Zorg nabij - Hugo Keuzenkamp
3 reactiesOnlangs is mijn vader overleden. De weken voor zijn verscheiden leverden een intens gevoel van saamhorigheid op.
Dit overlijden maakte de gezondheidszorg opeens persoonlijk. Op één van de avonden met mijn vader liet ik mij ontvallen: ‘Ik ben geen slechte ziekenhuisbestuurder, maar wel een waardeloze ziekenverzorger.’ Mijn zuster, opgeleid als verpleegkundige, had hier duidelijk beter ontwikkelde vaardigheden. Aan mijn managementtalent was vroeger thuis, zoals gebruikelijk in die tijd, geen behoefte. Hoewel hij er wel met mij over kon praten, hield mijn vader de regie graag in eigen hand. Decorumverlies stoorde hem minder dan ik had verwacht, afhankelijkheid meer.
Aandacht geven, iets waar bestuurders weleens in tekortschieten, heb ik de afgelopen periode goed geoefend. Die aandacht gold niet alleen mijn vader, maar ook, noem het beroepsdeformatie, het zorgproces.
Aandacht voor de thuiszorg bijvoorbeeld, die ’s avonds niet kon komen want dat zat niet in het contract. Dus buiten kantoortijd moest de ‘oude’ V&V-aanbieder gebeld worden, als dat nodig was. Hoe lang, dacht ik bij mijzelf, blijven zulke aanbieders zich nog als afvoerputje van de zorgcontractering misbruiken?
Aandacht ook voor het palliatief team, dat uit één persoon met een koffertje bleek te bestaan. En aandacht voor de huisarts, die mijn vader tot het laatst – naar eigen zeggen ‘met nietsdoen’ – begeleidde. ‘U bent een fenomenale huisarts’, waren bijna de laatste woorden van mijn vader, nog net verstaanbaar, voor het inslapen met de cocktail van dormicum en morfine. Dat krijgt een bestuurder die pretendeert ‘niets te doen’ niet vaak te horen.
Hugo Keuzenkamp
H. Feenstra
CEO martini ziekenhuis, Groningen Nederland
Beste Hugo, mooie column over je vader.
Gr, Hans
W. van der Pol
Ziekenhuisapothekers, Delft
Wij zijn allemaal bestuurders! Naar elkaar. Wie heeft dat woord bedacht? Waarschijnlijk om buiten de normale salarisschalen te vallen? Trucjes leren waar een patient niets aan heeft. Dat blijkt maar weer eens
Jos Rensing
huisarts, den Haag
Gecondoleerd Hugo,
Wie een beetje beschikt over introspectie kan inderdaad veel over zichzelf leren wanneer hij intensief betrokken is bij sterfbed en overlijden van een naaste.
Ik viel een beetje over het zinnetje: " het palliatief team, dat uit één... persoon met een koffertje bleek te bestaan".
Wellicht onbedoeld doe je de specialistische teams - zo heten ze in den Haag - tekort: natuurlijk ziet de patiënt één persoon (liever geen ploegje mannen in witte pakken aan het sterfbed), maar daarachter zit ( althans in den Haag) een heel team van 24 uur per dag bereikbare, gemotiveerde, beschikbare, hoogopgeleide specialistisch verpleegkundigen die alle palliatieve schema's bij palliatie en sedatie in hun hoofd hebben, vele technische handelingen kunnen uitvoeren en de huisarts ook nog eens voor valkuilen bij het soms ingewikkelde palliatieve beleid kunnen behoeden.
Zij verdienen meer lof en aandacht dan zij vragen en krijgen.