Gynaecoloog had keizersnede moeten overwegen bij stuitbevalling
1 reactieTegen een gynaecoloog worden meerdere klachten ingediend. Klaagster werd doorverwezen naar het ziekenhuis met een zwangerschapstermijn van 41 weken en drie dagen vanwege een stuitligging. De ontsluiting verliep vlot, maar de uitdrijving was moeizaam, resulterend in hersenschade en het overlijden van de baby na zes dagen.
Klagers verwijten de gynaecoloog dat hij voorafgaand aan de bevalling te veel gestuurd heeft op een vaginale bevalling, dat hij de bevalling niet goed heeft begeleid, het alternatief van een keizersnede onvoldoende heeft overwogen, en de ctg-waardes onvoldoende aandacht heeft gegeven.
Het college twijfelt allereerst of de afdeling waar de gynaecoloog werkzaam is, zich terecht afficheert als ‘expertisecentrum’ voor stuitbevallingen. Daarvoor behoren er protocollen, kwaliteitsafspraken en gezamenlijke beleidsbesprekingen te zijn en structurele trainingen om de kennis en vaardigheden voor het doen van stuitbevallingen te bevorderen en op peil te houden. Dit alles is niet gebleken. De gynaecoloog heeft op een drukke zaterdag als enige dienstdoende gynaecoloog een risicovolle vaginale stuitbevalling geleid zonder voldoende overweging van een keizersnede, wat resulteerde in het overlijden van de pasgeborene. Berisping.
RTG Amsterdam, 30 januari 2024
H.I.J. Wildschut
gynaecoloog (niet praktiserend), Amsterdam
Het is lastig om lering te trekken uit de uitspraak van het regionaal tuchtcollege te Amsterdam over de gynaecoloog die kennelijk geen keizersnede had overwogen bij een zwangere vrouw met een kind in stuitligging. Deze uitspraak bevreemdt mij. Ik ka...n de stelling verdedigen dat elke gynaecoloog een keizersnede overweegt bij een vrouw bij wie hij of zij de bevalling begeleidt, in het bijzonder bij aterme vrouwen van wie het kind in stuit ligt. Op basis van de summiere gegevens van het bericht in Medisch Contact wordt de gynaecoloog misschien verweten geen electieve keizersnede te hebben verricht. Volgens de richtlijn bespreekt de gynaecoloog samen met de betrokken vrouw wat haar voorkeur is voor de modus partus: gepland vaginaal of geplande sectio caesarea. Ik kan me niet voorstellen dat deze keuzemogelijkheden niet met haar zijn besproken. Of wordt de gynaecoloog verweten dat hij niet tijdig een secundaire sectio heeft verricht? De belangrijkste redenen daarvoor zijn niet-vorderende baring en foetale nood. Nergens blijkt uit het bericht dat een of beide van deze condities de baring compliceerde(n). De zwangere vrouw kreeg snel volledige ontsluiting. Kennelijk ontstonden de problemen bij de uitdrijving. Het verrichten van een secundaire sectio caesarea bij volledige ontsluiting kan technisch lastig zijn. Dit moet altijd worden afgewogen tegen de kans op een - succesvolle - vaginale partus. Deze afweging maakt elke gynaecoloog. Dat uiteindelijk de beleidskeuze verkeerd uitpakt, hoe tragisch ook, kan de begeleidende gynaecoloog toch niet worden verweten? Verkeerd gegaan betekent niet automatisch verkeerd gedaan! Of waren er andere verwijtbare factoren waarover wij als geïnteresseerde lezers niet zijn geïnformeerd?