Preventie

Huisartsen besteden steeds meer tijd aan preventie, behandeling van risicofactoren, vroege opsporing van ernstige ziekten, vroege behandeling en monitoring van chronische aandoeningen. Ik hoor vaak dat het huisartsenvak er niet leuker op geworden is sinds we geacht worden te werken volgens protocollen, met checklists. Er moeten speciale spreekuren gehouden worden voor bepaalde aandoeningen, waardoor je de hele morgen hetzelfde doet. Er zijn minder visites, eigenlijk toch een welkome afwisseling na een spreekuur. Ik vraag me af of dit niet een reden is dat jongeren het vak minder aantrekkelijk vinden. Ik weet wel dat veel oudere collega’s het er niet leuker op vinden worden.

Wat levert die preventie op? Waarschijnlijk is er winst van enige ‘gezonde jaren’ voor het individu, aangenomen dat patiënten zich houden aan de adviezen en richtlijnen van de dokter. Mensen krijgen echter dezelfde complicaties op latere leeftijd. Ik wil derhalve pleiten voor het volgende:

Preventie is een individueel belang; breng de preventie onder in een aparte organisatie, bijvoorbeeld als ‘commerciële’ poot van de huisartsenpraktijk, waarvoor men apart moet betalen of zich apart kan verzekeren.

Alleen gemotiveerde mensen doen nog maar mee, de rest mag gewoon doordrinken, -eten, -roken en voor de televisie hangen.

Huisartsen krijgen weer meer  tijd voor zorg , het vak waarvoor ze in eerste instantie hebben gekozen.

Als preventie winst oplevert in gezonde jaren, zal minder preventie het tegendeel bewerkstelligen. Het resultaat is een gemiddeld jongere bevolking, waardoor er relatief minder ouderen verzorgd hoeven te worden door meer jongeren.

Als preventie geen onderdeel meer is van het huisartsenpakket wordt het vak weer leuker. Er is weer meer tijd voor zorg. Het huisartsentekort wordt opgelost. Uitsluitend gemotiveerde mensen kunnen binnen een aparte organisatie voor preventieve geneeskunde werken aan hun eigen ‘gezonde jaren’-winst. Tegelijkertijd wordt er een bijdrage geleverd aan een oplossing van het vergrijzingsprobleem. Een gemiddeld jongere bevolking verkleint de kans op conflicten tussen de generaties.

Brunssum, november 2004

D.J.van Geel, huisarts