënt geen inzage willen geven in zijn medisch advies aan de verzekeraar. Het CTG oordeelde dat de patiënte geen beroep kan doen op de inzagerechten uit de afdeling van het Burgerlijk Wetboek die gaat over geneeskundige behandelingsovereenkomsten – met als motivering dat het ziekenhuis en de aansprakelijkheidsverzekeraar het recht hebben om hun verdediging tegen de aansprakelijkheidsclaim van de patiënte in vrijheid en beslotenheid voor te bereiden.  

De Hoge Raad is het eens met het oordeel van het CTG, maar concludeert ook dat het geven van een advies aan de hand van het medisch dossier en zonder de patiënt te zien, geen handeling op het gebied van de geneeskunst was. En dus niet valt onder de wettelijke geneeskundige behandelingsovereenkomsten.  

De Hoge Raad kan nagaan of de lagere rechter, een rechtbank of een gerechtshof, het recht juist heeft toegepast en of deze de regels voor de procedure goed heeft gevolgd. Bij het Centraal Tuchtcollege kan alleen de procureur-generaal cassatie instellen, dat kan niet door partijen zelf worden gedaan. De procureur-generaal doet dit ‘in het belang der wet’, dus voor toekomstige vonnissen.