‘Kwetsbare ouderen eerder opsporen’
1 reactieMet een eenvoudige vragenlijst kunnen huisartsen al vroeg signaleren of een oudere patiënt tekenen van kwetsbaarheid vertoont.
En dat is nodig, stelt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) in een rapport over kwetsbare ouderen dat vandaag verschijnt. Als het lukt om de kwetsbare ouderen tijdig te herkennen, kan zware, kostbare zorg wellicht nog worden voorkomen.
‘Kwetsbaarheid’, zo definiëren de auteurs het begrip, is een proces van achteruitgang door een opeenstapeling van lichamelijke, psychische en/of sociale tekorten, met het risico op functiebeperkingen, opname of overlijden.
Huisartsen zien 80 procent van de kwetsbare ouderen. Daarom is het belangrijk dat juist zij voldoende tijd vrij maken om met oudere patiënten te praten over het behoud van de kwaliteit van leven, ook zonder dat de feitelijke klachten daar aanleiding toe geven. Die tijd is echter beperkt.
Een korte vragenlijst van vijftien ja-neevragen, die ouderen zelf kunnen invullen, kan helpen om de kwetsbaren onder hen snel en met weinig kosten op het spoor te komen. Het gevolg kan zijn dat de ouderen langer de regie houden over hun kwaliteit van leven.
Voor hun onderzoek volgden de onderzoekers van het SCP zeven jaar lang een groep van honderden 65-plussers. Het aandeel kwetsbare ouderen onder hen groeide in die zeven jaar van 22 naar 28 procent.
De kans dat zelfstandig wonende ouderen binnen een paar jaar in een verzorgings- of verpleeghuis worden opgenomen, bleek bij kwetsbaren bijna vijfmaal zo hoog als bij niet-kwetsbaren. Ook de kans op overlijden is groter: van de kwetsbaren stierf 22 procent binnen drie jaar, van de niet-kwetsbaren 6 procent.
Landelijk waren er volgens het SCP in 2010 bijna 700.000 kwetsbare personen van 65 jaar of ouderen, in 2030 zullen dat er meer dan een miljoen zijn. Toch neemt het relatieve aandeel kwetsbaren onder de 65-plussers af tot 25 procent. Dat komt vooral door een toegenomen opleidingsniveau.
In de laatste twaalf maanden heeft 60 procent van de kwetsbare ouderen verpleging en verzorging gekregen op grond van de WMO of de AWBZ. Door vroegtijdige signalering door huisarts of WMO-ambtenaar kan het percentage ouderen dat geen verpleging en verzorging ontvangt (nu nog 40%) omlaag, en kunnen opnames worden uitgesteld.
Wat kan de huisarts doen als hij eenmaal kwetsbaarheid heeft vastgesteld? ‘Hij kan dan uitgebreid onderzoek doen en de patiënt eventueel verwijzen naar een geriatriepoli’, zegt SCP-onderzoeker Crétien van Campen. ‘Vervolgens kan met name de praktijkondersteuner een huisbezoek afleggen en een rol spelen in de coördinatie van de zorg.’ Want, zegt het rapport: ‘Kwetsbare ouderen met meervoudige problematiek lijken gebaat te zijn bij integrale zorg, met één aanspreekpunt voor de oudere en zijn familie.’
Ook de KNMG bepleit een ’proactieve werkwijze’ van de huisarts in de zorg aan oudere patiënten (MC 16/2010: 710). Dat zou onder meer tot uitdrukking moeten komen in casefinding op kwetsbaarheid en periodieke screening op polyfarmacie.
Joost Visser
Meer nieuws
<b>Rapport: Kwetsbare ouderen</b>
Bart Bruijn
huisarts, Streefkerk
Nuttig en behartenswaardig. Maar.......randvoorwaarden, randvoorwaarden, randvoorwaarden. En niet korten, korten, korten.