Niet op het laatste moment
Plaats een reactieMet genoegen lees ik dat de KNMG, bij monde van Eric van Wijlick, de handschoen heeft opgepakt die de NVVE haar heeft toegeworpen: de onmiskenbare rode draad die door alle verhalen in ons boek over de euthanasiepraktijk loopt - het belang van een communicatie die niet alleen openheid vereist maar vooral ook tijdigheid en professionaliteit van de zijde van de arts - wordt in het artikel Niet op het laatste moment (MC 20/2005: 858) hartelijk onderschreven. De eerlijkheid gebiedt te melden dat de NVVE vindt (en dit haar leden ook zegt) dat de patiënt/verzoeker ook de plicht heeft om in die communicatie net zo open en tijdig te zijn!
Jammer dat bij het pleidooi voor een tijdige inschakeling van de SCEN-arts (Steun en Consultatie bij Euthanasie in Nederland, red.) onbesproken blijft dat een vraag om steun (de S uit SCEN) een andere is dan die om (de wettelijke) consultatie (de C). Deze twee functies vragen andere competenties en vinden op een ander moment in het euthanasietraject plaats. Uit het boek, maar ook uit signalen die wij uit het veld krijgen, blijken deze twee functies in de contacten met artsen en verzoekers frequent en storend (!) door elkaar te worden toegepast. Daardoor roept dit het beeld op van een SCEN-arts die uiteindelijk de beslissing over de inwilliging van het euthanasieverzoek finaal beïnvloedt.
Het is wenselijk dat de in de naam SCEN verborgen dubbele functie in de opleiding, maar ook in de regelgeving vanuit de KNMG, meer aandacht krijgt.
Amsterdam, juni 2005
Rob Jonquière, directeur NVVE, Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde
- Er zijn nog geen reacties
