Magneet versus technologische hoogstand
Plaats een reactieAls lid van de richtlijncommissie ICD & levenseinde wil ik reageren op het Praktijkperikel over de man die op zijn sterfbed nog vele stroomstoten van zijn ICD moet verwerken (MC 3/2013: 155). Deze casus onderstreept het belang van de richtlijn, die ieder moment het levenslicht kan zien, en waarin wordt betoogd om het beleid ten aanzien van de ICD met regelmaat te herzien en daarbij niet alleen naar de cardiologisch aspecten te kijken, maar ook naar comorbiditeit en wensen van de patiënt. Dat gesprekken hierover lastig zijn en nog niet overal gebruikelijk zijn, is een feit. Hopelijk helpen de documenten ‘Tijdig bespreekbaar maken van het levenseinde’, die de KNMG in samenwerking met ouderenbonden en NPCF heeft opgesteld. Ook het verschijnen van de richtlijn reanimatie bij kwetsbare ouderen (Verenso) later dit jaar zal hopelijk bijdragen aan het op de kaart zetten van advance care planning.
In de richtlijn ligt de focus op het tijdig anticiperen – het liefst als patiënt nog mobiel is – en in het ziekenhuis de shockfunctie van de ICD uitzetten. De magneet is slechts bedoeld voor noodgevallen. Door met z’n allen alert te zijn en transmuraal samen te werken, kunnen we zorgdragen voor passende medische zorg tot de dood. Niet primair ingegeven door de kosten, maar vanuit oog voor kwaliteit van leven en kwaliteit van sterven.
Daarnaast wordt ook het beleid voor de diverse pacemakers beschreven. Pacemakers hebben geen shockfunctie en deze hoeft dus niet gedeactiveerd te worden door een magneet.
Yvonne G. van Ingen, specialist ouderengeneeskunde Zuid-Scharwoude
- Er zijn nog geen reacties