Waarneemovereenkomst is geen arbeidsovereenkomst: ontslagregels gelden niet

Een waarnemend huisarts bleek te kunnen fluiten naar een schadevergoeding vanwege het opzeggen van haar waarneemovereenkomst met een huisartsenpost en in een waarnemerspoule. Volgens de kantonrechter was er geen sprake van een arbeidsovereenkomst en zijn de regels voor ontslag, zoals het verkrijgen van toestemming van het UWV en het ontvangen van een vergoeding, niet van toepassing.

In januari 2018 sloten de huisarts en haar opdrachtgever een waarneemovereenkomst af, zo blijkt uit de uitspraak van de kantonrechter van rechtbank Midden-Nederland. De opdrachtgever heeft een huisartsenpost waarbij ongeveer 180 praktijkhoudende huisartsen bij zijn aangesloten en heeft ook een waarnemerspoule opgericht waarbij tussen de honderd en tweehonderd waarnemend huisartsen zijn aangesloten. De huisarts voerde zowel werkzaamheden uit voor de opdrachtgever, als voor de praktijkhoudende huisartsen die bij de opdrachtgever zijn aangesloten. Het ging daarbij ook om regiewerkzaamheden.

Functioneren

In januari 2020 en februari 2021 ging de opdrachtgever in gesprek met de huisarts over haar functioneren. Met name de samenwerking met de triagisten verliep niet goed. De huisarts zag vervolgens af van de door haar opdrachtgever voorgestelde 360-gradenfeedbackanalyse. Maar ze schakelde wel, op eigen kosten, een NHG-coach in. Een afgesproken evaluatiegesprek na een halfjaar vond niet plaats. Op 29 december 2022 stuurde de opdrachtgever de huisarts een brief, waarin de waarneemovereenkomst werd opgezegd per 1 maart 2023. Hierdoor kan de huisarts geen waarneemwerkzaamheden meer uitvoeren voor de huisartsenpost van de opdrachtgever, maar ook niet meer voor de bij de opdrachtgever aangesloten praktijkhoudende huisartsen.

De huisarts vindt dat de opdrachtgever de waarneemovereenkomst niet op deze manier kon opzeggen, omdat het volgens haar een arbeidsovereenkomst betreft. Wat haar betreft ontbreekt de vereiste toestemming van het UWV voor ontslag, ontbreekt een dringende reden voor het ontslag, maakt ze aanspraak op een ontslagvergoeding en een schadevergoeding vanwege het niet in acht nemen van de juiste ontslagtermijn. Ook eist ze een bedrag van bijna 17.000 euro bij wijze van voorlopige voorziening.

Ongelijk

De kantonrechter stelt de huisarts echter op alle punten in het ongelijk en stelt vast dat er geen sprake is van een arbeidsovereenkomst. Zo werden de waarneemwerkzaamheden niet door de opdrachtgever ingeroosterd en werd er telkens een aparte waarneemovereenkomst afgesloten met de aangesloten praktijkhoudende huisartsen. De werkzaamheden werden ook niet betaald door de opdrachtgever, maar door de aangesloten huisartsen. Ook wat de regiewerkzaamheden betreft concludeert de kantonrechter dat er geen sprake was van een verkapt dienstverband, maar van een positie als zzp-er. Ze was bijvoorbeeld niet verplicht zich in te schrijven voor een minimumaantal regiediensten en er was geen sprake van een gezagsrelatie.