‘Het is een generatiedingetje’
Voor onze eindejaarsspecial met als thema ‘generaties’ zijn wij op zoek naar jullie verhalen over verontrustende of grappige momenten tussen u/jou en oudere of jongere collega's of patiënten.
Voor onze eindejaarsspecial met als thema ‘generaties’ zijn wij op zoek naar jullie verhalen over verontrustende of grappige momenten tussen u/jou en oudere of jongere collega's of patiënten.
Na onze verhuizing ging ik met mijn zoon (destijds 7) naar een nieuwe tandarts. Hij had een slecht melkgebitje, had al veel behandelingen gehad zonder dat dat problemen opleverde, en had nu een kies met een abcesje. De nieuwe tandarts had veel ervaring met kinderen; elke stap die ze ging doen legde ze uit. Dat ging goed tot ze de naald liet zien.
Op het harde ijs van de Weissensee was ik hard op mijn knie gevallen. Die pijn! Eerst het verbijten. Dan voorzichtig wrijven en kijken: gelukkig geen bloed. ‘Gaat wel weer over’, denk en hoop je dan. ’s Avonds ging het al een stuk beter, vooral na wat bier en een paar glazen Oostenrijkse wijn.
Het is weekend en vader (ondergetekende) en dochter Willemijn van een jaar of vier staan gezellig in de keuken. Willemijn wil graag helpen met aardappels schillen en heeft op een onbewaakt moment een scherp mesje in handen gekregen. Het laat zich raden: ze snijdt zich in een vingertje. Schrikken natuurlijk want het bloedt, maar vader weet raad: zwaluwstaartje erop en een pleister. Niks aan de hand, gaat vanzelf over.
Dokteren op jezelf omvat ook zelfdiagnostiek. Zo heb ik ooit de onterechte diagnose nierstenen bij mezelf gesteld en daar drie verschillende huisartsen in meegenomen. Het begon met een koliekachtige aanval op tweede kerstdag: heftige, acuut ontstane flankpijn links met bewegingsdrang, die na ongeveer een uur acuut weer ophield.
Er was een tijd dat ik kleren naaide voor de kinderen en voor mezelf. Op het vloerkleed spreidde ik de stof uit om de patronen erop te spelden. Zo gebeurde het een keer dat ik blijkbaar een speld was kwijtgeraakt, die zich had verstopt in het tapijt. In huis loop ik altijd op sokken en op deze zondagochtend, waarop ik dienst had, liep ik op kousenvoeten over het tapijt. Au!
Op advies van een cardioloog heb ik een 6 leads Kardia ecg-apparaatje gekocht. Erg handig om bij visites atriumfibrilleren aan te tonen. Uiteraard even bij mijzelf uitgeprobeerd, en ja hoor: een RBTB!
Mijn vrouw en ik waren beiden als arts werkzaam op Curaçao. Ik liep in allerijl – enthousiast als ik was tijdens het bezoek van een 'niet medische' vriend – naar de auto, helaas met mijn hoofd tegen een naar buiten slaande hoek van een vlijmscherp raamkozijn. Het resultaat was een flinke jaap die niet geplakt kon worden.
De liefde voor het observeren en herkennen van vogels was begonnen in de jaren tachtig toen wij een aantal jaren in Afrika werkten en woonden. Ons huis met een weelderige tropische tuin bevond zich op het terrein van het St. Josephs Hospital in het plaatsje Kilgoris, gelegen in de westelijke hooglanden van Kenya.
Wat was en ben ik blij met mijn geneeskundeopleiding. In Maastricht kregen we in het eerste jaar EHBO. Vrijwel meteen kon ik de heimlichmanoeuvre toepassen toen mijn zus zich verslikte in een rijstkorrel. Reactie van de familie: ‘Oh, jij wordt echt een dokter’. Dachten ze dat ik wiskunde studeerde of zo.
Mijn man en ik klussen graag samen. Hierbij is altijd een duidelijke rolverdeling: ik klus en hij geeft het gereedschap aan (net als op de ok). We hebben in de loop der jaren ontdekt dat deze methodiek het beste werkt voor een stabiele voortgang van onze liefdesrelatie. Na weer een druk klusweekend, waarin mijn man de laatste tegels onder het badmeubel had gemonteerd, die ik op maat had gesneden, klaagde hij de volgende morgen over forse pijnklachten in zijn onderrug.
Het is nu zo’n vijftien jaar geleden. Het hardlopen ’s zomers, in een sportshirt met een ruime V-hals, had zijn tol geëist, tenminste dat dacht ik, zeker na een nascholing door de plaatselijke dermatologen over huidkanker. Toen het aanstippen van het onrustige plekje ter hoogte van het proximale deel van het sternum met stikstof onvoldoende resultaat had, vond ik het tijd voor drastische maatregelen.
Zaterdagnacht, 4 uur. Ik draai me om in bed en de wereld begint te draaien. Ik spring uit bed en merk dat de duizeligheid afzakt. Gelukkig, geen neuritis, dan zal het wel BPPD zijn.
Vierde kind, dus je zou denken dat je een beetje weet hoe het moet. Toch is ook deze bevalling weer anders. Matige, onregelmatige weeën, waarvan de frequentie maar niet toeneemt. Ik word wat ongeduldig en begin te twijfelen of dit kind er überhaupt nog uit gaat komen!
Ja hoor, ik moet bekennen dat ik in de knie van mijn 93-jarige vader heb gespoten. Hij was sinds een jaar weduwnaar en zag zijn kans schoon om met ons mee te gaan naar ons huisje in de Alpen – mijn moeder zag dat nooit zitten. Ik dacht al, dat gaat problemen geven met zijn artrotische knieën.
Mijn eerste zinnetje was volgens mijn ouders ‘zelf doen!’ Die strijdkreet blijft als een rode draad door mijn leven lopen. Ik heb niet voor niets een solopraktijk als huisarts. Verder ben ik een notoire friemelaar. Velletjes aan nagels, korstjes en pukkels zijn niet veilig voor mij.
Op een zondagmorgen in oktober 1978, enige dagen na de geboorte van ons eerste kind, kreeg mijn echtgenote Inez heftige pijn van de verstandskies links in haar onderkaak die half was doorgekomen, met een flinke ontsteking eromheen.
Mijn vrouw was een weekendje weg en ik besloot om met een vriend een stevig stuk te gaan mountainbiken. Al snel spijt hiervan, want eenmaal thuis na de fikse stuitertocht, bleek mijn zachte aambei zich vrij rap te ontwikkelen in de getromboseerde variant. De paracetamol, NSAID, koude ijskompressen en liggen ten spijt, de pijn werd er niet minder van. Ik had mijn zoontje thuis en zag geen mogelijkheid om de buren te vragen even op te passen, zodat ik naar de SEH kon voor een incisie ter ontlasting van de trombose.
Mijn opa Kees, Keessie voor de omgeving, was de enige boer op het dorp die tussen de middag een glas wodka dronk, de andere boeren en buitenlui hielden het bij een jonge jenever of een glas melk. ‘Waarom drink je dat, opa?’ vroeg ik, de straffe geur opsnuivend. ‘Jongen’, zei hij, ‘Russen drinken dit al eeuwen, heb jij ooit een Rus gezien met griep of een of andere ontsteking?’ Ik had sowieso nooit een Rus gezien. ‘Welaan’, vervolgde opa, ‘wodka is ontsmettend’; ‘desinfecterend’, zei hij deftig.
‘Help, mama, help! Het gaat niet goed met mij! Alles draait!’ Midden in de nacht werd ik gebeld door mijn jonge puberzoon vanuit zijn bed. Ik snelde naar zijn kamer, mijn doktersbrein sprong aan: ABC goed, ziek maar helder, normale spraak, globaal symmetrische motoriek. Streng maande ik hem dat hij toch echt even zijn ogen moest openen. Er was een flinke horizontaal rotatoire nystagmus. Dat zal wel een neuritis vestibularis zijn, was mijn conclusie.
In 2021 ging ik voor het eerst met mijn gezin skiën in een heel klein dorpje in de Oostenrijkse bergen met mijn kinderen van 2, 4 en 6. Er was in het dorp een kerk, een hotel, enkele boerderijen en een piepklein supermarktje. Op de tweede avond bedachten de kinderen dat het leuk was om op hun slaapkamer tikkertje te doen met de lampen uit. Na drie minuten hoorden mijn vrouw en ik een harde knal, gevolgd door een luid gehuil. De jongste was met zijn kin tegen een kast aan gevallen en had een flinke, bloedende wond.
‘Het is vast een wrat’, zei ik, terwijl ik het bobbeltje onder de voet van zoontje J. vluchtig bekeek. Na vijf tellen was ik het voorval vergeten. Maar een paar dagen later strompelde hij een beetje.
Mijn vader was Surinaams geneesheer van de oude stempel: zijn eigen vader opereren, thuis zijn eigen vrouw verlossen, zijn kroost vaccineren, hij draaide er zijn hand niet voor om. En voor de hele extended family was hij onbezoldigd huisarts, dag en nacht, probleemloos. Hier opgeleid heb ik me verre van die familiepraktijk kunnen houden; graag vervul ik een bijrol als medisch raadsman, wat adviezen op afstand, een bloeddrukmeting.
Het was 1997. Ik was een halfjaar aan het werk als arts-assistent interne en cardiologie. Daarnaast probeerden we al een halfjaar zwanger te worden, want na de lange studie begon de tijd ook wat te dringen. Met het keuzecoschap gynaecologie in mijn achterhoofd dacht ik dit laatste wat te kunnen bespoedigen.
Het was zaterdag en ook mijn verjaardag. Als verrassing had mijn vrouw voor die avond oppas én een restaurant geregeld voor een romantisch diner voor twee, iets dat met een druk dienstrooster en twee jonge kids een zeldzaamheid was. Maar net verhuisd en nog niet alle klussen in huis geklaard, wilde ik die middag even snel een sleufje frezen achter de bank. Ik schat mijzelf in als erg handig en een echte klusser, niet zo’n hopeloos geval als je soms op tv ziet voorbijkomen, dus dat moest wel lukken.