‘Artsen moeten meer aandacht hebben voor lachgas’
Afkicktherapieën slaan niet aan bij de verslaafde jongeren
1 reactieDe Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) slaat alarm over de verslavende werking van lachgas waardoor jongeren in de problemen komen. Bovendien slaan de therapieën die normaliter gangbaar zijn bij verslaving niet aan bij deze groep.
Nadat eerder de neurologen, revalidatieartsen en cardiologen waarschuwden voor de lichamelijke schade die lachgas kan aanrichten, roept nu Leontien Los, psychiater en lid van de NVvP-afdeling Verslavingspsychiatrie, op tot meer bewustzijn van dit probleem.
‘Er is tot nu toe vooral aandacht geweest voor de neurologische gevolgen, zoals vitamine-B12-tekort, en het risico op verkeersongelukken, maar de verslavende werking is onderbelicht. Het idee bestaat dat lachgas niet zo verslavend is. Op de site van het Trimbos-instituut staat bijvoorbeeld dat lachgas verslavend lijkt te zijn.’
Lachgas wordt sinds 2016 in toenemende mate recreatief gebruikt vanwege de korte milde roes en de psychedelische effecten. Vanaf 2016 valt lachgas niet langer onder de Geneesmiddelenwet (waarbij verkoop voor oneigenlijk gebruik verboden was) maar onder de Warenwet en werd het middel makkelijk toegankelijk.
Elf criteria
Bestuurslid Jelmer Weijs van de Vereniging voor Verslavingsartsen Nederland en werkzaam in de Jellinek-kliniek in Amsterdam geeft aan dat het ook onder verslavingsartsen evident is dat lachgas verslavend is. ‘Al vrij snel na de opkomst van lachgas zagen we mensen die voldeden aan een stoornis in het gebruik van middelen volgens de DSM-5-criteria.’ Er zijn elf criteria waaraan dit wordt getoetst, zoals vaker en in grotere hoeveelheden gebruiken dan het plan was, sterk verlangen om te gebruiken, voortdurend gebruiken (ook als iemand daardoor in gevaar komt) en blijven gebruiken ondanks dat het problemen meebrengt op het relationele vlak. Als aan zes of meer criteria wordt voldaan, is er sprake van een ernstige stoornis.
De voorbeelden uit de praktijk spreken volgens Weijs boekdelen. ‘Tijdens hun opname in het revalidatiecentrum als gevolg van het lachgas, gaan deze jongeren alsnog naar een park om te gebruiken: dat doe je niet zomaar als het niet verslavend is.’
Volgens Weijs is de publieke opinie dat lachgas onschuldig is, langzaam aan het kantelen. Hij verwijst naar berichten over een ondernemer van Turkse komaf die een levendige handel in lachgastanks had. ‘Nadat hijzelf, een aantal van zijn vrienden en klanten lichamelijk klachten kregen door het lachgas, is hij juist voorlichting gaan geven via sociale media om jongeren van het lachgas te houden’.
Bepaalde subpopulatie
Psychiater Marianne Post (Brijder Jeugd, Zuid-Holland) heeft de afgelopen twee jaar het probleem in Den Haag zien toenemen. ‘Van een enkele melding per jaar wordt nu 10 procent van onze aanmeldingen veroorzaakt door lachgas. Van de vierhonderd patiënten zijn dat er dus veertig per jaar.’ Ook in Rotterdam en Amsterdam bleken ze dit patroon te zien. ‘En wat verder opvalt is dat het jongeren zijn die we normaliter niet met een drugsverslaving zien. Ze waren goed bezig met hun opleiding of baan, hebben een blanco psychiatrische voorgeschiedenis, maar gaan vervolgens helemaal ten onder aan lachgas.’
Weijs herkent dit beeld en ziet ook dat dit specifiek in een bepaalde subpopulatie erg problematisch is. ‘Lachgas wordt relatief veel gebruikt door jongeren met een Turkse of Marokkaanse achtergrond.’
Ton Nabben, drugscriminoloog aan de Hogeschool van Amsterdam heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de motieven van Marokkaanse jongeren en licht verder toe. ‘In de Marokkaanse gemeenschap zien we dat het alcohol- en tabaksgebruik gewoonlijk laag is, maar dat lachgas juist veel wordt gebruikt omdat het niet als verslavend wordt gezien. Daarnaast merk je niet aan iemand dat hij lachgas heeft gebruikt, dus kunnen ze het makkelijk geheim houden voor familie.’ Nabben heeft dertien jongeren geïnterviewd. Hieruit blijkt dat het gebruik vaak begint in groepsverband, maar vervolgens loopt het uit de hand, raken ze in een isolement en gebruiken ze het in hun eentje.’ Nabben heeft de indruk dat sinds de coronapandemie meer lachgas wordt gebruikt, door de toenemende verveling.
‘Je merkt niet aan iemand dat hij lachgas heeft gebruikt, dus het is makkelijk geheim te houden’
Taboecultuur
Het is belangrijk dat er een goede behandeling voor hun verslaving komt, zegt psychiater Post. ‘Er wordt een groot beroep op de crisisdienst en politie gedaan door deze jongeren. Als ze veel gebruikt hebben, zijn ze angstig, paniekerig, met psychotische belevingen en soms zelfs suïcidaal. Maar zodra we ze voor hun verslaving in behandeling willen nemen, is dat lastig omdat ze na het gebruik bijna geen lijdensdruk ervaren.’ Post en haar collega’s vermoeden dat lachgas neurocognitieve schade aanricht en specifiek invloed heeft op de besluitvormingsprocessen in de hersenen. ‘Ze worden impulsief, gaan bagatelliseren en kunnen oorzaak en gevolg niet goed meer van elkaar scheiden. Daardoor zien ze dus ook niet welk effect lachgas heeft op hun functioneren. De therapieën die we normaliter gebruiken bij verslaving slaan dan ook niet aan, omdat ze geen ziekte-inzicht tonen.’
Dit is verontrustend en de hulpverleners voelen zich ook machteloos. ‘We trekken alles uit de kast, maar het beklijft niet.’ Weijs herkent dit uit de Jellinek-kliniek. ‘Ook ik hoor van onze verslavingspsychologen dat deze cliënten niet goed in zorg te houden zijn; ze verdwijnen vaak uit beeld.’ Nabben geeft aan dat bij de Marokkaanse gemeenschap ook meespeelt dat hulp zoeken moeilijk is door de taboecultuur. ‘Daarnaast is het in de straatcultuur waar dit zich onder andere voordoet, niet gebruikelijk om je zwakte te laten zien’.
Publieksvoorlichting
Er zou veel meer aandacht voor preventie moeten komen, vinden ze alle vier. Onderzoeker Nabben kreeg in 2020 het verzoek van de GGD Amsterdam om te adviseren over een campagne binnen de groep jongeren van Marokkaanse afkomst. ‘Een van de zaken die ik heb voorgesteld is om naar de hotspots van het gebruik toe te gaan, vaak aan de randen van de stad, en hen te bewegen om zich te laten behandelen als ze verslaafd zijn.’
Naast publieksvoorlichting pleiten de psychiaters voor meer multidisciplinaire samenwerking in de regio. ‘Zoek verslavingsartsen, neurologen, huisartsen en revalidatieartsen in jouw regio op.’ Bovendien moet er veel meer kennis komen over de langetermijneffecten van lachgas op de hersenen en wat nu precies maakt dat het middel zo verslavend is.
De NVvP wil bij de politiek meer aandacht voor de gevaren van lachgas genereren. Er ligt een wetsvoorstel klaar om lachgas voor oneigenlijk recreatief gebruik te verbieden door het op lijst II van de Opiumwet te plaatsen. Het wetsvoorstel moet nog door de Tweede Kamer worden aangenomen, maar momenteel bekijkt het kabinet de praktische uitvoerbaarheid. De handhaving levert vermoedelijk zoveel extra druk op voor met name de politie dat er meer geld voor nodig is.
Overigens heeft de helft van de gemeentes in Nederland al zelf een (volledig of plaatselijk) verbod tot handel en gebruik van lachgas ingesteld.
Lees ook:
B.J. Kole
Huisarts, Utrecht
Ah, mooi
Ieder opiniestuk dat begint met: "Artsen (of vul in iedere willekeurige zorgverlener) moeten....." gaat bij mij meteen ongelezen de virtuele shredder in.
Probeer het nogmaals met een andere insteek.
Goede paasdagen!