Insulinetherapie niet voordelig bij septische shock

Intensieve insulinetherapie geeft bij patiënten met een septische shock geen betere kortetermijnoverleving dan conventionele therapie. Het gaat hier om ic-patiënten die met hydrocortison werden behandeld. Tot die conclusies komen Djillali Annane c.s. op basis van een Franse multicentertrial. De resultaten staan in JAMA van januari.
Ruim 500 patiënten met een septische shock en multiorgaanfalen die corticosteroïden kregen toegediend, werden in vier groepen onderverdeeld: conventionele insulinetherapie (streven naar glucose onder 8,3 mmol/l) met en zonder fludrocortison, en intensieve insulinetherapie (streven naar glucose tussen 4,4 en 6,1 mmol/l) met en zonder fludrocortison.
De mortaliteit tijdens ziekenhuisopname was bij intensieve behandeling iets hoger dan bij conventionele behandeling (46 versus 43%). Het toevoegen van fludrocortison verbeterde de mortaliteit niet.
Intensivist Greet van den Berghe van de Katholieke Universiteit Leuven plaatst in een begeleidend commentaar wel wat kanttekeningen bij de studie: een veel te kleine groep en maar weinig verschil tussen de bereikte glucosewaardes in beide groepen. Deze lagen rond de 7 mmol/l in de intensieve groep en rond de 8 in de andere. Volgens haar is een trial van veel grotere omvang nodig om duidelijk te maken wat de beste aanpak is bij deze groep patiënten.
Zo’n onderzoek is gezien de hoge mortaliteit hard nodig. Hoe precies om te gaan met de verhoging van suikerwaardes die wordt veroorzaakt door steroïden, is met deze studie nog niet duidelijk geworden. SB

JAMA 2010; 303: 341-8 en 365-6