Eerst vriezen, dan snijden
Plaats een reactieBij het diagnosticeren van fijnvlekkige longziekten is het beter om eerst een vriesbiopt te nemen en zo nodig nog een chirurgisch biopt dan om direct te kiezen voor een chirurgisch biopt. Deze step-upmethode leidt tot minder complicaties en kortere ziekenhuisopnames. Dit blijkt uit de COLD-studie van Kirsten Kalverda e.a., gepubliceerd in The Lancet Respiratory Medicine.
Voor de diagnose van interstitiële longziekten (ILD), zoals sarcoïdose, is regelmatig aanvullend op een CT-scan een biopt nodig. Verdeeld over zes Nederlandse ziekenhuizen kregen 52 patiënten op willekeurige basis eerst een cryobiopt, zo nodig gevolgd door een chirurgisch biopt (interventiearm) of direct een chirurgisch biopt (controlearm). Voor cryobiopsie wordt bij een bronchoscopie een sonde ingebracht, waar aan het uiteinde een stukje longweefsel vastvriest in plaats van via een snee tussen de ribben longweefsel af te nemen. Cryobiopsie wordt in Nederland al toegepast, maar hiermee worden minder diagnoses gesteld dan met de chirurgische methode (70-80 versus 90%).
Step-upmethode
De studie van Kalverda e.a. laat zien dat met de step-upmethode evenveel diagnoses gesteld kunnen worden en met name dat dit veiliger en patiëntvriendelijker is. Bij 3 van de 28 patiënten was het cryobiopt door de patholoog beoordeeld als niet-conclusief en werd alsnog een chirurgisch biopt afgenomen. Na cryobiopsie ontstaat zelden een pneumothorax, waarvoor een drain in de borstkas geplaatst moet worden, terwijl bij een chirurgisch biopt standaard een drain vereist is. Bovendien blijkt bij bijna de helft van de patiënten in de controlearm de drain na 24 uur nog nodig te zijn. Na een chirurgisch biopt blijven patiënten gemiddeld vijf dagen opgenomen, terwijl cryobiopsie op de dagbehandeling kan plaatsvinden. Kalverda e.a. adviseren patiënten te counselen voor de step-upmethode in plaats van direct een chirurgisch biopt af te nemen.
Lees ook- Er zijn nog geen reacties