Zonder steun in de beklaagdenbank
2 reactiesDe nacht ervoor breng ik wakend door. Eenmaal onderweg komt mijn mooie, zelfgemaakte winterjas van de weeromstuit tussen auto en portier terecht, met een smeervlek tot gevolg. Weg smetteloos voorkomen. Met een kurkdroge mond arriveer ik bij het Paleis van Justitie, in gezelschap van mijn partner en mijn medisch manager, beiden arts. Maar klagers bedingen met succes een zitting achter gesloten deuren. Daar zit ik dan, mét twee collega’s, die ook gedaagd zijn, maar zónder mijn steun en toeverlaat, mijn partner.
Klagers achten mij een waardeloze psychiater, die hun familielid de dood heeft ingejaagd. Haar beeltenis in A4-formaat staat prominent op tafel. Zij kijkt mij aan, ik kijk met mededogen terug. Ze was ongeveer net zo oud als ik.
Vijf uur lang beantwoord ik vragen, hoor ik verwijten aan en citeer ik uit het dossier dat ik welhaast kan dromen, inclusief de lithiumspiegels. Ik moet uit mijn vak gezet worden, ik maak de medische stand te schande, ik weet niet wat ik hen heb aangedaan. Ik bedwing mijn tranen, mijn onmacht. Ik weet hoe het voelt om een nabij familielid door suïcide te verliezen. Ik snap hun radeloosheid, het verdriet, de woede die op mij gericht wordt. Ik incasseer.
Na twee maanden volgt de uitspraak: ik krijg een waarschuwing. Mijn advocaat adviseert in hoger beroep te gaan. Ik pas. Niet nog zo’n traject. Ik leer wel leven met een waarschuwing, al voelt het als smet op mijn blazoen als beginnend psychiater. Nu, twintig jaar later, oefen ik het allermooiste specialisme nog steeds met verve uit. Gelukkig is er leven na een tuchtzaak.
W. van der Pol
Ziekenbuispotheker, Delft
5 uur lijkt mij wel erg lang voor een zitting. De essentie in de uitspraak ontbreekt. Het tuchtrecht wordt in deze casus wel erg atypisch getypeerd.
M. Willemsen
huisarts, Heerenveen Nederland
Jeetje heftig hoor en ook bemoedigend. Bedankt voor het delen.