UMCG gaat in cassatie in de kwestie over de Groninger beurspromovendi

Het UMCG gaat in cassatie bij de Hoge Raad in de zaak rond een groep van 44 MD/PhD-promovendi. Het ziekenhuis stelt cassatie in, drie maanden nadat het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had bepaald dat de promovendi aanspraak maken op een arbeidsovereenkomst en recht hebben op dezelfde arbeidsvoorwaarden als andere werknemer-promovendi.

Het UMCG laat weten dat het in cassatie gaat, in de hoop dat ‘dit tot meer duidelijkheid voor alle betrokkenen gaat leiden’. Het wil van de Hoge Raad weten hoe een groep MD/PhD-promovendi gezien moet worden. Zij promoveerden onder de regelgeving van het door de minister van OCW vastgestelde Besluit experiment promotieonderwijs. De kernvraag is of zij zijn te beschouwen als (promotie)student of als werknemer.

Promotieonderwijs

Eind 2015 trad het Besluit experiment promotieonderwijs in werking. Tussen oktober 2016 en oktober 2018 nam het UMCG deel aan dit experiment van het ministerie van OCW, met als doel het aantal promotietrajecten te bevorderen. De MD’s/PhD’s werden als ‘student’ aangenomen. Ze kregen geen overeenkomst als reguliere werknemer, maar wel salaris. Dit salaris was evenwel lager en ze hadden geen recht op dezelfde secundaire arbeidsvoorwaarden als andere promovendi. De groep vond dat niet eerlijk. Omdat ze hetzelfde werk verrichtten als andere promovendi, stelden ze dat ze werknemers waren. Ze stapten daarom naar de rechter.

Verschillende rechters hebben hier inmiddels verschillend over geoordeeld. De kantonrechter oordeelde in 2022 dat de promovendi geen recht hadden op dezelfde arbeidsvoorwaarden, omdat ze een opleidingsovereenkomst met het UMCG hadden en geen arbeidsovereenkomst. In mei van dit jaar oordeelde het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden dat er wél sprake was van arbeidsovereenkomsten.

Het UMCG hoopt dat de procedure bij de Hoge Raad ertoe bijdraagt dat er ‘duidelijkheid’ komt. Het stelt dat het MD/PhD-traject een speciaal programma is, waarbij excellente medische studenten tegelijkertijd promoveren en hun opleiding tot arts afronden. ‘Aan de rechter is de vraag voorgelegd of hun opleidingsovereenkomsten met terugwerkende kracht zijn aan te merken als arbeidsovereenkomsten.’ Het UMCG noemt het in een persverklaring ‘een lastige situatie’ voor beide partijen die het graag opgelost ziet.

Vertraging

De MD/PhD’ers zijn ‘teleurgesteld’ over deze stap van het UMCG, laten ze weten via arbeidsjurist Dino Jongsma van het Kennis- en dienstverleningscentrum van de Federatie Medisch Specialisten en Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD). Die heeft hen, naast advocaat Peter Volk van Stadhouders Advocaten, de afgelopen tijd juridisch bijgestaan. ‘De zaak wordt hiermee opnieuw vertraagd, mogelijk zelfs met een jaar. De MD/PhD’ers moeten door deze stap nog langer wachten op betaling van het loon dat hen volgens het Gerechtshof toekomt.’

Jongsma: ‘Belangrijkste klacht van het UMCG lijkt te zijn dat het voor het ziekenhuis als publiekrechtelijke instelling voorafgaand aan 1 januari 2020 niet mogelijk was om een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht aan te gaan. Voor deze datum waren immers alle promovendi aangesteld als ambtenaar. Het Gerechtshof heeft een arbeidsovereenkomst wél mogelijk geacht, volgens het UMCG dus ten onrechte. Verder heeft het UMCG nog een aantal klachten ten aanzien van de beoordeling of er sprake is van loon, arbeid en een gezagsverhouding.’

Nu het UMCG in cassatie is gegaan, wordt het huidige proces aangehouden. Eerst zal de Hoge Raad moeten beslissen of de klachten van het UMCG terecht zijn.