What the f*ck?!
Falende psychiatrische zorg
2 reactiesWhat the f*ck?! Hoe het falen van instanties leidde tot de moord op mijn broer Joost. Saskia Wolters, Uitgeverij Growingstories, 312 blz., 24,99 euro.
bestellen
Op 27 juli 2017, om half twaalf ’s avonds, gaat bij de hoogzwangere Saskia Wolters de bel. Haar ouders staan voor de deur. Joost – haar broer, hun zoon, echtgenoot en vader van een acht maanden oud zoontje – is begin die avond op weg naar huis in een volle Amsterdamse metro doodgestoken. Het duurt dagen voordat het Nederlands Forensisch Instituut sectie heeft verricht en de nabestaanden naar hem toe mogen. Het duurt nog veel langer, dik twee maanden, voordat ze van de officier van justitie vernemen wat er precies is gebeurd.
Dader is Philip O., een man met psychiatrische problemen en een fors strafblad. Die 27ste juli heeft hij verlof gekregen van de gesloten psychiatrieafdeling van het AMC. Hij heeft gedronken en draait zogeheten murder music op zijn koptelefoon als hij lijn 53 instapt. Joost kent hij niet en is zijn willekeurige slachtoffer. Bij de volgende halte stapt hij uit, maakt een dansje, likt het bloed van zijn mes en laat zich kalm arresteren. Voor zijn delict zal O. vijf jaar cel en tbs met dwangverpleging krijgen.
Over de zoektocht hoe deze brute moord kon gebeuren en de impact ervan op haar en haar familie heeft Wolters een zeer indringend en gedetailleerd boek geschreven. What the f*ck?! waren de laatste woorden van Joost, maar de titel slaat evengoed op de vaak defensieve, weinig empathische bejegening die diverse betrokkenen jegens de nabestaanden tonen. Zoals de verantwoordelijken bij het AMC, die uit angst voor gezichtsverlies of krampachtige bescherming van het beroepsgeheim, aanvankelijk vooral bezig zijn met het verschuiven van verantwoordelijkheden naar andere instanties (na twee jaar trekt het AMC wel het boetekleed aan). Of de officier van justitie, die na de uitspraak op hen komt toelopen. ‘Ik weet niet of ik haar te woord kan staan, ik ben bang dat ik ontplof’, schrijft Wolters daarover. ‘Als we zeggen dat we teleurgesteld zijn in de uitspraak, is ze verbaasd. “Dit is nu eenmaal het systeem.”’
Met de wijsheid van nu: als de betrokken instanties goed hadden samengewerkt, had O. nooit op verlof gemogen en had deze moord voorkomen kunnen worden. Wolters’ gekwetstheid, verdriet en woede zijn zeer voorstelbaar. Maar Wolters toont zich niet verbitterd en is bewonderenswaardig strijdvaardig. Ze wil met haar boek bijdragen aan een veiligere maatschappij en hoopt dat betrokken partijen van hun tekortschieten zullen leren: meer menselijkheid en openheid jegens nabestaanden tonen, gemaakte fouten durven toegeven, onderling veel beter informatie delen, verantwoordelijkheid durven nemen.
W.J. Duits
Bedrijfsarts, Houten
Helemaal mee eens collega van Dam, het is een systeem probleem. Waarbij ook justitie een niet onbelangrijke rol speelt.
J.M.C. van Dam
Psychiater, Amsterdam
Is het mogelijk om een iets genuanceerdere kop boven deze boekrecensie te zetten?
Falende samenwerking tussen verschillende instanties?
Ik ben een beetje klaar met het “psychiatrie”-bashen.
Dank vast
Anne-Marie van Dam