Lezersverhalen
3 minuten leestijd
Lezersverhalen

Het ene oor in…

Plaats een reactie

De liefde voor het observeren en herkennen van vogels was begonnen in de jaren tachtig toen wij een aantal jaren in Afrika werkten en woonden. Ons huis met een weelderige tropische tuin bevond zich op het terrein van het St. Josephs Hospital in het plaatsje Kilgoris, gelegen in de westelijke hooglanden van Kenya.

De enorme diversiteit van het vogelleven konden we dagelijks beleven in onze tuin en tijdens safariuitstapjes in de omgeving. Vanaf ons dorp, na een rit langs een onverharde weg over een afstand van ongeveer vijftig kilometer naar het oosten en na een afdaling in de Rift Valley was je aangekomen in het natuurreservaat Masai Mara, een uitgestrekt pastoraal gebied. Bijzondere vogels die je daar in die tijd regelmatig tegenkwam waren de secretarisvogel, de bateleur, de koritrap, de grijze kroonkraanvogel en de zuidelijke hoornraaf. Elke nieuwe vogelwaarneming werd nauwkeurig genoteerd, met vermelding van datum en precieze locatie, in Birds of East Africa van J.G. Williams met illustraties van N. Arlott, editie 1981.

Geleidelijk aan werd het vogelen een vast onderdeel van ons leven. Niet alleen tijdens wandelingen maar vooral ook bij het maken van reizen.

In oktober van dit jaar namen we deel aan een groepsvogelreis in Marokko. Een reis door het gebergte van de Hoge Atlas, door valleien langs rivieren en uiteindelijk naar de steen- en zandwoestijn, niet ver van de grens met Algerije. Bij het plaatsje Boumaine verbleven wij in een lokale kasba. De grotachtige ruimte waarin wij overnachtten was een zogenaamde troglodietenkamer, uitgehouwen in een helling van een bergplateau.

Midden in de nacht werd ik wakker gemaakt door een zeer geschrokken echtgenote die plotseling hevige jeuk en hard gezoem waarnam in haar linkeroor. Er was een insect in haar oor gekropen maar wat voor een? Een oorkruiper, zilvervisje of kakkerlak? En hoe uit het oor te krijgen? Bij inspectie met een zaklamp viel er, voor zover de uitwendige gehoorgang zichtbaar was, niets te zien. We hadden verder niets bij de hand, afwachten maar. De volgende ochtend had het insect het oor nog steeds niet verlaten. Het enige idee dat nog bij mij opkwam was om het insect proberen te prikkelen met okselspray in de hoop dat het in beweging zou komen. Helaas, dit bleek niet te lukken.

Na het ontbijt gingen we op pad om met de groep de hele dag vogels te gaan kijken in de naburige steenwoestijn. Onderweg, in de eerste grote plaats die we passeerden, gingen we op zoek naar een ‘pharmacie’ om een injectiespuit te kopen. De verkrijgbare spuiten waren slechts 2,5 ml en 5 ml, voor grotere spuiten werden we verwezen naar de ‘veterinair’. Na enig zoeken, vonden we er een en aldaar was het gelukkig mogelijk om een 20 ml spuit te kopen. Pas in de avond, na terugkeer in het hotel, konden we de spuit uitproberen. Na enige malen het oor te hebben gespoeld, kwam het insect mee met het uitstromende water (zie foto). Een van de medereizigers was een bioloog met een behoorlijke entomologische kennis en die herkende het direct als een kledingmot. De mot was waarschijnlijk afkomstig uit de traditionele wollen deken, die als sprei over het bed was neergelegd.

Die avond bij het openslaan van het bed, kroop er vanonder de lakens een insect tevoorschijn dat we nu direct herkenden: een kledingmot. We waren gewaarschuwd.

Overigens was de vogelreis zeer geslaagd met bijzondere waarnemingen zoals de heremietibis, atlasarendbuizerd, griel, Audouins meeuw, zwartbuikzandhoen, woestijnoehoe en diksnavelleeuwerik… en voor ons maar liefst 36 ‘lifers’.

Paul Boelens, oud-tropenarts, Breda

Lezersverhalen
Op dit artikel reageren inloggen
Reacties
  • Er zijn nog geen reacties
 

Cookies op Medisch Contact

Medisch Contact vraagt u om cookies te accepteren voor optimale werking van de site, kwaliteitsverbetering door geanonimiseerde analyse van het gebruik van de site en het tonen van relevante advertenties, video’s en andere multimediale inhoud. Meer informatie vindt u in onze privacy- en cookieverklaring.