Laatste nieuws
Dick Meerman
3 minuten leestijd
Federatienieuws

KNMG: Beroepsgeheim

Plaats een reactie

Het Vademecum van de KNMG staat stevig op de kaart! De LHV meent dat de Zorgverzekeringswet het beroepsgeheim aantast zoals dat staat verwoord in het Vademecum. Zij vraagt sympathisanten een brief tegen de invoering van de wet te ondertekenen met de tekst: ‘Voor het verstrekken van informatie aan zorgverzekeraars blijf ik handelen conform de huidige richtlijnen van de KNMG.’



Van zijn kant schrijft Hoogervorst in een brief (3 juni) aan de Tweede Kamer dat de wet niet in strijd is met het beroepsgeheim. Integendeel, de Zorgverzekeringswet regelt de toegang tot persoonsgegevens voor de verzekeraars explicieter en met een steviger juridische basis dan de Ziekenfondswet. Hij schrijft: ‘Zo is in het Vademecum expliciet de ontheffing van de zwijgplicht door de wettelijke plicht tot gegevensverstrekking opgenomen.’ Voorwaar, hij kent zijn klassieken! LHV en Hoogervorst doelen bijvoorbeeld op KNMG-gedragsregel II,15: ‘De arts heeft de plicht tot zwijgen (...). Hij is hiervan ontheven (...) door wettelijke plicht tot gegevensverstrekking.’ Het betreft een modificatie van het geheimhoudingsartikel uit de BIG (art. 88), met de in de Grondwet art 10 gegeven wettelijke mogelijkheid tot beperking van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer.



Wie De Eendimensionale Mens van Herbert Marcuse voor de geest staat, beseft dat de LHV en Hoogervorst, in aanval tegen en verdediging van de Zorgverzekeringswet, beiden het gelijk aan hun zijde hebben. Marcuse onderscheidt de taal van het technocratisch bestuur van die van de actievoerder. In bestuurlijk spreken worden begrippen identiek met hun functie. In actievoerdertaal evoceert het kritische potentieel dat na de operationalisering tot privacywetgeving bij de patiënt nog in het woord beroepsgeheim aanwezig bleef. Hannie van Leeuwen voerde op 8 juni in de Eerste Kamer het bestuurlijke kunstje op. Zij maakte van de privacy van de patiënten een - weliswaar mager - punt; Hoogervorst was haar immers met zijn brief al voor geweest. Hij kon makkelijk toezeggen, wat hij al toe-gezegd had. Maar al leek het op het articuleren van het patiëntenbelang, het was niet wat de LHV wilde evoceren. De huisartsen wilden zich  sterk maken voor de bescherming van het geheim van de patiënten in hun spreekkamer. Het was tegen die achtergrond  opvallend dat de NPCF in haar adhesiebetuiging aan de wet het privacyprobleem juist niet noemde. ‘Patiënten als collectief’ zijn kennelijk iets anders dan ‘de patiënten van de huisarts’. Deze laatsten lieten zich aanspreken op wat het beroepsgeheim aan betekenis heeft of had voor de openhartigheid waarmee zij hun klachten op zijn tafel willen leggen.



Wat zou Hippocrates van dit alles gevonden hebben? Hij zou zowel bij de huisartsenactie als bij de plannen van de minister zijn wenkbrauwen hebben gefronst. Wat de huisartsen betreft zou hij ironisch hebben opgemerkt dat hij de belofte tot geheimhouding in zijn eed als een wervende tekst heeft bedoeld richting patiënten: je kan de arts vertrouwen! Ook nu nog zullen patiënten naar hun huisarts teruggaan wanneer hij eenmaal hun vertrouwen heeft gewekt. Beiden zien namelijk dat openhartigheid tussen patiënt en arts - die alleen bestaat op basis van vertrouwen - de adequaatheid van de diagnose en de doeltreffendheid van de behandeling zal bevorderen. De minister wil toch kwaliteit van zorg? Juist daarom moet hij tot uiterste terughoudendheid worden bewogen in het gunnen van bevoegdheden aan verzekeraars in het dossier in te breken. Hippocrates zou echter het huidige debat over de al dan niet in de wet vast te leggen restricties op de toegang tot persoonsgegevens niet geheel hebben kunnen volgen. Hoe restrictief een wettelijke regeling van openbaarmaking ook is, voorbijgegaan wordt daarmee aan Hippocrates’ inzicht dat artsen moeten beseffen (zoals zijn patiënten al weten!) dat veel in de arts-patiënt relatie besproken dingen naar hun aard geheim zijn. Deze laten zich niet als uitzonderingsbepaling benoemen.



Dick Meerman, beleidsmedewerker KNMG


Correspondentieadres:

d.meerman@fed.knmg.nl


Federatienieuws KNMG zorgverzekeraars beroepsgeheim
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.