Grotere kans op autisme bij kind van ouders met psychiatrische problematiek

20 procent van de kinderen met autisme heeft ten minste één ouder met een psychiatrische diagnose. Kinderen van moeders met psychiatrische problematiek hebben vaker een vorm van autisme dan kinderen van vaders met psychiatrische problematiek. Dit blijkt uit een Zweeds-Fins onderzoek van Weiyao Yin e.a. gepubliceerd in The Lancet Regional Health.

Meer dan 30 duizend van de 2,5 miljoen Zweedse en Finse kinderen geboren tussen 1997 en 2016 zijn gediagnosticeerd met een vorm van autisme. Yin e.a. vergeleken de kans op autisme bij kinderen van ouders met een psychiatrische voorgeschiedenis ten opzichte van ouders zonder psychiatrische voorgeschiedenis. Als beide ouders een psychiatrische aandoening hebben, is de kans op een kind met autisme meer dan 3,5 keer zo groot. Opvallend is dat de kans op een kind met autisme tot 2,3 keer groter is als de moeder psychiatrisch belast is, en tot 2,0 keer groter in het geval de vader psychiatrisch belast is. Als mogelijke oorzaken van dit verschil noemen de onderzoekers onder meer genetische en intra-uteriene factoren en gedrag van de moeder tijdens de zwangerschap. Bij de analyses is gecorrigeerd voor de gemiddeld lagere leeftijd en lagere socio-economische status van de ouders met psychiatrische problematiek.

Binnen alle psychiatrische diagnoses werd een significant grotere kans op autisme gevonden bij kinderen van ouders met psychiatrische problemen dan van ouders zonder psychiatrische voorgeschiedenis. Psychiatrische diagnoses bij de ouders waren onder meer ADHD, schizofrenie, autisme, depressie en persoonlijkheidsstoornissen. De onderzoekers benadrukken dat niet alleen het vóórkomen van autisme in de familie moet worden meegenomen om de kans op autisme bij het kind te beoordelen, maar dat zorgverleners ook moeten informeren naar andere psychiatrische ziektebeelden.

DOI: doi.org/10.1016/j.lanepe.2024.100902.