Ouderengeneeskunde moet uit het slop
4 reactiesOPINIE
Huisarts en specialist ouderengeneeskunde moeten samen voor ouderen zorgen
De zorg voor ouderen heeft een nieuwe impuls nodig. Dat kan het beste door een praktische aanpak waarbij de specialist ouderengeneeskunde en de huisarts geleidelijk een samenwerking opbouwen om goede ouderenzorg te bieden.
De ouderengeneeskunde is in het slop geraakt. Dat is vreemd, want zo’n tien jaar geleden begon de ouderengeneeskunde juist meer aandacht te krijgen. Dat was nodig, want tot dan werden ouderen meestal behandeld op de traditionele manier van klacht via (differentiaal)diagnose naar therapie. Het was een flinke kentering om minder in diagnoses te gaan denken en meer in functioneren. De International Classification of Primary Care (ICPC) werd deels verdrongen door de International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF). Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) lanceerde het SFMPC-model: somatisch, functioneel, maatschappelijk, psychisch en communicatief, en het zorgbehandelplan. De kaderopleiding ouderengeneeskunde kwam op gang en heeft inmiddels al honderd kaderhuisartsen afgeleverd. De KNMG maakte het standpunt ‘Sterke medische zorg voor kwetsbare ouderen’ en veel ziekenhuizen zijn senior friendly geworden. Het Nationaal Programma Ouderenzorg nadert zijn einde.
Stagnatie
Wat stagneert er? De brede implementatie van de ouderenzorg in de huisartsenpraktijk zet niet door. De vliegende start heeft geen vervolg gekregen. Veel huisartsenpraktijken werken nog op de traditionele manier. Dat is niet slecht, maar daardoor maken ze onvoldoende gebruik van de mogelijkheden die er zijn. Sommige zorggroepen zijn met een dbc ouderenzorg gestart, maar of dat de juiste weg is wordt door velen betwijfeld. Ouderenzorg is namelijk beslist geen deel van het vak dat makkelijk is af te zonderen, zoals diabetes- of COPD-zorg. De KNMG heeft dat met haar standpunt uit 2010 wel begrepen. Verschillende zorgverzekeraars hebben een module ouderenzorg, maar daarvan wordt nog weinig gebruikgemaakt. CZ laat weten dat slechts 37 procent van de huisartsenpraktijken deze module hanteert en dat daar de laatste tijd weinig groei in zit.
Specialisten oudergeneeskunde (SO’s) hebben de mogelijkheid gekregen om – meestal vanuit het verpleeghuis – huisartsen in de praktijk te gaan helpen wanneer dat nodig is. Ze kunnen huisbezoeken afleggen, complexe patiënten in kaart brengen en deelnemen aan patiëntbesprekingen in de praktijk. Voorlopig kost het de huisartsen niets omdat de AWBZ het (nog) betaalt. Toch maken maar weinig huisartsen gebruik van deze mogelijkheid.
Geen tijd
Waarom stagneert het dan? Navraag bij huisartsen levert vrijwel steeds hetzelfde antwoord op: geen tijd. Een enkeling meldt dat ouderenzorg onnodig is omdat het in essentie gewone huisartsenzorg is. Veel huisartsen weten de veelal intramuraal werkende SO’s niet te vinden en zien hun meerwaarde niet. Informatie over de voordelen van expliciete aandacht en specialistische hulp helpt dan vaak al veel. Het argument ‘geen tijd’ blijft.
Dat is jammer want expliciete aandacht voor ouderenzorg levert veel voordeel op. Om te beginnen tevreden patiënten. Na wat reserve en een afwachtende houding (‘wat moeten ze van me?’) zijn vrijwel alle ouderen tevreden met de extra, ongevraagde aandacht. Ze zijn vaak verrast dat problemen die ze geaccepteerd hadden als ongemakken van de leeftijd te behandelen zijn of in ieder geval met
aanpassingen beter te verdragen zijn. Incontinentie is zo’n verborgen probleem. Slecht lopen is vaak relatief eenvoudig flink te verbeteren met (tijdelijke) aandacht van fysiotherapie en ergotherapie. Verbetering van spierkracht geeft veel voordelen. Saneren van polyfarmacie is niet ‘afpakken’ maar gezondheid bevorderen. Depressie en eenzaamheid moeten gezien en benoemd worden om er iets aan te doen. Een klein duwtje of advies brengt mensen vaak op gang om weer dingen te gaan ondernemen. Gezond oud worden is tenslotte vaak een kwestie van blijven meedoen en van sociaal functioneren. Thuis zitten en nergens heen durven – bijvoorbeeld omdat het lopen moeizaam gaat – zijn slecht voor de gezondheid en harde indicatoren voor morbiditeit en mortaliteit. Soms gaan mensen alleen maar achteruit, maar ook achteruitgang kan vaak in goede banen worden geleid. Het is nuttig om met ouderen een noodplan te bespreken. ‘Wat doet u als er iets misgaat, bijvoorbeeld een longontsteking of een gebroken been, en u niet naar het ziekenhuis hoeft maar tijdelijk wel meer hulp nodig hebt?’ Erover praten hoe de zorg in zo’n situatie zou moeten zijn, is makkelijker als het nog goed gaat dan wanneer er hals over kop iets moet worden geregeld. Dat hoort bij Advanced Care Planning. In de praktijk blijkt dat vaak ontroerend simpel.
Organiseren
Huisartsen moeten weten dat expliciete aandacht voor ouderenzorg geen tijd kost maar tijd oplevert. Het is een kwestie van organiseren en investeren. Vilans heeft een handreiking gemaakt die kan helpen de ouderenzorg stap voor stap op gang te brengen (kennispleinchronischezorg.nl). De organisatie moet uitnodigen ermee aan de slag te gaan en er moet van de kant van de zorgverzekeraar een financiële tegemoetkoming komen die klantvriendelijker en stimulerender is dan de huidige regeling.
Klein beginnen en gebruikmaken van wat er al is. Niet een perfectionistisch protocol van deskundigen proberen in te voeren, maar een eigen werkwijze maken die past bij de praktijk. Ouderenzorg werkt het beste als het geïntegreerd wordt in het andere praktijkwerk. Prik een moment in de week en maak dat heilig. Een half uur is genoeg. Kies een anamnese/onderzoekslijst (Easy Care, (G)OUD). Ga met de praktijkondersteuner aan tafel zitten en begin met een, niet te complexe patiënt en breng die in kaart. Vervolgens langzaam opplussen met wat nodig is. Nodig een wijkverpleegkundige uit aan te schuiven. Vraag een fysiotherapeut of ergotherapeut om mee te doen. Ze komen graag, want velen zien zeker het nut van multidisciplinair en integraal samenwerken, maar hebben de mogelijkheden niet. Kijk of er in de buurt een specialist ouderengeneeskunde actief is in een verpleeghuis of zelfstandig en vraag die erbij.
Klein beginnen
We roepen de specialisten ouderen-geneeskunde op om klein te beginnen en gebruik te maken van wat er al is. Doe mee in de eerste lijn, dicht bij huisartsen en andere zorgverleners. Zorg dat ze u kennen, dat ze u weten te vinden. Begin door samen met een huisarts een keer op huisbezoek te gaan bij een paar oudere patiënten en bouw vanuit die ervaring verder op. Deel de dagelijkse zorg om patiënten met huisartsen en praktijk-assistenten. Doe diagnostiek door tijdens huisbezoeken de patiënten, hun mantelzorgers en het functioneren in kaart te brengen. Breng specialistische kennis in de eerste lijn: een depressie bij een demente patiënt met parkinson behandelen, is moeilijk voor een huisarts maar iets wat een SO wel kan. Gebruik bestaande netwerken en investeer in het kennismaken met hulpverleners die zich bezighouden met ouderengeneeskunde. Alleen dan kun je verwijzen op maat: die meneer naar die fysiotherapeut en die naar de dagopvang. Organiseer of sluit aan bij een overleg en maak een gezamenlijk plan. Wees bereid om in te springen als er een crisissituatie dreigt, ook op vrijdagmiddag. Laat zien hoe een SO een complexe casus kan ontrafelen en vereenvoudigen en een kwetsbare patiënt minder kwetsbaar kan maken door bijvoorbeeld medicatie te saneren of een mantelzorger te ondersteunen.
Kortom, lastig is het niet. Starten kost even tijd en energie, maar al snel levert het rendement op. Veel werk kan eenvoudig gedelegeerd worden. Werken vroeg in het zorgtraject past goed bij de huisarts en bij de specialist ouderengeneeskunde. Als ze dan ook nog goed samenwerken levert dat dubbel rendement op, betere kwaliteit en minder kosten, omdat onnodige en verkeerde zorg wordt vermeden. Maar de grootste winst is een oudere patiënt die tevreden is.
Martijn van Nunen, huisarts, Hoensbroek
Ester Bertholet, specialist ouderengeneeskunde, Velp
contact: m.vannunen@maastrichtuniversity.nl; cc: redactie@medischcontact.nl
Geen belangenverstrengeling gemeld
Lees meer
- Ouderengeneeskunde nieuwe stijl (maart 2013)
- Geen verzorgingshuis, maar wat dan? (mei 2013)
- Zolang mogelijk thuis (april 2010)
> Meer nieuws en artikelen over ouderengeneeskunde
<b>Download dit artikel (PDF)</b>
Stefanie Schellekens
specialist ouderengeneeskunde, Nijmegen
De ouderengeneeskunde moet inderdaad uit het slop en zich op hele korte termijn gaan optuigen en klaarstomen voor een dubbele grijze golf die bediend zal moeten worden. Ik ben het op alle fronten eens met collega’s Van Nunen en Bertholet (MC 44/2014...: 2170) dat het hoog tijd is dat huisarts en specialist ouderengeneeskunde de handen in elkaar gaan slaan en deze uitdaging samen te lijf gaan.
Sprekende voor mijn eigen beroepsgroep wordt telkens geopperd dat we de verpleeghuizen uit moeten komen, ons moeten profileren en onderscheiden. Ik ben er van overtuigd dat wij met onze specialistische kennis in de eerste lijn van meerwaarde zijn, echter mis ik nog steeds de broodnodige taakdelegatie in de intramurale setting die het juist mogelijk maakt dat we over de muren van het verpleeghuis kunnen gaan kijken. Zolang niet-complexe basiszorg en –taken nog veel te weinig gedelegeerd worden aan bijvoorbeeld verpleegkundigen, verpleegkundig specialisten en doktersassistenten kunnen wij nooit serieus fungeren als ’specialist’ in de ouderengeneeskunde.
F. Kadir-Klevering
huisarts, BUNNIK Nederland
Als ik het goed begrijp is de boodschap vooral: SO zoek Huisarts op...zou de huisarts het misschien niet moeten omkeren? Huisarts zoek SO op.
R.M.F.M. Leclercq
huisarts in ruste, MAASTRICHT Nederland
Deze interessante analyse van het gebrekkige zorgtraject gaat gepaard met verbeteradviezen. Een beter bewijs van de betrokkenheid van beide schrijvers met de fragiele oudere is er niet. Nu maar hopen dat de huisartsen de tijd investeren om na te denk...en, hoe het verder moet. En het slechten van de grenslijnen in de zorg is mooi meegenomen. Grenzen beperken de continuïteit van zorg. Dat moeten we niet meer willen.
L.C.M. Peen-Zwietering
specialist ouderengeneeskunde, HELMOND Nederland
Zo simpel is het dus, en het levert zoveel op, dus gewoon doen, dokters zou ik zeggen!